Johannes Immerzeel junior (1776-1841)
(1992)–B.P.M. Dongelmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI Handelscontacten en leverantiesVI.1 De Boekhandel-uitgeversadministratieToen op 21 mei 1811 het doek voor de firma Immerzeel en Co. was gevallen, werd door de bewindvoerders in het faillissement de boedel beschreven. Onder de genoteerde roerende goederen bevond zich ook de administratie van de boekhandel-uitgeverij. Hiervan is alleen de uiterlijke beschrijving overgebleven. Deze geeft een indruk van de gevoerde administratie in het bedrijf tussen 1807 en 1811. Uit de in bijlage 2 opgenomen opsomming kunnen we afleiden, dat slechts een deel van de administratie inzake de Haagse en Amsterdamse vestiging inmiddels naar Rotterdam was overgebracht. De administratie over de eerste maanden van het lopende jaar 1811 zal zich ongetwijfeld nog in de Haagse en Amsterdamse vestigingen hebben bevonden. In het verbaal (inclusief de bijlage) van 26 juni van vrederechter Pieter Swellengrebel, waarin de aanwezige administratie staat beschreven, vinden we dan ook voor het jaar 1811 alleen de boekhouding inzake Rotterdam. Van Immerzeels administratie is alleen een gehavend boekverkoperscommissieboek bewaard gebleven dat betrekking heeft op het jaar 1806. Deze bron biedt voor één jaar controleerbare gegevens over zakelijke contacten van Immerzeel. Voor de overige jaren is het een zaak van speculatie en aannemelijkheid en dragen andersoortige bronnen - incidenteel voorhanden - slechts kleine stukjes bij aan een reconstructie van het niet meer zichtbare netwerk van relaties. Uit andere boekverkopersadministraties is echter aanvullende informatie te putten. De boekhouding van enkele boekverkopers-uitgevers is voor de periode 1804-1840 over korte of langere tijd bewaard gebleven. Voor het jaar 1810 beschikken we over een boekverkoperscommissieboek van de Amsterdamse boekverkoper-uitgever D.F. Berntrop; via deze bron weten we welke boeken Immerzeel in 1810 aan deze confrater in commissie heeft gezonden. Een bijgevoegd factuur laat zien wat er uiteindelijk van is verkocht.Ga naar eind1 Voor de periode 1804-1840 is een ononderbroken reeks van confraterboeken bewaard van een drietal firma's, te weten van de Leidse boekverkopers-uitgevers Luchtmans, van de Middelburgse boekverkoper Salomon van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 98]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Benthem en van de Haarlemse uitgever-courantier Johannes Enschedée en Zoon.Ga naar eind2 Voorts beschikken we voor de periode 1807-1817 nog over een tweetal boekverkoperscommissieboeken van de Amsterdamse boekverkoper-uitgever Jan ten Brink.Ga naar eind3 Dit maakt het mogelijk de contacten tussen hem en Immerzeel gedurende een tiental aaneengesloten jaren te volgen. Tenslotte is voor de periode 1804-1826 ook een aantal zgn. confratergrootboeken van de Zwolse firma M. en H. Tijl van belang.Ga naar eind4 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.2 Het boekverkoperscommissieboek van J. Immerzeel JR. UIT 1806De bibliotheek van de Vereeniging bezit een boekverkoperscommissieboek van Immerzeel uit 1806. Het is op verschillende plaatsen ernstig gehavend: zowel aan het begin als aan het eind zijn er folia uitgescheurd en ook op andere plaatsen ontbreken er bladzijden.Ga naar eind5 Ondanks zijn gehavende staat biedt het toch mogelijkheden om op een aantal punten inzicht te verkrijgen in het zakelijk reilen en zeilen van Immerzeel anno 1806. Op grond van de geschreven tekst kan worden vastgesteld, dat er in dit boekverkopersboek tenminste drie verschillende mensen aantekeningen hebben gemaakt. De drie handschriften wijzen ook op een afgesproken taakverdeling m.b.t. deze boekhouding. Immerzeel zelf schrijft in mei-juni 1807 de door hem en zijn confraters in commissie gehouden werken in. Een tweede hand heeft deze maanden het teruggekomen commissiegoed ingeschreven. In februari-maart had Immerzeel zich zelf ook al met het noteren van teruggekomen commissiegoed bezig gehouden, maar deze werkzaamheden worden op zeker moment door hand twee overgenomen en voortgezet. Alles wijst erop, dat verspreid over februari-juli 1807 gedurende afgebakende periodes een drietal mensen, waaronder Immerzeel, zich kwijt van een welomschreven taak: de een let op het teruggezonden commissiegoed, op naleveringen en het terugzenden van andermans commissiegoed, een ander neemt voor een bepaalde periode de verzending van eigen commissiegoed op zich. Duidelijk is dat Immerzeel zich op gezette tijden met alle voorkomende administratieve werkzaamheden bezighoudt. In de volgende paragrafen komen achtereenvolgens de inrichting van het boekverkopersboek (VI.2.1), de aangeboden titels (VI.2.2) en de relaties | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 99]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en transacties (VI.2.3) aan de orde. In VI.3 worden enkele andere boekhoudingen bekeken die kunnen dienen als vergelijkingsmateriaal met die van Immerzeel. Het betreft hier administraties van de boekverkopers D.F. Berntrop te Amsterdam (VI.3.1), S. van Benthem te Middelburg (VI.3.2), S. en J. Luchtmans te Leiden (VI.3.3), J. ten Brink te Amsterdam (VI.3.4), J. Enschedé en Zoon te Haarlem (VI.3.5) en de firma M. en H. Tijl te Zwolle (VI.3.6). Tot slot wordt in VI.4 ingegaan op de vraag, in hoeverre de analyse van deze boekhoudingen ons inzicht aangaande Immerzeel als uitgever en ondernemer heeft kunnen vergroten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.2.1 De inrichtingHet boekverkopersboek is zo ingericht, dat elke zakenrelatie van Immerzeel in principe twee pagina's toebedeeld heeft gekregen: als het boek opengeslagen ligt zien we links de debetzijde (boeken en diensten door Immerzeel geleverd met het door hem teruggezonden commissiegoed) en rechts de creditzijde (aan Immerzeel geleverde boeken en diensten met het aan Immerzeel teruggezonden commissiegoed). De volgorde van de relaties lijkt door verschillende factoren bepaald. In beginsel is het commissieboek per plaats ingericht en weerspiegelt het slechts een betrekkelijke orde van belangrijkheid: het feit dat boekenstad Amsterdam voorop staat is niet meer dan logisch. Binnen de plaatsnaam staan de namen van de confraters min of meer in alfabetische volgorde. Amsterdam begint met Johannes Allart en eindigt met W. Wijnands, met nog een viertal aanvullingen.Ga naar eind6 Daarna volgen in willekeurige volgorde andere plaatsen, zoals Franeker (47), Leeuwarden (48-51), Deventer (52-54), Alkmaar (55-56), Hoorn (57-58). Ook hier zijn per plaats de namen van de confraters alfabetisch gerangschikt. Vanaf fol. 185 zijn de namen van contacten genoteerd die òf eerder waren vergeten òf met wie Immerzeel pas op een later moment in 1806 zaken is gaan doen. Op fol. 223 vindt er een transport plaats op naam van Johannes Allart: ‘Per transport van p. 1’. De pagina's 224, [225-227] zijn gebruikt voor een aantal notities van diverse aard inzake advertentie-, vertaal- en drukkosten.
Bestudering en analyse van de opgenomen leveranties en de afrekeningen kunnen opheldering verschaffen omtrent een aantal vragen over de zakelijke aspecten van Immerzeels firma: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 100]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- door het van elkaar aftrekken van de geleverde boeken in 1806 en de retourzending in 1807 kunnen we nagaan hoeveel Immerzeel in 1806 van een bepaalde fondsuitgave heeft omgezet aan exemplaren c.q. aan geld. - door het toegezonden commissiegoed van diverse collega's en Immerzeels retournering daarvan in 1807 kan worden bepaald in hoeverre Immerzeel boekverkoper c.q. uitgever-boekverkoper was. - aan de hand van de omgezette bedragen kunnen we de belangrijkste relaties van Immerzeel in beeld krijgen. Bij deze voorgestelde exercities doet zich echter een aantal problemen voor dat samenhangt met de manier waarop de leveranties en de afrekeningen zijn afgehandeld. Het feit dat het boekverkopersboek gehavend is, vormt een eerste hindernis om via dit boek tot een ‘volledige’ reconstructie te komen van alle transacties die in 1806 hebben plaatsgevonden. Met dit manco dient bij uitspraken omtrent dit boekverkopersboek in het vervolg steeds rekening gehouden te worden. Daarnaast geven de afrekeningen met diverse confraters aan, dat het boekverkopersboek in een aantal gevallen de jaarrekening niet weergeeft zoals deze in feite moet zijn geweest. De vermelding van de liquidatie van de jaarrekening ontbreekt meer dan eens. Bovendien is bij sommige confraters alleen het linkerfolium ingevuld en ontbreekt elke notitie omtrent retourzending van het commissiegoed uit 1806. Er is een bonte verscheidenheid van mogelijkheden:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 101]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Naar een antwoord op de vraag waarom bij vele confraters de finale afrekening ontbreekt, kunnen we slechts gissen. Vermoedelijk moeten we de verklaring zoeken in de omstandigheid, dat vanaf 1 januari 1807 de associatie met J.L. Kesteloot een (officieus) feit is. Boekhoudkundig begint er dan een nieuw regime en het is niet ondenkbaar, dat Immerzeel de nog niet afgehandelde rekeningen in de boekhouding van de nieuwe compagnieschap heeft ondergebracht, bijv. in het niet bewaard gebleven ‘Boekverkopers commissieboek 1807, folio, parijse band’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.2.2 De titelsHet boekverkopersboek 1806 geeft, behalve inzicht in de aard van de contacten die Immerzeel in 1806 met zijn confraters heeft onderhouden, ook informatie omtrent de titels waarmee hij in dat jaar handelde. Het fonds dat hij aan het opbouwen was, wordt uitgebreid met zeven nieuwe boektitels en vijf afleveringen van het tijdschrift Schouwburg van in- en uitlandsche letter- en huishoudkunde. We kunnen zien hoe hij in de loop van 1806 structureel één of meer exemplaren van de volgende titels aan zijn confraters in commissie stuurt:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 102]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Al deze titels zijn in 1806 verschenen, met uitzondering van het boekje Loon der vlijt dat wordt geleverd als ware het nieuw. Het was dan ook in december 1805 verschenen en daardoor spreidt de opbrengst zich vermoedelijk ook over twee jaar. Iets soortgelijks lijkt het geval te zijn met het boek van S. Jenijns, dat ook in de maand december (1806) op de markt wordt gebracht.Ga naar eind8
Rekening houdend met de boven geformuleerde beperkingen m.b.t. de volledigheid van de plaatsgevonden transacties kunnen we op verschillende manieren becijferen, hoeveel exemplaren van elke titel in commissie zijn gegeven. Bij de berekening kan een onderscheid gemaakt worden tussen reële (R.), gecorrigeerde (C.) en geëxtrapoleerde (E.) cijfers. In het hiernavolgende overzicht is per titel het aantal in commissie gezonden exemplaren en het aantal teruggezonden exemplaren opgenomen, gerekend over het totaal aantal confraters. De reële cijfers (R.) zijn gebaseerd op complete transacties, d.w.z. de transacties uit het boekverkopersboek, waarbij zowel de debet- als de creditzijde feitelijk ingevuld en aanwezig zijn (dus de A-transacties uit de tabel 1.) Indien er beschadigde of blanco pagina's in het geding waren, zijn de eenzijdig bekende gegevens (dus vooral de leveranties van Immerzeel) niet meegeteld. Deze zijn wél meegeteld in de gecorrigeerde cijfers (C.), waarbij het aantal boekverkopers en het aantal in commissie gegeven exemplaren per titel vanzelfsprekend hoger liggen dan bij de reële cijfers; immers, bij de leveranties aan confraters bij wie het rechterfolium blanco is gebleven of ontbreekt, is wél het linkerfolium ingevuld (dus de transacties uit de tabel met A., C.1., B.1. en B.2.) In de geëxtrapoleerde getallen (E.) is gepoogd ook recht te doen aan de 23 ‘uitgescheurde’ Amsterdamse confraters. Het gemiddelde aantal van R. en C. in kolom 2 is vermenigvuldigd met 23 en opgeteld bij het gecorrigeerde cijfer in kolom 2. Het getal van 23 is in het geval van de Schouwburg evenredig verlaagd tot 2/3 x 23 = 16, aangezien bij de gewone titels het aantal confraters ca. 1/3 hoger ligt dan bij de Schouwburg (gemiddeld 160 tegen 109). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 103]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In kolom 3 is alleen het aantal teruggezonden exemplaren onder R. ingevuld, met een extrapolatie naar E. Dit laatste cijfer is gebaseerd op het gemiddelde aantal teruggezonden exemplaren onder R. x het aantal confraters bij E.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 104]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wetende hoeveel de boekverkopersprijs voor de diverse geleverde titels is, kunnen we op basis van de hierboven berekende cijfers een indruk krijgen van de bruto bedragen die Immerzeel in 1806 op basis van deze titels heeft omgezet. Hierbij zijn de opbrengsten op dit moment verreweg het meest interessant, aangezien over de feitelijke produktiekosten maar heel weinig bekend is. In bruto-geldGa naar eind9 leverden de fondstitels uit 1806 het volgende op: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 105]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De kosten die met deze bruto-opbrengst verrekend dienen te worden zijn vooral de papier-, druk- en vertaalkosten. Daarnaast bepalen ook bind-, zegel-, transport- en advertentiekosten het netto resultaat.Ga naar eind10 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.2.3 Relaties en transactiesDe commissiehandel zoals deze naar voren komt uit het boekverkopersboek uit 1806 was in het geval van Immerzeel ook een ruilhandel.Ga naar eind11 Hoewel bij de afrekening in 1807 een groot aantal confraters het van Immerzeel verkochte commissiegoed in geld betaalde, waren er ook die met de geldelijke tegenwaarde van het eigen commissiegoed (een deel van) de rekening voldeden. Ook Immerzeel betaalde in enkele gevallen zijn schulden deels in geld, deels via verrekening met zijn reeds geleverde commissiegoed. In bijlage 3 is te zien aan welke confraters Immerzeel titels in commissie had gezonden en van wie hijzelf titels in commissie had. Uit dit overzicht valt tevens af te leiden, wie de grootste afnemers van Immerzeels uitgaven waren:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 106]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan deze namen moet ongetwijfeld ook die van J. Allart toegevoegd worden; weliswaar zijn de pagina's met zijn transacties uit het boekverkopersboek gescheurd, maar de transportbedragen op fol. 223 geven alle aanleiding hem ook als een van Immerzeels grote afnemers te beschouwen. Hij is zeker ook een van Immerzeels grootste leveranciers geweest. Behalve van hem krijgt Immerzeel, afgezien van de papier-leveranciers, van de volgende confraters het meest in commissie:
De bedragen die in bijlage 3 staan genoteerd t.a.v. de grootte van de transacties geven een enigszins vertekend beeld, omdat uiteraard de wèrkelijke omzet feitelijk telt: hoewel J. Oomkens (70) voor f 106,35 en de Erven Is. van Cleef (174) ‘maar’ voor f 74,60 in commissie krijgen, blijken ze bij het opmaken van de jaarrekening ongeveer evenveel te hebben omgezet, nl. voor f 44,30 en f 44,90. Bij de leveranciers áan Immerzeel lijkt G. Roos indrukwekkender dan C. Timmer, maar bij het sluiten van de rekening heeft Immerzeel bij Roos voor f 23,35 afgenomen, maar bij Timmer voor f 30,12. De totale omzet in de feitelijk geliquideerde afrekeningen (dus die welke in bijlage 3 worden aangeduid met een A.) bedraagt f 2.134,63. Hierover betaalt Immerzeel in principe nog 5% kortingGa naar eind12, zodat tenslotte een bedrag van f 2.134,63 - f 106,73 = f 2.027,90 aan omzet wordt behaald. Het verschil tussen het eerder berekende bedrag van f 1.939,55 en f 2.027,90 is te verklaren uit het feit dat Immerzeel ook zo nu en dan titels uit minder recent fonds leverde. Maar dit bedrag van - we ronden af - f 2.000,00 is een bedrag aan de ondergrens, aangezien de andere transacties (in bijlage 3 aangegeven met de letters B., C., D., E. en F.) niet in de berekening zijn verwerkt. Het lijkt weinig zinvol deze transacties verder onderwerp te maken van speculatie omtrent de werkelijke behaalde omzet, omdat deze niet afgemaakte jaarafrekeningen geen betrouwbaar uitgangspunt kunnen vormen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 107]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan het feit, dat de eerder berekende bedragen van f 1.939,55 en f 2.027,90 elkaar niet spectaculair ontlopen, kunnen we geen argument ontlenen om het maximaal berekende bedrag van f 2.667,60 nader te toetsen.
Ter vergelijking zijn in bijlage 4 de bedragen van de transacties opgenomen die anno 1806 bij Van Benthem zijn omgegaan. Uit dit overzicht blijkt dat er een duidelijk verschil is tussen de omzet van Van Benthem als boekverkoper en van Immerzeel als uitgever en leverancier van eigen fonds. Het boekverkoperscommissieboek van Immerzeel is een weergave van de omloop c.q. verkoop van eigen fonds, terwijl dat van Van Benthem een weerspiegeling is van de afzet van de totale actuele boekproduktie anno 1806 bij een regionaal opererende boekverkoper. Mede op grond van het boekverkoperscommissieboek anno 1806 dient Immerzeel tot begin 1807 als uitgever gekwalificeerd te worden; als debitant lijkt hij vooralsnog een bescheiden rol te hebben gespeeld. De gevestigde Haagse boekhandelaren zullen hun verworven aandeel in de afzet niet zonder slag of stoot hebben opgegeven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.3 Andere boekhoudingenZoals uit de bespreking van het boekverkopersboek van Immerzeel valt af te leiden, zijn er aan de interpretatie van de gevonden gegevens de nodige problemen verbonden. Deze worden met betrekking tot het boekverkopersboek van Immerzeel nog vergroot door de gebrekkige staat waarin het verkeert en de variëteit in de voltooiing van de transacties. Er bestaat nog geen uitgewerkte methode, die aangeeft hoe een onderzoeker op zinvolle wijze dit soort bronnen tegemoet kan treden. De onschatbare waarde die boekverkopersboeken hebben als bibliografische bronnen is buiten kijf. Als schriftelijke weergave van de handel in boeken gedurende een bepaalde periode blijken ze weerbarstig. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.3.1 D.F. Berntrop te AmsterdamHet boekverkoperscommissieboek van de Amsterdamse uitgever-boekverkoper D.F. Berntrop over 1810 geeft op fol. 10 onder ‘Credunt’ de door Immerzeel geleverde boeken tussen 19 januari en 27 december. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 108]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In totaal werden er 16 door Immerzeel en Co. uitgegeven titels geleverd, variërend in aantal van 1 tot 3, te samen 32 banden. Behalve de stukprijs voor de boekhandel staat ook de particulierprijs vermeld; in de laatste kolom noteerde Berntrop de boekhandelsprijs per geleverd aantal. Voorbeelden:
Alleen de laatste kolom heeft een ingevuld totaalbedrag, zijnde het bedrag dat Berntrop aan Immerzeel over 1810 schuldig is. Het bedroeg f 45,25.Ga naar eind13 Een bijgevoegde ‘Factuur van in Commissie gezonden Boeken aan den Boekhandelaar D.F. Berntrop alhier’ geeft de situatie, zoals deze door Berntrop in zijn commissieboek was genoteerd, op identieke wijze weer. Alleen noteert hij op deze factuur een drietal exemplaren van het Wetboek voor Geneesheeren niet te hebben ontvangen. Het totaalbedrag van de nota komt hiermee ook op f 45,25. Immerzeel voert nog wel f 0,90 extra op, zijnde de prijs van een drietal teruggezonden exemplaren van Nuttige en leerzame verhalen die hij op zijn beurt in commissie had gekregen van Berntrop. Op de vraag op welke manier uiteindelijk de rekening is geliquideerd geeft het commissieboek geen antwoord. Vermoedelijk is het door het faillissement nooit tot een daadwerkelijke afrekening gekomen.Ga naar eind14 Enkele nadere berekeningen op basis van de transacties tussen Immerzeel en Berntrop laten nog het volgende zien: 1. de winst voor Berntrop op de Immerzeel-boeken bedroeg f 55,15 minus f 45,25 is f 9,90. 2. de winst voor de boekhandel, ook wel rabat genoemd, is ca. 20% voor de titels vanaf f 1,00. Ligt de prijs voor de boekhandel (ver) beneden dit bedrag, dan kan het rabat in procenten hoger zijn en zelfs tot 50% oplopen.Ga naar eind15 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.3.2 S. van Benthem te Middelburg.De boekverkoperscommissieboeken van de Middelburgse boekverkoper Salomon van Benthem waarin de handelscontacten met Immerzeel geregistreerd staan, zijn bewaard gebleven voor de hele periode (van 1804 tot en met 1841) waarin Immerzeel werkzaam was in het boekbedrijf. Zij bieden derhalve de mogelijkheid het verloop van de zakelijke contacten tussen beide confraters over een aaneengesloten reeks van jaren te volgen. Hierbij dienen we ons wel te realiseren, dat bij de interpretatie van deze contacten zo- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 109]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wel het zakelijk functioneren van Van Benthem als van Immerzeel gelijkelijk een rol speelt. Voor- en tegenspoed van beide firma's weerspiegelen zich van jaar tot jaar in hun zakelijke relatie. Hoewel we vooral geïnteresseerd zijn in het wel en wee van Immerzeel, is deze boekhandelsadministratie in eerste instantie een bron die bij verdere bestudering inzicht zal kunnen geven in de ontwikkeling van de Middelburgse firma. Immerzeel is in dit licht gezien slechts één van de vele confraters met wie Van Benthem in deze periode zaken heeft gedaan. De contacten van Van Benthem groeiden tussen 1804 en 1840 aanmerkelijk, waarbij de Immerzeel-relatie slechts een constante is geweest. Ook deze boekverkoperscommissieboeken hebben in de regel voor elk handelscontact een dubbel folium. Zo ook voor Immerzeel: een linkerfolium met de debetposten voor Immerzeel en het rechterfolium met zijn creditposten. Hiervan wordt in twee gevallen afgeweken: 1. wanneer de transacties in opeenvolgende jaren gering in aantal zijn; 2. wanneer de creditposten de debetposten in aantal te boven gaan. In het eerste geval loopt de afrekening over opeenvolgende jaren door op één folium; in het tweede geval is er veelal een creditfolium meer. In bijlage 5 wordt een overzicht gegeven van de bruto- en netto-omzet van de handel, gesplitst in enkele vast terugkerende onderdelen. Bij de interpretatie van de gepresenteerde bedragen dienen we een aantal usances binnen de boekhandel en enkele boekhoudkundige zaken voor ogen te houden. De vraag is ook hier telkens: wat representeren de in bijlage 5 opgenomen bedragen precies?
Het totaal van kolom a + b is de bruto-omzet over een gegeven jaar. Het bedrag in kolom a geeft het totaal weer van de door Immerzeel in commissie gezonden werken; bij de bedragen in kolom b gaat het om kosten die Van Benthem anderszins aan Immerzeel verschuldigd was. Dit kunnen porto- of vrachtkosten zijn, maar ze kunnen ook betrekking hebben op de retournering van (een deel van) het commissiegoed, dat Van Benthem eerder aan Immerzeel had gezonden. Het gaat hierbij steeds om geringe bedragen, omdat Van Benthem in vergelijking tot Immerzeel maar een heel klein fonds had, dat hooguit slechts een of enkele titels per jaar omvatte.Ga naar eind16 Bovendien zond Van Benthem ook lang niet ál zijn uitgaven aan Immerzeel in commissie. Wat Immerzeel omzette aan Van Benthem-uitgaven bedroeg meestal dan ook niet veel meer dan enkele guldens per jaar. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 110]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Strikt genomen zouden de betalingen-in-geld van Van Benthem aan Immerzeel (kolom g) dus, met hoogstens enkele guldens verschil, moeten overeenkomen met het totaalbedrag van het door Van Benthem verkochte commissiegoed, onder aftrek van 5% korting over het feitelijk verkochte (dus kolom a minus c minus f). Of het moet zo zijn, dat de tegenprestatie van Van Benthem anderszins (kolom e) een aanzienlijke vermindering van het te betalen bedrag tot gevolg heeft. Als we vanuit deze optiek de jaren langslopen, dan zien we dat voor de jaren 1804, 1806, 1807, 1809, 1813-1817, 1820, 1824, 1827, 1829-1834, 1836-1841 het verschil tussen het in geld te betalen bedrag en het bedrag van de netto-omzet niet groter is dan f 15,00.Ga naar eind17 Het hoogste kortingspercentage bedraagt in de genoemde jaren f 7,50 op een netto-omzet van f 150,40 (zie het jaar 1820). Een aanzienlijke vermindering van het te betalen bedrag in vergelijking met de netto-omzet (f 15,00 en hoger) kunnen we constateren voor de jaren 1805, 1808, 1818, 1819, 1821-1823, 1825, 1826 en 1828. Zoals we in kolom e kunnen zien, verricht Immerzeel in zes van deze tien jaren (nl. 1805, 1818, 1822, 1823, 1825 en 1826) een tegenprestatie die het bedrag van f 15,00 te boven gaat. In 1822 is het saldo van Van Benthem zelfs positief en moet Immerzeel hém in geld bijbetalen.
In 1805 laat Van Benthem door Immerzeel een coupon van f 27,00 incasseren, waarvoor hij hem gelijkelijk debiteert. In 1818 is Immerzeel hem voor gedane veilingaankopen f 8,60 schuldig en een bedrag van f 14,00 ‘Van UEd. bediende Smit voor mij Ontvangen’ (fol. 54v): totaal f 25,70 In 1823 betreft het eveneens een bedrag voor op veiling gekochte boeken (f 4,50), een incassering ad f 4,80 en de verrekening van het positieve saldo van 1822 ad f 14,52.
Als we de jaarrekeningen verder bekijken, dan zien we direct, dat Van Benthem in 1804 geen 5% korting krijgt over het verkochte commissiegoed. Het is het eerste jaar waarin zaken worden gedaan. Hebben nieuwe klanten in het eerste jaar geen recht op korting? Is dit gebruikelijk? Uit de commissieboeken blijkt dat Van Benthem in een aantal jaren ook de betalingen aan Immerzeel verrichtte voor verschillende Middelburgse confraters. Dit maakt een vergelijking mogelijk met de bedragen die Van Benthem aan Immerzeel schuldig was en geeft tegelijkertijd enige indicatie | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 111]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
omtrent de posities die de Middelburgse boekhandelaren ten opzichte van elkaar innamen:
Hoewel in het algemeen de betalingen in geld geen indicatie zijn voor de feitelijke hoogte en grootte van de transacties - wie (even)veel te ruilen heeft, hoeft maar weinig tot niets in klinkende munt bij te betalen - kunnen we uit het bovenstaande overzichtje toch het volgende afleiden: De bedragen die door de Middelburgse boekverkopers aan Immerzeel moesten worden betaald, zullen - gezien de aard van hun bedrijven - vrijwel geheel gebaseerd zijn op in commissie verkochte boeken. Zij konden er, net zo min als Van Benthem, niet of nauwelijks eigen fondsuitgaven tegenover zetten; Van Benthem nam op de Middelburgse boekenmarkt een leidende positie in en blijkt jaar na jaar de grootste afnemer van titels uit Immerzeels fonds te zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.3.3 S. en J. Luchtmans te LeidenIn deel 5/1 van haar beschrijving van De Amsterdamse boekhandel 1680-1725 wijdt I.H. van Eeghen in de vorm van een bijlage een kort overzicht aan het archief van de Leidse boekverkopers Luchtmans:Ga naar eind18 De boekverkopersschuldboeken, die ook wel boekverkopersboeken werden genoemd - niet overal had de familie Luchtmans geld te vorderen - vormen een serie van 32 delen over de jaren 1697-1845 (alleen het eerste deel, dat in 1638 begon, is niet bewaard).Ga naar eind19 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 112]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voor het onderzoek naar Immerzeel beschikken we hiermee, behalve over de administratie van Van Benthem, over een tweede serie boekverkopersboeken, waarin de periode 1804-1841 aaneengesloten is bewaard gebleven. De boekhouding van Luchtmans is op enkele punten anders ingericht dan die van Van Benthem. Daarbij komt dat de firma Luchtmans in hoge mate verschilt van het Van Benthem-bedrijf. Dit laatste is duidelijk in de eerste plaats een boekhandel met een als ‘algemeen’ te karakteriseren titelaanbod, gevestigd in een provinciestad met een vooral plaatselijke en regionale functie. De Luchtmans-firma is in eerste instantie uitgeverij en daarna pas boekhandel, gevestigd in een universiteitsstad met een van oudsher internationale uitstraling. Ze heeft een minder algemeen aanbod en is vooral gespecialiseerd in de klassieken. Wanneer in 1810 en 1811 de Napoleontische enquêtes worden gehouden naar de staat van de boekhandel en de drukkerij, is één van de vragen: Welke is de voornaamste taak van het boekverkopersbedrijf? Het antwoord van Luchtmans luidt: Griekse en Latijnse boeken, weinig moderne; het antwoord van Van Benthem is: oud en nieuw en leesbibliotheek.Ga naar eind20 De in bijlage 6 genoemde bedragen zijn, wat Immerzeel betreft, gebaseerd op actueel fonds. Bij Luchtmans is het een mengeling van oud en nieuw. Hij levert niet alleen uit het lopende fonds, maar ook fondstitels uit vroegere jaren. Op 2 augustus 1808 wordt bijv. een exemplaar van F.J. Voltelen, Diatribe memoriabilium settennis enz. (Leiden: Luchtmans, 1779) geleverd samen met een exemplaar van J.W. te Water, Narratio de rebus academiae Lugduno-Batavae (Leiden: Luchtmans, 1802). Daarnaast fungeert de firma ook als antiquariaat, wanneer op 4 maart 1815 voor f 20,00 een ‘Tacitus Gronovii, 8vo, 1685, 2 voll.’ wordt verkocht. De aard van de wederzijdse leveranties hangt duidelijk samen met de aard van het bedrijf en de clientèle. We zien de voorbeelden van oud fonds en antiquarische titels ook terug in de afrekening over 1819; deze ziet er als volgt uit:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 113]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In deze afrekening komt de post ‘korting’ voor het eerst voor in de boekhouding van Luchtmans/Immerzeel; bij Van Benthem werd de 5%-korting al vanaf 1805 gebruikt. We kunnen ons afvragen of hier enige vorm van willekeur mee is verbonden of dat de zakelijke verhouding Van Benthem <-> Immerzeel een andere was dan Luchtmans <-> Immerzeel. Mogelijk hangt het verschil samen met het al dan niet ongevraagd zenden van boeken in commissie. We kunnen ook constateren dat de 5% korting niet over het totaal geleverde wordt gegeven, maar uitsluitend over eigen fondsartikelen (5% van f 8,10 is afgerond f 0,40). In de meeste gevallen is het wél duidelijk over welk bedrag en welke titels Luchtmans de korting toepast, nl. over de door Immerzeel geleverde actuele fondsuitgaven. Op welke titels nu precies korting aan Immerzeel wordt gegeven is niet altijd na te gaan, aangezien tussen oud en nieuw eigen fonds ook antiquarische titels een factor van betekenis zijn. De laatste vallen in elk geval buiten de korting, maar de scheiding tussen recent en oud fonds is niet altijd even scherp te trekken. In het algemeen wordt alleen over recente fondstitels korting gegeven, maar in het voorbeeld over 1819 dateert het boek van Rau toch al uit 1809. Vanaf 1822 wijzigt zich de boekhouding m.b.t. Immerzeel. Tot nu toe werd er steeds jaarlijks afgerekend. Met ingang van 1822 treedt het verschijnsel op, dat Van Eeghen ook al in de achttiende-eeuwse boekverkopersboeken van Luchtmans signaleerde: Men krijgt de indruk, dat met een gelijkwaardige boekverkoper als tegenpartij de familie Luchtmans zoveel mogelijk trachtte debet- en creditzijde op eenzelfde bedrag te houden. Bij belangrijke relaties werden afrekeningen soms pas na jaren gehouden. Wel vindt men nogal eens tussentijdse optellingen.Ga naar eind21We mogen ons afvragen of Immerzeel inderdaad als gelijkwaardige relatie beschouwd werd, of dat deze wijze van afrekenen is ingegeven door zijn solvabiliteit. In elk geval laat de firma Luchtmans de rekeningen over verschillende jaren heen lopen. Deze doorlopende rekeningen bestrijken de jaren 1822-1826 en 1828-1830, waarbij tussentijds openstaande bedragen worden voldaan. Per geleverde titel wordt zoveel mogelijk het kortingsbedrag tegelijk boekhoudkundig verwerkt en doorberekend in de tussentijdse betalingen. Het levert een boekhouding op, waarbij door deze tussentijdse betalingen de totaalsom van de jaarlijkse omzet niet meer direct is vast te stellen. Ook kortingen worden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet apart vermeld, maar direct verrekend (in het overzicht in bijlage 6 aangegeven met ‘verr.’). Bepalend voor de afsluitende optelling ter liquidatie is het in gebruik nemen van een nieuw boekverkopersboek, omdat het oude vol is; op dat moment worden de definitieve rekening in het lopende boek opgemaakt en afgesloten. Tussentijdse optellingen worden gedicteerd door het einde van een bladzijde, niet omdat er een boekjaar is verstreken. Het slotbedrag van f 121,88 over de jaren 1811-1826 (zie bijlage 6) is gelijk aan het totaalbedrag in het boekverkopersboek: er is in deze jaren inderdaad voor f 121,88 aan Immerzeel geleverd. Als tegenprestatie levert Immerzeel voor f 105,18 aan boeken, waarbij Luchtmans nog voor f 0,35 onverrekende korting kan noteren; blijft voor Immerzeel te betalen f 17,05 (dus: f 105,18 - f 0,35 = f 104,83 + 17,05 = f 121,88).
In de delen 27-30 van de boekverkopersboeken worden alleen de jaren 1828-1830 in combinatie geliquideerd; alle andere jaren worden weer ieder afzonderlijk afgesloten (zie bijlage 6).
In de tabellen behoeven vanaf 1822 geen bedragen voor retourzendingen meer te worden opgenomen, aangezien dit verschijnsel niet meer optreedt. De aard van de relatie is niet meer die van uitgever die automatisch een of enkele exemplaren aan zijn confrater in commissie zendt, maar die van leverancier-op-bestelling. Ook in dit opzicht is er een duidelijk verschil in de relatie Luchtmans <-> Immerzeel en Van Benthem <-> Immerzeel. Dit verschil in relatie is verklaarbaar, als we bedenken dat de cliëntèle van de firma Luchtmans een geheel andere moet zijn geweest dan die van Van Benthem. Het Leidse publiek kocht zijn Immerzeel-uitgaven niet bij Luchtmans, omdat deze firma daarin niet handelde. De uitgaven van Immerzeel betrok men van een van de andere Leidse boekverkopers die - net als Van Benthem - meer in het ‘moderne’ boek was gespecialiseerd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.3.4 J. ten Brink te AmsterdamDe drie bewaard gebleven boekverkopersboeken van Jan ten Brink lopen over de periode 1807-1817. Het eerste boek begint wat Immerzeel betreft met een verwijzing naar ‘Vorig boek fol. 174’.Ga naar eind22 Van het jaar 1806 en 1807 heeft Immerzeel nog f 45,40 resp. f 61,90 te goed. Ten Brink heeft nog een vordering van totaal f 130,43 op Immerzeel. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het jaar 1807 wordt van de kant van Ten Brink afgesloten in maart 1808 met de terugzending van het onverkochte commissiegoed over 1807 en de levering van drie exemplaren van Scheltema's Biografisch woordenboek 2e deel, 1e stuk:Ga naar eind23 totaal f 32,65. Er is niet geliquideerd, maar volgens de genoteerde bedragen zou Immerzeel aan Ten Brink f 55,78 schuldig zijn. De afrekeningen over de jaren 1806/7-1817 met Ten Brink zien er als volgt uit:
De kortingsbedragen geven een vertekend beeld. In deze boekhouding hebben bij leveranties over en weer uiteraard beide boekverkopers recht op de 5% korting over het verkochte commissiegoed. In dit geval worden de beide kortingsbedragen - net als in de Luchtmans-boekhouding - met elkaar verrekend, zodat alleen bij degene die de hoogste korting heeft het (verrekende) bedrag vermeld staat. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.3.5 J. Enschedé en Zoon te HaarlemVan de firma Enschedé te Haarlem zijn verschillende reeksen handelsboeken bewaard gebleven. Het gaat hier ondermeer om rekening-courantboe- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken, orderboeken voor drukwerk, courantboeken met leveranties aan agenten, lettergieterijboeken, registers op de geplaatste advertenties en boekverkopersboeken. Toch zijn de gegevens van een andere aard dan die welke we in de administraties van Luchtmans, Van Benthem en Ten Brink hebben aangetroffen. Het verschil is terug te voeren op het simpele feit, dat de firma Enschedé geen boekverkopersfirma is, maar een drukkerij, lettergieterij en uitgever van o.a. kerkgoed en de Opregte Haarlemsche Courant. Terwijl deze bedrijfsadministratie voor de bestudering van de geschiedenis van een drukkerij-lettergieterij uniek genoemd kan worden, levert zij met betrekking tot een boekverkoper als Immerzeel weinig op. Alleen de registers op de geplaatste advertenties in de Opregte Haarlemsche Courant laten een reeks bedragen zien die iets kan zeggen over omvang en wijze van adverteren door Immerzeel. In de rekening-courantboeken vinden we deze advertentiekosten bij Immerzeel in rekening gebracht. De boekverkopersboeken vermelden slechts twee bestellingen van de kant van Immerzeel: op 10 juli 1820 bestelt hij ‘36 boek grote romeinsche Letters f 14,40’ en op 6 januari bestelt hij een psalmen- en gezangenboek van f 2,50. Het lettergieterij-boek uit 1821 noteert op 13 augustus nog ‘21 n[ederlandsche] p[onden] 65 1 Binders Letters a f 2, totaal f 43,30. Het zijn naast de annonces in de krant de enige transacties die Immerzeel met de firma Enschedé verricht. De bestelling van letters wijst er overigens wél op, dat Immerzeel in Rotterdam rond 1820 een drukpers heeft gehad; ongetwijfeld niet om zelf fondstitels te drukken, maar vooral bedoeld om in voorkomende gevallen zelf het benodigde smoutwerk te kunnen vervaardigen, al besteedde hij dat zeker ook aan anderen uit.Ga naar eind24 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.3.6 M. en H. Tijl te Zwolle.Van de in 1768 door Martinus Tijl (1738-1825) gestichte boekhandel, waaraan in 1777 een drukkerij werd toegevoegd,Ga naar eind25 zijn grootboeken bewaard gebleven, die de periode 1792-1826 bestrijken. Ze lopen van 1792-1804, 1805-1815, 1815-1821, 1822-1825 en 1826. Op grond van de hierboven besproken confraterboeken van Van Benthem, Ten Brink en Luchtmans zouden we verwachten, dat ook in de confraterboeken van Tijl en zijn zoon Hendrikus (1768-1820) een min of meer vergelijkbare ononderbroken reeks van jaarlijks terugkerende afrekeningen met Immerzeel te vinden is. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
We moeten evenwel vaststellen, dat er nauwelijks sprake is van contacten tussen Tijl en Zoon en Immerzeel, laat staan contacten die vergelijkbaar zijn met die met Van Benthem. In de jaren 1804-1820 komt er geen rekeningcourant op naam van Immerzeel voor in de grootboeken, waaruit directe leveranties of in commissie zending blijkt. Pas op 1 december 1821 wordt Immerzeel voor een luttele f 4,00 gecrediteerd voor levering van de twee deeltjes Merkwaardige lotgevallen (211019a en 211019b).Ga naar eind26 Dit bedrag wordt overgeboekt naar 1822, waarna in het Grootboek 1822-1825, fol. 14 over 1822 en 1823 een totaalbedrag van f 24,40 genoteerd staat, waarvan, net als bij Luchtmans, een deel tussentijds betaald wordt:
In de jaren 1824 en 1825 is Immerzeel goed voor de levering van twee exemplaren van Feiths Dicht- en prozaïsche werken, driemaal de twee supplementdeeltjes Bydragen en jaarlijks twee almanakken voor 1825 resp. 1826. Dit resulteert voor 1824 resp. 1825 in een totaalbedrag van f 20,90 resp. f 17,10. Het Grootboek over 1826 vermeldt een bedrag van f 9,50: 2 deeltjes van Fokke's Boertige reis door Europa en 2 almanakken. Het geringe contact tussen de firma Tijl en Immerzeel enerzijds en de minimale leveringen anderzijds zouden erop kunnen wijzen, dat de boekhandel Tijl binnen het bedrijf ondergeschikt was aan de drukkerij. Tijl was sedert 1790 vooral bekend als drukker en ‘courantier’ van de Zwolsche Courant en niet zozeer als boekverkoper. En zo zal het gros van het boekenkopend publiek in Zwolle hem dan ook hebben gezien. Want het is duidelijk, dat de Zwollenaren de uitgaven van Immerzeel via andere kanalen dan de winkel van Tijl in handen hebben gekregen. Of het via zijn Zwolse confrater Joh. de Vri of Dirk van Stégeren of Joh. Louis Zeehuizen is geweest, is bij het ontbreken van hún administraties niet meer precies na te gaan. Maar verhelderend in dit verband zijn wel de bewaardgebleven ‘Naamlijst van de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
inteekenaren’ op de Dicht- en prozaïsche werken van FeithGa naar eind27 en die op de Poëzy en Mengelpoëzy van Bilderdijk.Ga naar eind28 De Zwolse koek is anno 1823-1824 bij deze twee Immerzeel-uitgaven als volgt verdeeld:
Tijl bestrijkt in beide gevallen slechts een klein, wellicht als marginaal aan te duiden segment van de Zwolse boekenmarkt. De vraag of dit marktaandeel over de hele periode zo klein is geweest, laat zich moeilijk beantwoorden.Ga naar eind30 Chroniqueur Alma schreef in 1952: Dank zij deze winkel kreeg Martinus een goede naam in Zwolle en zo durfde hij in de zeventiger jaren de grote stap te wagen. [nl. de aankoop van de drukkerij in 1777, BPMD] De winkel bleef nog lang bestaan, maar deze lag later zo zeer in de slagschaduw van wat er om heen gebeurde, dat zijn leven een halve eeuw geleden vrijwel ongemerkt eindigde.Ga naar eind31Voor Immerzeel was de firma in ieder geval in de periode 1804-1826 niet interessant genoeg om er ongevraagd boeken in commissie te geven. Alles wat Tijl van hem betrok, betrof uitsluitend werk bij intekening. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.4 Slotopmerkingen.De inventarisatie van de hierboven besproken boekverkopersboeken heeft een grote hoeveelheid gegevens opgeleverd met betrekking tot handelsrelaties van Immerzeel, in het bijzonder anno 1806. De vraag of en in hoeverre deze gegevens exemplarisch zijn voor het zakelijk reilen en zeilen van de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
firma Immerzeel in latere jaren laat zich bij gebrek aan bronnen niet exact beantwoorden. Toch geven de bewaard gebleven administraties aan, dat de verloren gegane boekhouding van Immerzeel in essentie weinig verschild moet hebben van andere contemporaine boekhandels-administraties. Duidelijk is ook geworden, dat de aard van de verschillende administraties en de interpretatie van de cijfers, bedragen en transacties in hoge mate samenhangen met de aard van het bedrijf. Bij elk onderdeel uit de administratie is het in feite noodzakelijk vast te stellen wat er precies wordt geadministreerd. Er is een wezenlijk verschil tussen het boekverkoperscommissieboek uit 1806 van de boekverkoper Van Benthem en dat van de uitgever Immerzeel uit hetzelfde jaar.
Voordat we nader op een aantal transacties ingaan, dienen we ons ook het volgende te realiseren: van 1804 tot het begin van 1807 is Immerzeel nog steeds werkzaam op het ministerie van Binnenlandse Zaken; vooralsnog combineert hij zijn werk aldaar met zijn uitgeverij-boekwinkel, hetgeen in die tijd een niet ongebruikelijke situatie was.Ga naar eind32 Pas in de loop van 1807 kiest Immerzeel voor een loopbaan als uitgeverboekverkoper zonder meer. Het bewaard gebleven boekverkopersboek dateert derhalve uit een periode waarin zijn aandacht verdeeld was tussen uitgeverij en boekhandel enerzijds en zijn ambtelijke functie anderzijds. Niettemin hebben we kunnen constateren, dat m.b.t. de handelscontacten Immerzeel niet verschilt van vergelijkbare boekverkopers als Van Benthem; in dat opzicht opereert hij op een even professionele manier. Als uitgever heeft hij in 1806, behalve met enkele papierverkopers, contact met 218 confraters. In Van Benthems boekverkopersboek staan rekeningen met 111 confraters genoteerd.
Wanneer we ertoe overgaan enige conclusies te verbinden aan de cijfers die in de bijlagen 3 t/m 6 zijn opgenomen, moet de eerste zijn, dat de bedragen in de verschillende kolommen op zichzelf weinig zeggen. Als we louter en alleen afgaan op de bedragen die feitelijk betaald worden (veelal in de vorm van assignaties) krijgen we een vertekend beeld. Noch aan de bedragen in geld, noch aan de bedragen terzake leveranties kan enigerlei uitspraak omtrent grootte en omvang van de transacties worden ontleend.Ga naar eind33 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pas in combinatie met elkaar vormen de bedragen een werkbaar kader, waarin evenwel steeds per confrater moet worden bekeken welke zakelijke relatie er precies met Immerzeel bestaat. M.a.w.: wat voor soort bedrijf, firma of winkel gaat er schuil achter de naam van de zakenrelatie. Relateren we de verschillende boekhoudingen die over een reeks van jaren lopen aan de al bekende feiten omtrent het functioneren van Immerzeel als boekverkoper-uitgever, dan zien we een bevestiging c.q. ondersteuning van eerdere observaties. In de cijfers van de Van Benthem-boekhouding (kolommen g en h van bijlage 4) kunnen we de op- en ondergang, de vette en magere jaren en de geleidelijke opheffing aflezen. De opgang in 1804 en de jaren van 1813-1816 vertonen lagere bedragen dan de latere jaren 1807-1808 en 1818-1835 met topjaren als 1819 en 1820-1824. Vooral de verkoop bij intekening heeft Immerzeel beslist geen windeieren gelegd. Ook in de cijfers uit de Luchtmans-boekhouding is de geleidelijke liquidatie van de firma Immerzeel na 1836 terug te vinden. De bedragen representeren echter een geheel andere relatie dan die bij Van Benthem. Ze zijn dan ook niet met de Van Benthem-bedragen te vergelijken. Een uitschieter als 1832 met een schuld aan Immerzeel van f 587,77 heeft niets te maken met geleverde commissiegoederen, maar alles met grote aankopen van Luchtmans op de veiling van Bilderdijks bibliotheek. Van weer geheel andere aard zijn de bedragen die bij Enschedé in de boekhouding zijn te vinden. Het betreft hier vrijwel uitsluitend advertentiekosten. Ook al bestaat er tussen deze bedragen en de voor- en tegenspoed van de firma wel enig verband, toch zijn ze evenmin zonder meer als betrouwbare graadmeter te gebruiken voor het functioneren van bijv. de omzet van de firma. Betalingen voor ontvangen commissiegoederen hebben een andere waarde dan die voor geplaatste advertenties. Wel vergelijkbaar zijn de resultaten uit de jaren 1806-1817 van Van Benthem met die van Ten Brink, al is duidelijk dat de laatste veel meer uitgever is dan Van Benthem. De bedragen die Ten Brink aan Immerzeel in geld moet betalen, zijn derhalve aanzienlijk lager dan die welke Van Benthem aan Immerzeel schuldig is. De Middelburger had immers nauwelijks iets te ruilen in de vorm van eigen uitgaven.
Ten aanzien van handelsgebruiken tussen confraters tasten we op een aantal punten nog in het duister. Vooral het toepassen van bijv. de 5% korting op geleverde boeken roept vragen op. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Met betrekking tot de afrekeningen met Van Benthem kan de vraag gesteld worden in hoeverre hij als vertegenwoordiger optrad voor zijn lokale confraters. Het feit dat in een aantal jaren de betalingen van zijn confraters via Van Benthem worden geregeld, wijst in de richting van een rol als intermediair. Anders gesteld: heeft Immerzeel in Middelburg één correspondent, die op lokaal niveau zorgdraagt voor doorzending en afrekening van commissiegoed? Bestudering van de leveranties die Van Benthem aan de plaatselijke confraters doet wijst erop, dat deze vraag negatief beantwoord moet worden. Van Benthem levert niet structureel titels uit het fonds van Immerzeel aan de lokale boekverkopers. Hij zou daardoor niet enkel zijn eigen afzet van (in dit geval) Immerzeel-titels in negatieve zin bevorderen, maar bovendien vrijwel kosteloos een geregelde administratie ten behoeve van Immerzeel moeten voeren. De enkele keren dat hij Immerzeel-titels aan een van zijn confraters levert, doet hij dat tegen de helft van de normale winst.Ga naar eind34 Zo levert Van Benthem bijv. op 10 augustus resp. 6 oktober 1808 een Ibn Doreid resp. Odilde van Bilderdijk, elk voor f 1,65 aan zijn Middelburgse confrater J.C. Altorffer. Voor een exemplaar van de Ibn Doreid moest hij zelf f 1,50 betalen. De enige extra winst die hij daarmee behaalde was de 5% over het verkochte commissiegoed. Dergelijke leveringen moeten we vermoedelijk dan ook eerder zien als een daad van collegiale hulp dan als een structureel verschijnsel. We vinden steun voor deze opvatting in het ontbreken van contacten tussen de Zwolse firma Tijl en Immerzeel in de periode 1804-1820 en in de weinige transacties in de periode 1821-1826. Het lijkt een voor de hand liggende conclusie, dat Tijl in Zwolle en omgeving, als hij al een groot marktaandeel had, in elk geval niet het segment Immerzeel-uitgaven bestreek. Dat liet hij over aan een (of meer) van zijn lokale confraters. Tenslotte moet hier ook de vraag worden gesteld welke plaats Immerzeel innam temidden van zijn confraters. We beschikken voor deze periode op het terrein van uitgeverijen of boekhandels (nog) niet over gegevens inzake omzet, winst en verlies, loonkosten of patentbelasting over een langere reeks van jaren. De positie die Immerzeel met zijn omzet inneemt tussen de andere 110 handelscontacten van Van Benthem anno 1806 zou door de bewerking van het betreffende boekverkopersboek tot op twee cijfers achter de komma nauwkeurig kunnen worden bepaald. Maar ook daarmee zouden we slechts een deel van de waarheid achterhalen. De verkoop aan particulieren blijft geheel onzichtbaar. Het feit alleen al dat Immerzeel in 1806 als uitgever een geschatte bruto-omzet heeft tussen f 2.000,00 en f 2.667,60 en Van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Benthem voornamelijk als boekverkoper boeken afneemt met een inkoopwaarde van f 7.026,31 geeft nog eens het verschil tussen beide uitgangsposities aan. Met een winstpercentage dat schommelt tussen de 20 en 30% (bij sommige boeken zelfs hoger) behaalde Van Benthem een bruto-winst tussen f 1.405,00 en f 2.107,00. Daarbij leveren zijn lokale en regionale contacten hem bruto nog een f 1.988,02 op. Aan deze bruto-winst die Van Benthem in 1806 aan zijn ‘nationale’ contacten overhield, droeg Immerzeel met een bedrag van f 48,43 slechts voor 0,7% bij. Niettemin leveren slechts 36 van de 92 ‘nationale’ uitgevers meer dan de f 48,43 van Immerzeel, waarvan maar 15 boven de f 100,00 uitkomen. Al deze constateringen leiden onvermijdelijk naar de vraag, of we de firma van Immerzeel in vergelijking met andere contemporaine uitgeversboekverkopers klein, middelgroot of groot moeten noemen. Zoals we eerder duidelijk hebben gemaakt zijn geldbedragen uit de onderzochte boekverkopersadministraties alleen nauwelijks een deugdelijk criterium. Bij de bepaling van de plaats die een uitgever-boekverkoper inneemt ten opzichte van andere confraters, spelen ook andere factoren een rol:
Zo groot als Johannes Allart was Immerzeel beslist niet, maar Allart is vermoedelijk eerder de uitzondering die de regel bevestigt dan een ijkpunt. Als we kijken naar de ontwikkeling van de omzet in bijlage 5 en de bedragen van bijlage 4 juist taxeren, dan kunnen we Immerzeel voorlopig plaatsen op een van de treden in het midden van de uitgeversladder. |
|