Ze maken uitjes schoon
Elke kans om een paar stuiver te verdienen, grepen wij met graagte aan.
Een oude dame, die een inleggerijtje had, stelde moeder voor dat zij aan Naatje van twaalf en Kees van acht werk zou geven; ze moesten de hele dag zilveruitjes pellen en schoonmaken.
De eerste avond dat zij van hun werk thuiskwamen, schrokken wij van hen: hun gezichtjes waren helemaal opgezet en smerig, doordat zij er met hun vieze handjes over gewreven hadden, en hun ogen waren gezwollen alsof zij een pak rammel hadden gekregen en urenlang hadden gehuild. Wij vroegen hoe dat was gekomen en zij vertelden wat er die dag was gebeurd.
Toen zij 's morgens om zeven uur waren gekomen, had de oude dame hen op twee krukjes voor een grote mand met uitjes geplaatst, en voorgedaan hoe zij voorzichtig de schilletjes moesten verwijderen zonder in de uitjes te snijden, want elk sneetje werd blauw in de azijn, en blauwe uitjes konden niet meer voor eerste keus worden verkocht.
Zij waren druk aan de slag gegaan, terwijl de dame die bij hen zat, augurken schoonmaakte. Na een ogenblik begonnen hun ogen te tranen en zij hadden ze afgeveegd met hun handen, die nat waren van uienvocht. Toen was Naatje, die het niet meer uit kon houden, op haar krukje heen en weer gaan schuiven, en had de oude dame gezegd:
‘Nateke, om godswil hou oe voeten stil.’
Daarna was nog een jongeman binnengekomen die ze eerst voor haar zoon hadden aangezien, maar toen ze