Refreinenbundel
(1940)–Jan van Doesborch– Auteursrecht onbekend[CXLV]Die woorden die en gaen int lijf nietRefreyn
EEn ruyter ghemoete onlancx leden
Een gay, ient, lustich, vrolic dier.
Hi seyde: lief waerdi met mi te vreden,
Ick heb een cruytken vol sueticheden
5[regelnummer]
Dat plantick gheerne in uwen rosier.
Tvrouken antwoorde: vrient mijn vergier
Ga naar margenoot+ Is ongeoefent, dlant leet nv brake. Ga naar eindvs. 7
Die ruyter sprack: mijnen eglentier
Sal ick int aertrijc wel bringen schier,
10[regelnummer]
Den steel is stijf ghelijc den stake;
Dus bid ick v, lief, doet op v vlake Ga naar eindvs. 11
En weygert mi heden dit bedrijf niet.
Tvrouken verstont haer wel op die sake
En sprac: non fortse van sulcker sprake,
15[regelnummer]
Die woorden die en gaen int lijf niet.
Die ruyter sprack: lief laet mi beleuen
Want vrientlijcke woorden in haer gelaet
Hebben menich rosier op ghedreuen
Daer rosen in waren gheplant, becleuen.
20[regelnummer]
Dus woorden gheuen subtilen raet,
Met woorden comtmen wel ter daet,
Sijt mijnen woorden nv niet rebel.
Louen en bieden is coopmans staet,
Ghenueget v dat ghijt ouerslaet Ga naar eindvs. 24
25[regelnummer]
Ick heb een lustich werck int vel,
Dus lief en laet mi niet int ghequel;
En dade den lust ick en seyts so stijf niet.
| |
[pagina 258]
| |
Si sloech sijn woorden altijt voor spel
Ga naar margenoot+ En sey: vrient, waen, ick hore u wel,
30[regelnummer]
Die woorden die en gaen int lijf niet.
Woorden en wercken sijn van geschille;
Na tijt en stonde doet v besoeck.
Siedi een wellustige dille
In vrijen plecke, gay en belle,
35[regelnummer]
Stommeltse rasschelic in eenen hoeck; Ga naar eindvs. 35
Breect haer ghelinct, sijt stout en cloeck, Ga naar eindvs. 36
In haer vergier sprinct int beghinne
En vreest crabbelen, gheschil noch vloeck,
Grabbelt na die vore, segt mi en roeck Ga naar eindvs. 39
40[regelnummer]
En planter uwen roosboom inne.
. . . . . . . . . . . . . . . .
Wiltse vechten, spaert uwen knijf niet,
Swijcht, steect en stommelt met uwer pinnen,
Veel woorden sijnder cranck van ghewinne
45[regelnummer]
Want die woorden die en gaen int lijf niet
Prince
Prince, ghecrijchdi dach en velt, Ga naar eindvs. 46
Recht uwen standaert, vreest voor tgekijf niet,
Want dat ghise lange met woorden quelt
So eest: die woorden en gaen int lijf niet.
Ga naar margenoot+ [twee houtsneden naast elkaar] |
|