Vereenigde dichtwerken. Deel 3. 1866-1878. Nieuwste gedichten(1878)–Maria Doolaeghe– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] Aan Peter Benoit, na de opvoering van ‘Charlotte Corday’ op den Antwerpschen Schouwburg, maart, 1876. Vergeefs trok u een kruisvaart tegen, Kampvechter, die geen strijd ontziet, Die 't lemmer uittrekt, onverlegen, En kloek den vijand weêrstand biedt; Vergeefs poogt hij uw moed te boeien, Te dooven de ingeboren zucht, Die hier de Toonkunst wil doen bloeien, Als eigen Vaderlandsche vrucht. De zege is U! - maar, duur gewonnen! U mag de glorieglans bezonnen Op Antwerps Schouwburg. ô Daar klinkt Uw Vlaamsch akkoord, zoo grootsch, zoo machtig, Waarbij 't genot elk oog doorblinkt. Hoe dichterlijk gevoeld, hoe krachtig Geeft ge ons Charlotte's beeldtnis weêr, Heldhaftig, trotsch, of zacht en teêr, Bezielend soms de ontroerde menigt! - Gij hebt genie met moed vereenigd, En bracht een eigen Schepping voort, Oorspronklijk, als Gods licht, ontgloord; Die Kunst, Benoit, schept zich aanbiddren, Haar tonen doen verbleeken, siddren, [pagina 114] [p. 114] En dan weêr met U het gemoed In zachter zielestemming deelen, Als 't mingekweel der filomelen Klinkt dan uw lied zoo streelend zoet. Vanwaar 't natuurschoon, de eedle waarde, Die uw talent zoo heerlijk baarde? Vanwaar die stoute vindingskracht, Die eigen wondre scheppingsmacht, Waarop zich eer en roem mag gronden? 't Zijn vruchten van uw Vlaamschen geest, Die zich niet schoeit op vreemde leest, Maar met uw Moedertaal verbonden, In haar zijn krachten heeft gevonden. Triomf! der Vlaamsche Toonkunst heil! Zij groeit en bloeit, krijgt hooger peil, En gaat een tijdperk in van leven, Beweging en hervormingsmoed: De volksgeest sluit zich aan haar streven, Die blij zulk edel doel begroet. Hij, die voorheen slechts 't vreemde erkende, Van 't eigen schoon zijne oogen wendde, Juicht nu ter Vlaamsche Schouwburgzaal, Begroetend luid haar zegepraal. Triomf! Benoit, in 't rijk der tonen Moge U de schoonste lauwer kronen: - Gij, Vorst van Vlaandrens Toonkunst, die Een troon haar stichtet door 't Genie, Blijf onvermoeid den eerkamp wagen, Tot zij voor goed de Kroon zal dragen. - 't Zij zóó! dan houdt die glorie stand, Voor Moedertaal en Vaderland! Vorige Volgende