Makamen en Ghazelen (onder ps. Jan Ferguut)(1866)–Jan van Droogenbroeck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] Zesde ghazele. In eenzaamheid. Laat me een lied stil neuren, in eenzaamheid; Moet ik steeds stom treuren, in eenzaamheid? Eene roos, half open, met dauw bevracht, Zag ik eens frisch kleuren, in eenzaamheid. Mijne stem klonk teder: een minnelied Deed haar 't hoofd lief beuren, in eenzaamheid. Toen een zoen vol vuur mijn gezang besloot, Deed die kus haar geuren, in eenzaamheid. Neêrgevleid naast mijner beminde, zou Niets ons heil meer steuren, in eenzaamheid. Slechts de dood kon sedert ons scheiden; doch Kwam ze wreed wegscheuren, in eenzaamheid! Lang genoeg weent immers het herte mijn; Moet ik steeds stom treuren, in eenzaamheid? Vorige Volgende