offeren. Maer, behalve deze taelkennis en dit oordeelkundige vernuft, behooren er ook een' onvertraegden yver en onvermoeid geduld toe, om in dezen arbeid gelukkig te slagen. Een goed vertaler moet zich door geene moeijelykheden laten afschrikken, zoo lang hy gevoelt, dat er iets hapert aen de volmaekte duidelykheid en overbrenging der denkbeelden; hy moet zoo lang met de zwarigheden, die hy in zyn' Autheur ontmoet, kampen en worstelen, tot dat hy in een' klaren ronden, gevulden volzin, volkomen over de zelve zegepraelt. Eene gedurige beschaving, een aenhoudend overzien en vergelyken, is hier alleen in staet, om een werk van eenigen omslag geheel meester te worden.
Veel geduld en vlyt mogen wy van een' vertaler vorderen; maer nog daerenboven, dat hy zyne krachten beproeve, of hy wel voor den schryver, dien hy wil overbrengen, is opgewassen. Het spreekt voorts van zelven, dat stipte, juiste, getrouwe overbrenging van alles, de hoofdzaek is; echter onder deze bepaling, dat men zich van die getrouwheid geene verkeerde denkbeelden vormt; dat men er vooral geen eigenlyk letterlyk vertalen door verstaet. Er is zulk een merkelyk onderscheid tusschen eene getrouwe en letterlyke overzetting, dat men by de laetste zeer getrouw kan handelen. Men moet wel woord voorwoord, maer niet woordelyk, dat is: zeer nauwkeurig, zeer getrouw, niet styf, niet mekaniek vertalen.
Zoo onvoldoende het is, eene letterlyke of woordelyke overbrenging van het oorspronkelyke te leveren, even zoo min voldoet het ons alleen de gedachten, de gevoelens over te brengen; maer dat het vooral te doen is om de manier van uitdrukking, om de verscheidene schakering der zelve, om dat eigenaerdige en byzondere, het welk elk schryver onderscheidt, zoo kennelyk onderscheidt, als de wezenstrekken by millioenen van menschen onderscheiden zyn, schoon zy eene menschelyke tronie hebben, van datgeen, hetwelke wy den trant, den styl noemen. Het is niet alleen, de grammatikale juistheid, het is de oratorische, de poëtische juistheid, die de verdienste van den meesterlyken vertaler uitmaekt, waerdoor hy ons niet alleen met nieuwe denkbeelden verrykt, maer waerdoor hy ons ook beter leert denken, beter leert