[Een vraag die hier maar zelden wordt geuit:]
Een vraag die hier maar zelden wordt geuit:
‘Wie schreef ook weer dat stuk Dreigroschenoper?’
Want deze Duitser vindt een warm onthaal
Bij progressievelaar en boekverkoper
Ook klinkt in wijkgebouw en schouwburgzaal
Sinds jaar en dag luidruchtig stilgerecht
‘Eerst komt het vreten, dan komt de moraal’
(En soms zelfs in 't oorspronkelijk, ganz echt)
Wat hier nog steeds niet op verveling stuit
Hij staat, mèt Che, in geur van heiligheid
Men raakt op zo'n patroon niet uitgebreid
Over Bertolt Brecht hoef ik ook al niet uit te weiden. Alles wat maar cultureel en links is, bewierookt hem. Alles wat cultureel en liberaal is, ontziet hem. Daarbij denkt men in beide kampen aan zijn Dreigroschenoper (1928), Mutter Courage (1938) en andere stukken, en vooral aan de stoer proletarische liederen die hier al of niet vertaald repertoire houden.
Hij werd marxist in de jaren '20 en droeg arbeiderskleding (van dure stof, als ik goed ben ingelicht), verliet Duitsland in 1935 en vertoefde daarna o.m. in de Verenigde Staten, waar hij het niet gemakkelijk had. In 1948 kwam hij terug in Berlijn - Oost-Berlijn wel te verstaan, waar hij een theater en veel eerbetoon kreeg, hoewel zijn werk de autoriteiten soms allerminst verheugde (in Rusland is tot zijn dood toe slechts de Dreigroschenoper weleens opgevoerd). Zo erg doctrinair was hij namelijk niet; hij kon spitse, geestige teksten schrijven, en hij had uitgesproken opvattingen over de functie en werkwijze van het theater, neergelegd in zijn Kleines Organon für das Theater (Zürich 1948) en officieel genegeerd.