Refreinenbundel
(1940)–Jan van Doesborch– Auteursrecht onbekend[CXLIV]Hebdi ghedaen nv, mi lust eerst spelensRefreyn
VEel goet geselscaps vant ic versaemt
Met vruechden spelende op een ijseken,
Mannen en vrouwen diuersch genaemt
Ga naar margenoot+ Die onderlinge staken om een prijseken
5[regelnummer]
Voet tegen voet, twas goet auijseken.
Comt mi doch bi, sprac een die fray was,
Ick voere v netter dan een chijseken. Ga naar eindvs. 7
Mi docht aen tghiseken, dat van duway was; Ga naar eindvs. 8
. . . . . . . . . . . . . . . .
10[regelnummer]
Tgenoechde mi, hair oochskens stonden stelens. Ga naar eindvs. 10
Si voerde mi dat ick plats inden dray was, Ga naar eindvs. 11
Ic wilde mi rusten, tvel sprac dat tay was:
Hebdi gedaen nv, mi lust eerst spelens.
| |
[pagina 256]
| |
Als ick daer hadde gespeelt een poseken,
15[regelnummer]
Moe sijnde ic waende wel rumen de plaetse.
Doen stontse en bloosden als een roseken,
Seer dompende verwermt haer coraetse. Ga naar eindvs. 17
. . . . . . . . . . . . . . .
Ic sprac: waer bi; dat vincse staphans, Ga naar eindvs. 19
20[regelnummer]
Si seyde: al sweetic, vreest niet een schaetse,
Al moets ghenoech, al werdi derde mans, Ga naar eindvs. 21
Ick had wel willen doen staen sint Ians Ga naar eindvs. 22
Van schaemten geseyt, ten baet geen heelens.
Si track mi fortselic op haer bicans
25[regelnummer]
En seyde: wel aen wel lieuer hans,
Hebdi gedaen nv, mi lust eerst spelens.
Lange spelen preesse, verstaet de saken,
Ga naar margenoot+ En tverdroot mi, so dat ic na ruste spuerde.
Hoet was si stelde mi op twee kaken
30[regelnummer]
En stierde mi soot haer lust becuerde,
Opwart en nederwart, so dat ijs scuerde
Van rutsene, en segs in gheenen roeme.
Recht als een visscher lach ick en puerde
Met haer totten nauel in die loeme. Ga naar eindvs. 34
35[regelnummer]
Ist nv wel ghereden, sprac ic, schoon blome.
Seer cloec, sprac si, ic en geuoele geen quelens.
Ic liet, tgewaet lach nat ronts omme;
Doen seyse: versaecht puyt ic v nomme,
Hebdi gedaen nv, mi lust eerst spelens.
Prince
40[regelnummer]
Tspel gheuiel tusschen der vesten
Int diepe, dus cregic te meer veruelens
Mits glatheyt mi den voet dick meste.
Ick schiet al sijpende, si riep int leste: Ga naar eindvs. 43
Hebdi gedaen, mi lust eerst spelens.
[sluitstuk] | |
[pagina 257]
| |
Ga naar margenoot+ [twee houtsneden naast elkaar] |
|