Vereenigde dichtwerken. Deel 3. 1866-1878. Nieuwste gedichten(1878)–Maria Doolaeghe– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 115] [p. 115] Treurtoon voor mijn kleinzoontje, Karel-Bruno-Adolf Doolaeghe, geboren den 11. julij, 1876, en reeds den 28. derzelfde maand overleden. Zoo lang gewenscht, zoo blij verwacht, Zoo hoopvol in het licht gebracht, Lief kindeken! Helaas! ge ontsloot Nauw de oogjes of u trof de dood. Gij, éénig bloeisel aan den stam, Dat lieflijk lonkend tot ons kwam. Hoe welkom waart gij! hoe gevierd! Wat danktoon werd tot God gestierd! Maar, doet uw dood ons hart zoo zeer, En vloeien onze tranen neêr, Wij willen niet uw heil benijden: Een zoete troost verzacht ons lijden, Die ons doet zeggen tot elkaêr: Zie op! de Liefling huisvest dáar; Was hij op aard een teedre bloem, Omhoog is hij der Englen roem. Zie! kleine Karel lacht van ver In 't tintlend licht der avondster, En roept: ‘Lieve Ouders, juicht nu vrij; Geen zuchtjen noch geen traan voor mij: 'k Ben Heemling thans, zoo blij te moê, - Gods liefde sloot mij de oogjes toe!’ - 1876. - Vorige Volgende