De behoeften voorsz. sijn dese navolgende:
Vier halve cartouwen { met al haer toebehooren tot 2000 schooten te doen
Drie gantsche cartouwen { met al haer toebehooren tot 2000 schooten te doen.
Daertoe soo veele polvers gedaen, tot vijftig duysent ponden, ende lonten nae advenant, ende cogels, ende alle hare connestabels.
Vier duysent Vriesche spaden.
Duysent houte schuppen met ijser beslagen.
Zeven duysent houweelen.
Drie hondert pieken.
Hondert bijlen wel gestaelt, snijdende ende sterck van alle soorten.
Hondert houwmessen, sterck ende wel gestaelt.
Vier duysent kruywagens, met wielen ende spillen.
Drie hondert wielen tot deselve, in voorraet.
Duysent spillen, in voorraet.
Thien duysent kleine spieckers daertoe.
Twee hondert doorgesaagde deelen, tot reparatie vande kruywagens.
Ses tonnen peck.
Ses tonnen teer.
Drie off vier sacken werck.
Een last ongelesten kalck, in tonnen.
Vijff duysent sacxkens, om aerde in te doen.
Duysent horden.
Delen ende alle gereetschap, om een schipbrugge over het Reydiep ende Damsterdiep te slaen.
Ulke ende meester Cornelis, timmerlieden, ende elck met ses knechten.
Twee hondert wagens.
Twintig torfpramen te bestellen, om het goedt vande Generaliteyt, soo haver als anders, vande Nieuwe Zijl te voeren op die Leeck ontrent het leger voor Groningen. Item sullen die Heeren van Vrieslandt, op t schrijven van Sijne Gen. van Nassau, Stadhouder van Vrieslandt, nog negen off thien compagnien schicken in 't leger, boven die derthien aldaer sijnde. Ende sullen allen die voorsz. parceelen op den dag aen die Leeck bestelt worden uytgesondert die gereetschap vande schipbrugge, die aen Soltcamp sal gesonden worden.