[Wie denkt niet met genoegen aan Parijs]
Wie denkt niet met genoegen aan Parijs -
Dat oord van vreugde, schoonheid en esprit?
Racine! Rodin! Ravel, en Réaumur!
Historie en chansons... ca, c'est Paris!
En voorts theater, mode, eetcultuur
Ja, deze mogen wij met ere noemen
Zulk tafelen is exclusief en duur
Maar kan zich op een groot debiet beroemen
Wie stelt zo'n aardse hemel niet op prijs?
George Orwell zag de onderkant, dat wel
Hij werkte voor de hemel in de hel
‘Smerigheid is inherent aan hotels en restaurants omdat goed voedsel wordt opgeofferd aan stiptheid en opmaak. De werknemer in een hotel heeft het te druk met voedsel klaarmaken om eraan te denken dat het bedoeld is om opgegeten te worden.’ Deze onappetijtelijke inlichting komt van George Orwell (ps. van Eric Blair, 1903-1950) die in het begin al ter sprake is geweest. Deze keer betreft het zijn Down and Out in Paris and London (1933), herinneringen aan zijn bordenwassersbestaan.
Het citaat sluit keurig aan op ons vorige onderwerp, en het vertelt nog niet eens wat er zelfs in weelderige restaurants allemaal gebeurd kan zijn met het hoofs geserveerde, decoratief benaamde gerecht op uw bord. Ik zal u dat besparen.
Hotelboeken, ook indien met kennis van zaken geschreven als Hotel Splendide van Ludwig Bemelmans en Imperial Hotel van Arnold Bennett, kunnen smakelijk zijn; maar Orwell was wel een heel eind verwijderd van de praal en de stijl. Schokkend, zij het niet verwonderlijk, is de ziedende haat die keuken en bediening koesteren jegens de clientèle. Zoiets kom je van een folder of menu niet te weten.