Refreinenbundel
(1940)–Jan van Doesborch– Auteursrecht onbekend
[pagina 248]
| |
Refreyn
EEn vrolic bagijnken fray in palisten Ga naar eindvs. 1
Ga naar margenoot+ Hinc eens drie pepercoecken op wt minnen,
So wie den stercsten veest conde vijsten
Die souwer den hoochsten prijs mede winnen;
5[regelnummer]
Dair wasser een groot deel verstaet om spinnen.
Doen sprac daer een baghine: ic sal gaen hucken, Ga naar eindvs. 6
Elck sie wel toe, ick gae beghinnen,
En si veest den glasen venstren in stucken.
Doe ghincker een ander haer slippen op rucken
10[regelnummer]
En blies tegen stroom tot balen een schuyte. Ga naar eindvs. 10
Tis haest ghecomen alst wil ghelucken,
Sprack doe die derde ende heet luyte,
En veest al die spinrocken ten roockgat wte
So dat si vander nacht niet meer en sponnen.
15[regelnummer]
Nv segt mi wie heeft den prijs ghewonnen.
Hen hen, sprack doen ioncfrou calle,
Ic sal ooc na den prijs gaen sloeyen een reste, Ga naar eindvs. 17
En veest met dien een koe wten stalle
Tot ouer cakenburch in die veste. Ga naar eindvs. 19
20[regelnummer]
Tis tijt dat ick doe mijn beste
Sprac suster Losschaerts ende was wt suyen, Ga naar eindvs. 21
En hief haer been op ende veest in t weste
Eenen walvisch van Antwerpen tot Armuyen.
Ga naar margenoot+ Beyt wat sal werden sprac ionffrou truyen,
25[regelnummer]
En liet een veestken gaen door een herre
Dat alle die clocken storm ghingen luyen
Die op seuen milen hingen bi en verre
So dat in die dorpen liepen elck coster erre
Niet wetende wat daer was begonnen.
30[regelnummer]
Nv segt wie heeft den prijs gewonnen.
Hoirs del voye, hoirs dela voye varlet et paige, Ga naar eindvs. 31
Sprac dair een walinne en liet gaen strijcken;
Die maecte int vijsten die meeste raige
| |
[pagina 249]
| |
Want si veest ontstucken wel tseuentich dijcken.
35[regelnummer]
Dies moeti ramp hebben sprac suster ijken
En veest die walinne recht door een ploye
Van daer tot sint Iacobs toe sonder prijke Ga naar eindvs. 37
Om dat si tlant bracht in sulcken noye.
Doe ginc suster alijt ooc ontdecken haer koye
40[regelnummer]
Ende woude ooc mede int hoopken huylen
En veest wel stijf met een sloye Ga naar eindvs. 41
Dat daer af een muelener met sijnder muelen
Seuen hondert mijlen vlooch bouen tuylen
Tot inden opganc toe vander sonnen. Ga naar eindvs. 44
45[regelnummer]
Nv segt mi wie heeft den prijs gewonnen.
Prince
Ga naar margenoot+ Ionffrou Neese ghinc doen al vercuysschen; Ga naar eindvs. 46
Ic spele hier ooc, sprac si, wiet vraechde,
En liet sulcken wint van achter wt ruysschen
Die daertrijc van hier tot Ierusalem vaechde.
50[regelnummer]
Ic sal pepercoeck eeten wient oyt mishaechde,
Sprac douste bimoeder en ginc haer rasschen, Ga naar eindvs. 51
Want si sulcken veest ter poorten wt iaechde
Dat heel Egipten most vallen in dasschen
So dat si hem alle weder mosten wasschen
55[regelnummer]
Die daer ontrent hair quamen geronnen.
Nv segt mi wie heeft den prijs gewonnen.
[houtsnede] |
|