aant.
ren. Gisela was een uitmuntende dochter; derzelver karakter ontwikkelde zich door zedelijke beschaving en Christelijke godsdienstzin tot een eerbiedwaardig toonbeeld van vrouwelijke deugden.
Paulinus leefde met zijn geliefden eerst te Nicodemië en daarna in het nieuw gesticht Konstantinopolis; als burgerlijk ambtenaar door de Keizer aldaar in gewichtvolte betrekking geplaatst, stichtte hij zeer veel goeds. Onverwacht was een aanzienlijk vermogen zijn eigendom geworden, door het sterven van zijn aanverwant Candidianus; deszelfs dood had zijn altijd ontkende rijkdom en geveinsde deugd aan het licht gebracht. Door wijs gebruik zorgde Paulinus, dat dit overvloedig reisgeld hem op de levenstocht niet lastig werd.
Timotheus had zich, op raad van Macarius, de vriend van Caelestius, onder de leerlingen van Gregorius van Nazianze geschikt. De bisschop van Jeruzalem toonde gedurig hoge belangstelling voor de pleegzoon van de grijze boeteling te koesteren. Ook Konstantijn de Grote scheen zonderlinge zorg voor hem te dragen, immers door de uitdrukkelijke wil van de Keizer werd hem het leraarsambt, in de kerk welke nieuwelings in het dal Mamre opgericht was, opgedragen. Al de deugden, welke Paulus de Christenleraar voorschrijft, betrachtte de jonge man met edele nauwgezetheid. Zijn kleine kudde beminde hem hartelijk, en geen Christenpelgrim bezocht het gedenkwaardig oord, zonder zijn gastvrijheid en godsdienstzin te bewonderen. Zelfs de rechtschapen Israëliet, die vader Abrahams woonstede kwam bezoeken, had voor de verdraagzame Timotheus achting, en menig heiden bezocht Mamres dalen, om als Christen met blijdschap huiswaarts te keren. Zonderling was het echter, dat de geheimzinnige sluier, die zijn geboorte bedekte, nimmer voor het minste gedeelte opgeheven werd. Onzeker is het, of hemzelve dat geheim bekend zij geworden. Hij stierf in de bloei van zijn leeftijd. Een Egyptische monnik bracht aan Paulinus het kruisbeeld hetwelk Caelestius aan zijn