[Sint Augustinus zag geschiedenis]
Sint Augustinus zag geschiedenis
Als noodlotsoorlog tussen Kwaad en Goed
Waarin de Kerk aanvankelijk moest lijden
De Staat werd dronken van der vromen bloed
En van zijn macht. Het Christenvolk bleef strijden
In vast vooruitzicht op de Laatste Slag
Waarna het zich voor eeuwig zou verblijden
In welzijn dat de wereld nimmer zag...
Een toekomst die nog steeds belofte is
Al oorlogvoerend werd de Kerk tot Staat
Voor Armageddon is het reeds te laat
Het moest nu eens over De Civitate Dei gaan, een der belangrijkste werken (22 boeken) van Aurelius Augustinus, algemeen bekend als Sint Augustinus.
Hij werd geboren in 354 te Tagaste, Numidia (ongeveer het huidige Algerije) als zoon van een welgestelde heiden en een Christin. In 383 ging hij naar Rome, toen nog steeds een keizerrijk, en van 384 tot 387 doceerde hij rhetoriek in Milaan. In die tijd valt zijn bekering - het eind van een vrolijk bestaan dat hij in zijn Confessiones berouwvol uit de doeken doet.
Na terugkeer in Afrika (388) kreeg hij de priesterwijding, en in 391 werd hij bisschop van Hippo.
Toen hij op ongewoon hoge leeftijd stierf (430) liet hij een massa theologische en opvoedkundige verhandelingen na, voorts veel preken en brieven, en als gezegd ook autobiografisch werk.
Hij schijnt een begaafd spreker te zijn geweest, en een innemend mens. Als kerkvader wordt hij nog heden vereerd en geraadpleegd.