Vereenigde dichtwerken. Deel 3. 1866-1878. Nieuwste gedichten
(1878)–Maria Doolaeghe– AuteursrechtvrijAan mejuffer Catharina Beersmans, bij 't ontvangen van haar Portret.‘Gij, bloem, als 't lief viooltje ontsproten
Op 't needrig heideveld, hoe schoon,
Hoe heerlijk hebt ge uw kelk ontsloten
En schittert gij in Vlaandrens kroon!
Ik sla op u bewondrende oogen:
Gij wekt den eerbied in 't gemoed,
Gelijk des schilders kunstvermogen
Door 't beeld van zijn Madonna doet.’
Zoo sprak ik, Beersmans, bij 't ontvouwen
Van uwe Beeldtnis, die mij trof
Alsof ik Rachel mocht aanschouwen,
Begroet door handgeklap en lof,
En volksgejuich op 't schouwtooneel: -
Ook u viel roem en eer ten deel,
| |
[pagina 112]
| |
Uw geest ook werd bedeeld met gunsten:
Gij schittert als een diamant
In de eerekroon der Schoone Kunsten,
De gloriekroon van 't Vaderland.
Hoe diep kunt gij 't gemoed ontroeren,
Den geest in hooger sfeer vervoeren!
Uw blikken spreken zieletaal,
Uw stem dringt door in 't hart van staal:
Der Vorsten scepter moog regeeren,
Het Volk gezag en wet doen eeren,
Gij, eedle Beersmans, gij kunt méér:
Gij doet het volk de vreemdzucht dooven,
Aan 't vaderlandsche schoon gelooven,
En 't buigt voor uw talent zich neêr.
Blijf 't Vlaamsch Tooneel tot roem en eer!
't Heeft plaats in 't hart van 't volk gevonden,
En teelt er eigen schoonheidszin:
Tooneel- en Toonkunst, saamverbonden,
Gaan thans een nieuwe toekomst in.
Volg, Beersmans, volg Benoit in 't pogen,
Om Vlaandrens kunstroem te verhoogen.
‘Geen rijker kroon
Dan eigen schoon.’
Zoo zong de Bard der Zustersteden:Ga naar voetnoot*)
Muziek, Tooneel en Moederspraak,
U, heilig drietal, U de taak,
Om roemvol op dat spoor te treden,
Opdat, als vaderlandsche tolk,
Steeds eigen aart en eigen zeden
Het kenmerk blijven van ons volk!
|
|