| |
| |
[pagina LXXXII]
[p. LXXXII] | |
| |
III. Verantwoording van den tekst
De tekst berust op dien van het eenige bekende exemplaar der oorspronkelijke uitgave dat de Gentsche Universiteitsbibliotheek bezit. Daar het echter de bedoeling van deze nieuwe uitgave is, de refreinen zoo goed mogelijk als literair kunstwerk tot hun recht te doen komen, kon de tekst van v. Doesborch, die niet alleen op vele plaatsen corrupt, maar ook door de primitieve typographie vaak verminkt was, niet geheel ongewijzigd worden weergegeven. De volgende regels zijn dus in acht genomen:
1. De spelling is integraal gehandhaafd, behalve in het gebruik der hoofdletters. Tot en met nr. LXXVI gebruikte v. D. aan het begin der verzen voornamelijk kleine letters, met nu en dan hoofdletters volkomen onsystematisch daartusschen gestrooid; vanaf LXXVII worden hoofdletters aan het begin regel, met nu en dan kleine letters daartusschen. Deze beide systemen zijn in mijn uitgave genormaliseerd, dus: overal kleine beginletters (behalve bij eigennamen) tot en met nr. LXXVI, en vanaf LXXVII overal kapitale beginletters. Ook het gebruik van initialen aan het begin der refreinen is genormaliseerd: v. D. bezigt gewoonlijk een groote beginletter, soms een echte geörnamenteerde initiaal, soms ook een gewone kapitaal of zelfs een kleine letter; in mijn uitgave is steeds een groote beginletter gebezigd.
2. De afkortingen zijn opgelost en daar zij zeer eenvoudig zijn (ē voor en, ' voor er, en derg.) is dit over het algemeen zonder verdere aanduiding geschied; in enkele gevallen is de oplossing achterin verantwoord.
3. Van de stokregels drukte v. D. vaak alleen het eerste woord of het eerste gedeelte; deze stokregels zijn aangevuld, de oorspronkelijke lezing vindt men achterin. Achter elkaar gedrukte verzen zijn onder elkaar geplaatst en de strophen zooveel mogelijk in hun oorspronkelijken vorm hersteld.
4. De interpunctie van v. D. is zeer slordig, dikwijls zelf zinstorend; zij is zooveel mogelijk gehandhaafd, maar waar zij beslist onjuist was gewijzigd, en zoo noodig aangevuld. De rijmstreepjes zijn weggelaten.
5. Evidente drukfouten als ‘mijen’ voor ‘mijnen’ (VII, 50) zijn stilzwijgend verbeterd. Klaarblijkelijk corrupte lezingen zijn verbeterd in die gevallen waarin de juiste lezing door een kleine wijziging of aanvulling te verkrijgen of door de varianten gegeven was; in het laatste geval is de oorspr. lezing aan den voet der blz. bij de varianten vermeld, in het eerste in een lijst achterin.
Voor de varianten zijn de volgende afkortingen gebezigd:
ABN.: | Anna Bijns, Nieuwe Refereinen, uitgeg. door W. J. A. Jonckbloet en W. L. van Helten, Gent 1886. |
| |
[pagina LXXXIII]
[p. LXXXIII] | |
BR.: | J. Broeckaert, Rederijkersgedichten uit de XVIe eeuw, Gent 1893. |
CM.: | Die Conste der Minnen, Doesburg 1564 (vert. van v. Ghistele). |
HA.: | de herdruk door Hendrick Aertssens, Antw. 1640. |
R.: | De Roovere, Rhetoricale Wercken, Antw. 1562. |
RR.: | Ruelens, Refereinen (enz.) verzameld ... door Jan de Bruyne, Antw. 1879-1881. |
S.: | Jan van Stijevoorts Refereinenbundel, uitgeg. door Dr. F. Lyna en Dr. W. van Eeghem, Antw. 1929-'30. |
TE.: | Vanden x. Esels, Antw. 1580. |
Uit den herdruk van 1640 zijn alleen die afwijkingen opgenomen die tot verheldering van onzen tekst konden bijdragen of geheel nieuwe lezingen gaven; de meeste afwijkingen waren echter slechts nieuwe fouten en die heb ik natuurlijk niet vermeld. Spellingsvarianten zijn in den regel niet vermeld. De varianten uit den druk van 1548 vindt men, voor zoover ze voorkomen in het door Dr. Kossmann in Het Boek, jrg. XXV, blz. 267 vg. beschreven fragment Ga naar voetnoot1), in de Aanteekeningen.
De op blz. LXXXII in punt 5 genoemde lijst van in den tekst aangebrachte wijzigingen volgt hierna Ga naar voetnoot2). Daarbij zijn ook de stokregels opgenomen die bij v. D. onvolledig waren; ‘II, 32 v. D.: wien dat’, beteekent dus dat van dezen stokregel bij v. D. alleen de eerste twee woorden gedrukt staan.
I, | B, 20 verweruen, v. D.: verweru |
II, | 31 droefheyts, v. D.: droefh' - 32 v. D.: wien dat - 46 v. D.: (wien |
V, | 5 in tusschen vondic en medecijnen geschrapt - 45 v. D.: Een |
VI, | 5 cause, v. D.: caufe - 13 v. D.: lieuer |
VII, | 45 v. D.: (gheen |
VIII, | 13 sijn, v. D.: si - 25 gerichte, v. D.: gewichte - 43 endic, v. D.: en dic - 57 v. D.: want als ic haer omtrent |
IX, | 5 en, v. D.: een - 39 v. D.: en wilt mi mijn lijden |
X, | 1 ist, v. D.: is - 25 vereeninghe, v. D.: vereenighe |
XI, | 46 v. D.: (maer - 69 v. D.: mer noyt so lief - 91 v. D.: mer noyt so lief |
| |
[pagina LXXXIV]
[p. LXXXIV] | |
XII, | 23 ontslutende, v. D.: ontsluten - 46 v. D.: om datter mer een - 47 oordeel ingevoegd - 62 v. D.: Om dat |
XIII, | 3 v. D.: mijn troost verkeert, mijns hertsen brekinge |
XIV, | 45 v. D.: gheen pine. etc. |
XVI, | 4 mi, v. D.: mijns - 26 v. D.: liefs ogen |
XVII, | 19 v. D.: Noyt lieflic lief en ha - 36 v. D.: Noyt lieflic lief en ha lief - 65 gheprent, v. D.: gheproeft |
XVIII, | 31 met ingevoegd - 59 leene ontbreekt bij v. D. |
XIX, | 34 haer en mi verwisseld |
XX, | 11 ghestichte, v. D.: ghesichte |
XXII, | 7 als ingevoegd |
XXXIII, | 44 Heros, v. D.: Neros - 62 v. D.: Hoe meerder liefde |
XXV, | 56 v. D.: Tis quaet arbeyden en |
XXVI, | 96 Twy, v. D.: Tfy - 136 niet ingevoegd - 144 ghetrouwelic, v. D.: gherouwelic |
XXVII, | 42 v. D.: Ic ster |
XXVIII, | 13 mijn onghelucke, v. D.: mijnen ghelucke - 30 v. D.: Die mis |
XXIX, | 9 dorst, v. D.: doort - 22 steken, v. D.: spreken - 36 hem ingevoegd - 46 int innelicke, v. D.: tinnelicke - 50 v. D.: och mocht ic vanghen |
XXX, | 3 v ingevoegd - 7 Na om: met geschrapt - 16 weckende, v. D.: weckende - 30-32 Volgorde bij v. D.: 32, 31, 30. |
XXXI, | 12 sceien, v. D.: screien |
XXXII, | 26 v. D.: Ialo - 51 van ingevoegd |
XXXV, | 37 dier, v. D.: daer - 45 v. D.: Ic ster. |
XXXVI, | 17 ligt, v. D.: licht |
XXXIX, | 39 mijns twint ontbr. bij v. D. |
XLII, | 30 v. D.: Ken souts |
XLIV, | 55 v. D.: Sonder troost |
XLV, | 43 v. D.: So had ic |
XLVII, | 6 ghenuchte, v. D.: gheruchte - Tusschen 32-33 bij v. D.: Al warense vieren oft vijuen - 79 v. D.: Want daenscou |
XLVIII, | 23 Na begheere: na geschrapt - 26 tgoddelic, v. D.: goddelic |
LI, | 47 v. D.: Noch |
LV, | 21 willen, v. D.: wijlen - 48 v. D.: Dat ic bege |
LVI, | 92 v. D.: Lief heb ic v |
LVII, | 50 v. D.: Een ongerust herte - Tusschen 40 en 41 weggelaten: mi verstekende puer vander hant |
LIX, | 36 ingevoegd |
| |
[pagina LXXXV]
[p. LXXXV] | |
LXI, | 26 -zen moet ontbr. bij v. D. |
LXII, | 30 Na hi: bi geschrapt |
LXIII, | 51 onttoghen, v. D.: ontoghen |
LXIV, | 39 v. D.: wat dienst |
LXV, | 24 v. D.: want vleesch en bloot - 32 v. D.: want |
LXVI, | 42 niet ingevoegd - 43 v, v. D.: niet |
LXVIII, | 16 v. D.: Noyt |
LXIX, | 44 v. D.: vercree |
LXXI, | 26 v. D.: Tis qua - 39 v. D.: Te |
LXXII, | 29 v. D.: Adie |
LXXV, | 42 v. D.: Doet - 55 v. D.: Doet u - 83 hoert op, v. D.: doet of |
LXXVI, | 24 voorwaar, v. D.: verwaert |
LXXVII, | 23 en, v. D.: ende - 26 mij, v. D.: mijn |
LXXVIII, | 60 v. D.: Ocho |
LXXX, | 39 v. D.: Ick en |
LXXXIV, | vs. 29 en 44, v. D.: Maect v - vs. 135 wisti, v. D.: wistic - vs. 136 condi, v. D.: condic |
LXXXIX, | vs. 18 is ingevoegd. |
XCIV, | vs. 38 van, v. D. aen |
XCVI, | vs. 28 en 55 v. D.: Och |
XCVII, | vs. 5 heeft, v. D.: heft - vs. 13 ouertuldich, v. D.: touertuldich - vs 20. dach, v. D.: doch. |
XCVIII, | vs. 54 dats, v. D.: dat |
CV, | vs. 36 Gaen, v. D.: Gae |
CVI, | vs. 9 bloot ontbr. bij v. D. |
CVIII, | vs. 16 duechdelick, v. D.: duechde |
CX, | vs. 32 en 44 v. D.: Want |
CXI, | vs. 26 v. D.: Armoede |
CXII, | vs. 11 gelove ingevoegd. - vs. 12 bleeck ingevoegd. - vs. 41. seyt ingevoegd. - vs. 60 en 80 v. D.: In tegen |
CXIII, | vs. 56 v. D.: Wat |
CXIV, | vs. 58 siet ingevoegd. |
CXV, | vs. 60 v. D.: Den drinc |
CXVI, | vs. 13 Christus, v. D.: Xps-vs. 24 en 36 v. D.: wie |
CXVII, | vs. 39 v. D.: Al mindert |
CXIX, | vs. 10 verflouwen, v. D.: verfouwen - vs. 45 beseuen, v. D.: besehen |
CXX, | vs. 1 O Wonder dat onder, v. D.: D Wander dat ander |
CXXII, | vs. 16 v. D.: Sonder |
| |
[pagina LXXXVI]
[p. LXXXVI] | |
CXXVI, | vs. 14 en 16 bij v. D. verwisseld |
CXXX, | vs. 30 v. D.: Hi en |
CXXXII, | vs. 5 mer ghi enz., v. D.: etc. - vs. 8 van v enz., v. D.: etc. - vs. 9 seluen enz., v. D.: etc. |
CXXXV, | vs. 27 v. D.: Die cock is |
CXXXVI, | vs. 43 v. D.: Ist qua |
CXXXIX, | vs. 45 v. D.: Nv segt - vs. 56 v. D:: Nv seg |
CXLII, | vs. 45/46 v. D.: Ghi sijt mijn etc. So haddijt etc. |
CXLIV, | vs. 40 mi, v. D.: wi |
CXLV, | vs. 37 In, v. D.: Int |
CXLVI, | vs. 29 poffende, v. D.: poffen |
CXLVIII, | vs. 9 comt ontbr. bij v. D. - vs. 29 v. D.: Ick loech - vs. 44 v. D.: Ic loech |
CLIII, | vs. 60 v.D.: Ende smorgens etc. |
|
-
voetnoot1)
- Vgl. de Inleiding, blz. XVII. In de eerstvolgende aflevering van Het Boek voert Dr. Kossmann nadere argumenten aan waarom dit fragment van 1548 moet zijn.
-
voetnoot2)
- Blz. LXXXII was al afgedrukt voordat besloten werd deze lijst hier onmiddellijk te doen volgen en niet achterin te plaatsen. Ook voor het in punt 2 voorkomende ‘achterin’ leze men dus: ‘hierachter’.
|