Makamen en Ghazelen (onder ps. Jan Ferguut)(1866)–Jan van Droogenbroeck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] Vierde Ghazele. Ik zag ze maar eene eenige maal. Ik zag ze maar eene eenige maal, en dan niet meer, Daar zag ik eene hemelsche straal, en dan niet meer. Ik zag, omspeeld van geurige lucht, ze gaan door 't dal; Daar was het eensklaps lente in den dale, en dan niet meer! Als in der zaal der feest ik ze zag, den sluier af, Dan was het Paradijs in der zaal, en dan niet meer. Zij was deschenkster, schonk in het rond genoten lust; Glimlachend bood ze mij eene schaal, en dan niet meer. Zij was de roze, ik zag ze, bezaaid met morgendauw;... - Des avonds was het rozeken vaal - en dan niet meer! Vorige Volgende