Refreinenbundel
(1940)–Jan van Doesborch– Auteursrecht onbekend
[pagina 209]
| |
Refreyn
DEn drincpot is here van bijsteruelt,
Den drincpot is viant tegen tgelt,
Den drincpot maect menigen slimmen ganck,
Den drincpot memorie seer quelt,
5[regelnummer]
Den drincpot doet dat den buyck seere swelt,
Ga naar margenoot+ Den drincpot werpter menich vander banck,
Dan vechten wi vrolic, dat doet den dranck,
Dan leytmen ons int casement seer boos, Ga naar eindvs. 8
Dan verliesen wi ons gelt tegen onsen danck,
10[regelnummer]
Den drincpot maect menigen geldeloos.
Als wi gedroncken hebben wijn oft bierken,
Vinden wi dan vrou Venus camerierken,
Dan eest wi moeten gaen drincken een potken
Int soete, seyt dan dat liefste dierken,
15[regelnummer]
Dat dincke mi sijn dat beste bestierken,
Ghi weet wel ick bin v liefste motken. Ga naar eindvs. 16
Seyt hi sottinneken, so seyt si sotken,
Mer haer hant is in sijn burse altoos,
Hi en vinter smorgens niet in een plotken; Ga naar eindvs. 19
20[regelnummer]
Den drincpot maect menigen gheldeloos.
Heeft hi dan een loos weerdinneken
Die clooct hem minlic onder sijn kinneken, Ga naar eindvs. 22
Mer vier voor twee scrijft si eenpaer.
| |
[pagina 210]
| |
Dan ontknoopt si sijn borst dat soete minneken,
25[regelnummer]
Daer ontscaect si wt tbeste vinneken, Ga naar eindvs. 25
Dan seytse: betaelt v ghelach, twort swaer.
Beclaecht hi sijn gelt so roeptmen daer
Ga naar margenoot+ Dronckaert, boeue, ramp heb v croos,
Vertrect van hier, dus seg ic voorwair: Ga naar eindvs. 29
30[regelnummer]
Den drincpot maect menigen gheldeloos.
Prince, wilt doch met maten drincken Ga naar eindvs. 31
Want ic onmatelic den drincpot vercoos,
Ende alle goe ruters wilt hier op dincken:
Den drincpot maect menigen gheldeloos.
[houtsnede] |
|