der Christelijke Kerk had doen opnemen.
De huisbewaarster, eene vrouw, bijgeloovig gelijk men in die klasse der maatschappij zeer dikwijls aantreft, had Thérèse er meermalen op gewezen dat die kleine, lieve schaapjes, wanneer zij kwamen te sterven, toch nimmer ongedoopt den Hemel konden deeláchtig worden. Zij had zelfs gedreigd te vertrekken, indien Thérèse hare kinderen niet liet doopen; dit had misschien de doorslag aan de zaak gegeven, Thérèse moest die vrouw, die zeer veel geheimen van haar aan den heer Plucker had kunnen mededeelen, tot vriendin houden.
Ludwig toen reeds zeven jaren en gelijk wij reeds gezegd hebben, een kleine wijsheid, werd ten strengste verboden er iets van aan den heer Plucker te zeggen; zelfs werd hij gedreigd vermoord te worden, zoo hij durfde wagen het te vertellen.
De kinderen zwegen, en de fijne Israëliet vernam nimmer dat de kinderen het doopsel hadden ontvangen.
In die zes jaren was Thérèse nogmaals en nogmaals moeder geworden, de eerste keer van een meisje, dat Bertha genoemd werd, de tweede maal van een knaapje, dat Carl werd geheeten.
Had zij hem Carl genoemd als een herinnering aan het kind, dat reeds jaren geleden in Duitschland was overleden; had die naam eene liefelijke herinnering voor dat koude hart, of speelde er op dat tijdstip een man die dien naam droeg, een rol in haar leven?
De omstandigheden die plaats hadden bij de geboorte van dat knaapje, doen het laatste vermoeden; maar waren van dien aard, dat zij niet geschikt zijn hier behandeld te worden.
Nimmer had zij in al die jaren den kleinen George teruggezien, zij gaf geregeld de vijf gulden per maand kostgeld, en dit was meer dan genoeg.
Hoe ontelbaar waren de vloeken, in die zes jaren door die vrouw uitgesproken, over het hoofd van dien man, die haar uit modder en slijk had opgeheven, en haar in zijne woning huisvesting had gegeven.
Het leven van Thérèse was in de ruim twaalf jaren, welke zij in het huis van den heer Plucker had doorgebracht, juist niet vrolijk geweest. Over dag nimmer durvende uitgaan, uit vrees iemand te ontmoeten die haar verleden kende, en misschien haar spel zoude bederven, eeuwig worstelende met de gierigheid van den heer Plucker, was zij eigenlijk na verloop van twaalf jaren nog niet rijker dan den dag toen zij begonnen was. Zij begon dan ook te begrijpen dat het tijd werd vooreen coup d'état;zij werd ouder, en haar jeugd behoedde haar voor geldgebrek; ook over dit punt zullen wij niet te veel uitweiden.
Die coup d'état werd door haar volbracht, ons werk zou te omslachtig worden, indien wij hier vermeldden welke de middelen waren, waardoor zij den heer Plucker tot een huwelijk dwong.
Laat het u genoeg zijn, dat zij er de middelen toe vond (wij behoeven niet te zeggen dat het natuurlijk geldkwesties betrof) en er gebruik van maakte.