Makamen en Ghazelen (onder ps. Jan Ferguut)(1866)–Jan van Droogenbroeck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 115] [p. 115] Zevende ghazele. De bloeme kent maar eenen zonneschijn. De bloeme kent maar éénen zonneschijn; ach! Hoe kan er nog eene tweede liefde zijn? ach! De vader, hij drukte mij vroeger warm de hand: Vader! waar is de dochter dijn? ach! De moeder, ze loech mij hoopvol tegen: Moeder, moeder!.... de beminde mijn? ach! De zuster heeft eenen lelienkrans Gelegd om dit engelenhoofdelijn, ach! Ik heb nog eens mijn lief gezoend, - Men sloot ze dan in het doodenschrijn, ach! Wij hebben bitter geweend, de priesters zongen, En verder is alles gebeurd zoo als het moet zijn, ach! ................ ................ Ik ben nog jong, en zoet is het leven... Mocht ik ook maar begraven zijn, ach! Vorige Volgende