[Wanneer je, reizend in het buitenland]
Wanneer je, reizend in het buitenland
Een comfortabel kerkhof gaat bekijken
Mooi lommerrijk, en met een goed publiek
Zodat je daar ook namen kunt zien prijken
Uit letterkunde, wetenschap, muziek...
Waarvan de aanblik niet alleen verheugt
Maar oproept, onverwijld en specifiek
Wat jou ontschoten was - en dan weer heugt
Als hield je iets van vroeger in de hand
Dan merk je toch wel even dat je leeft
En bovendien, dat dit voldoening geeft
Aanleiding tot behandeling van dit thema was de pelgrimage van een lezeres naar het graf van Renée Vivien, te Passy.
Het monument bleek sterk verwaarloosd, maar nadat de bezoekster in 1981 de directeur van het Parijse kerkhofwezen had ontmoet en hem op deze misstand attent had gemaakt bleek het graf twee jaar nadien gerestaureerd te zijn, en nu ook op de monumentenlijst te staan. Voorts was er een deurtje ontdekt, en daarachter tien dichtbundels van Pauline Mary Tarn (haar echte naam), een toneelstuk over haar leven en dood door ‘Evelyne’, daterend van 1934, en een halfvergane uitgave van Shakespeare's werken (ze was Engelse van origine, en overleden in 1909).
Een romantisch literair graf dus.
Op Père Lachaise kan men nog altijd adepten zien die verse bloemen brengen naar, en magische krachten hopen op te doen van, het grafmonument van Allan Kardec (1804-1869), een occulte Breton. Verder is daar Epstein's tombe van Oscar Wilde waaraan, hoe zeg ik dat nu, de anatomische nadrukkelijkheid velen indertijd choqueerde.
Andere letterkundigen liggen ook begraven, soms heel spectaculair; ik weet echter zo gauw geen voorbeeld.