Refreinenbundel
(1940)–Jan van Doesborch– Auteursrecht onbekend[CXXIII]Watmen doet duer den onbekendeRefreyn
ALst al gheseyt ende gheswegen is,
Alst al gheclapt ende vertogen is,
Alst al ghesongen ende ontslegen is, Ga naar eindvs. 3
Alst al gheborcht en al bedrogen is,
5[regelnummer]
Alst al ontmeten en ghelogen is,
Alst al ghemerct is, dbeginne en dende
So ist verloren die daer tegen is
Watmen doet duer den onbekende. Ga naar eindvs. 8
Donbekende dats die onwetende is,
10[regelnummer]
Dinckende dat hi alle dinck waert is,
Ga naar margenoot+ Voorleden duecht hi al verghetende is,
Metten ongheraecten dat hi ghepaert is, Ga naar eindvs. 12
Vol achterclaps als sijnen aert is
Niet ouerpeysende hoet mach wenden, Ga naar eindvs. 14
15[regelnummer]
Tis al verloren hoet verclaert is
Watmen doet duer den onbekende.
Donbekende, diet wel merckende is,
Is sot, siet wat sijn leuen is,
Want wie dat sijn vrienden verwerckende is Ga naar eindvs. 19
20[regelnummer]
En is niet vroet, alsoot beseuen is,
| |
[pagina 223]
| |
En die biden onbekenden bleuen is
Geen wijsheyt en machmen aen hem vinden,
Tis al verloren soot voorscreuen is
Watmen doet duer den onbekinden.
Prince
25[regelnummer]
Prince, ghelijc verloren ghesayt is
Roosen voor die suegen want sise schenden,
So ist verloren wie dat mispayt is Ga naar eindvs. 27
Watmen doet duer den onbekenden.
[sluitstuk] Ga naar margenoot+ [houtsnede] |
|