Mijn droomhuis

[p. t.o. 12]

Dan ga ik trouwen, met wie weet ik nog niet

[p. 13]

Urmy: Ik wil een rijke man, die mijn toekomstplannen zal willen vervullen. Ik wil een nette woning voor grijze dagen.

Shirley: Ik droomde eens, dat ik al 23 jaar oud was. Ik was net een teenage-queen. Er kwam plotseling een idee in me, om een reis naar Amerika te maken. Daar bracht ik een paar jaren door. Ik vond daar een leuke vriend. Nadat we een paar maanden gevrijerd hadden, besloten we naar Suriname terug te gaan. In Suriname aangekomen trouwden we twee weken na onze aankomst. We bleven een paar dagen bij m'n moeder en gingen toen in ons eigen huis wonen. Mijn man echter wou niet hebben dat ik het huis zag. Geblinddoekt bracht hij me met de auto naar ons paleis. Toen ik binnen was, viel ik gewoonweg flauw...

Glenn: 's Middags zit ik op het balkon van m'n nieuwe huis en als een meisje langs komt, dan roep ik haar. Dan draait de aarde hoog. De mensen in de buurt zijn zo jaloers, dat ze me willen rammelen.

Cornelia: En als die man niet meer met me wil blijven, dan scheiden we van elkaar. En als hij bij me weggaat, kan ik niet eruit gaan, want ik heb dat huis laten bouwen, dat huis is van mij, ik kan hem eruit zetten...

Chjittera: Als mijn plannen niet lukken, dan trouw ik met één van de direkteuren van Bruynzeel. Dan krijg ik zeker een Bruynzeel-woning.

Siti: Ik zou ook graag zeven kinderen willen, zodat ze meer vreugde brengen in huis. In mijn moderne huis moet er ook liefde heersen tussen man en vrouw en natuurlijk ook tussen de kinderen.

Adelia: Op een dag moest ik trouwen, want ik had al kinderen en mijn man wilde dat ik met hem trouwde. En we trouwden.

Shakoentela: En ik hoop, dat als mijn ouders mij gaan trouwen, dan nooit met een zuipelaar.

[p. 14]

Astrid: Mijn gedachten vliegen van de kinderen opeens naar een man, die mij al dit moois geschonken heeft, en ik zie hem op het balkon zitten als een president die mij tevreden toelacht.

Allegonda: En mijn man moet liefde hebben voor mij en ook voor de kinderen. En ik ook hetzelfde. De man moet ook een werk hebben. Bijvoorbeeld kantoorassistent. En als we hebben ontvangen, moeten we elkaar zeggen hoeveel.

Martimin: Ik kijk rustig naar de televisie en mijn vrouw zorgt wel voor bier.

Helen: Mijn laatste wens is om vier kinderen te krijgen, twee meisjes en twee jongens. Zodoende dat ze zich dan niet hoeven te vervelen, want dan kunnen beide meisjes met elkaar spelen en ook beide jongens. Ik blijf dan een tijdje thuis om ze goed op te voeden. En als ze een jaar of vier bereikt hebben, ga ik weer aan het werk. En ik hoop dat zij ook de zegen van God zullen krijgen en later ook een goed leven zullen hebben.

Glenn: En onder het huis zou ik een rommelkamer willen met een eetzaal. Mijn vrouw kan daar soms de tafel dekken voor mij en mijn vrienden.

- Na het schilderen en bouwen zal ik zo spoedig mogelijk mijn schuld betalen aan Bruynzeel en na enkele dagen met mijn vrouw in het huis gaan wonen. En na enkele weken in het huwelijk treden in datzelfde droomhuis.

- En daar op mijn eigendomsperceel zal ik blijven tot ik naar het kerkhof ga.

Grace: Ik wil niet te veel kinderen hebben, anders geven ze me te veel hoofdbreken.

Ramsukh: En als ik wil trouwen, ga ik een heel mooie vrouw zoeken. En zij gaat in dat huis alles schoonmaken. En ik moet alleen op mijn perceel werken. En mijn vrouw moet niet op het perceel komen, alleen in huis zitten en alles schoonmaken.

Esmé: Bij het sterven, als ik tenminste kinderen heb, zal ik het huis aan hen nalaten. Zij zullen dan al mijn schulden betalen.

[p. 15]

Robbie: Toen viel ik in slaap en ik droomde over Bruynzeel-huizen, dat ik lekker in een twijfelaarbed lag en ik rolde lekker met mijn vriendin.

Carla: Dan ga ik trouwen, met wie weet ik nog niet, maar met een knappe vent. En niet met een man die niet wil werken, want hij moet alles voor me kunnen kopen. En ik laat ook nog meer kamers bouwen, want je moet niet denken dat je geen kinderen gaat krijgen. En kinderen wil ik zeker, niet veel, maar twee.

Martha: Om goed in een huis te leven, moet je je niet met andermans zaken bemoeien. Je moet ook een goed werk hebben, anders kun je niet leven. Met een goeie man trouwen, die een goed werk heeft.

Joyce: Ik huur geen dienstmeisjes, want ik hou er niet van. Ik doe alles in mijn huis. Ik onderhoud het huis, want ik houd niet van slordige huizen. En mannen houden ook niet van slordige huizen. Ik zou graag 4 kinderen willen krijgen, twee meisjes en twee jongens. Ik wil mooie en leuke kinderen krijgen.

Srimatie: Als m'n man me wegjaagt, dan groet ik hem mooi dag. Dan ga ik weg. Later verdien ik veel meer geld dan m'n man. Zonder man kan ik ook blijven. Als ik geen man heb, dan is het veel prettiger om alleen te wonen. Bijvoorbeeld, je wil bij je moeder of bij je vriendin gaan. Dan zegt je man: Je mag niet gaan, als je gaat, dan ga ik je een flink pakslaag geven. En als je geen man hebt, dan kan je de hele dag wandelen, want je hebt geen man, niemand kan je iets doen. Ik verdien geld, ik kan zelf werken, ik kan m'n kind ook verzorgen.

Koendj: Als ik een groot huis heb, dan gaan de meisjes van me houden.

Armand: Als ik een vrouw ga hebben, dan zou ik haar meenemen. Het is zo, als man uitgaat moet vrouw ook meegaan.

Melanie: Als ik groot ben, ga ik nooit trouwen, omdat ik niet ervan hou.

[p. 16]

Ursula: Ik wil niet veel kinderen hebben. Als je veel kinderen hebt, geven die kinderen je hoofdpijn van het schreeuwen.

Dennis: Als ik groot ben, wil ik met een nette en beleefde vrouw trouwen.

Charles: Mijn vrouw en kinderen zouden in één kamer slapen en ik alleen in een kamer.

Eddy: Ik zou graag een fiets voor mijn kinderen kopen, als ik het kan. Maar een bromfiets geloof ik niet, anders ben ik een halve moordenaar.

Niet teveel naar de televisie laten kijken, want dat verpest hun ogen en ik zou niet graag willen dat ze brillen.

Joan: Meestal als de mensen pas zijn getrouwd, hebben zij nog geen eigen huis, maar blijven bij hun ouders of andere familieleden. Dat ga ik ook doen, want als je pas getrouwd bent, dan ben je nog niet gewend om alleen met je man in huis te blijven.

Anna: Zo lang ik nog geen 20 of 25 jaar oud ben, ga ik niet trouwen. Ik moet eerst werken en ik moet ook genieten van mijn leven.

Rita: Als mijn echtgenoot zelfstandig gaat willen wonen en niet bij zijn ouders blijft hangen, dan zullen we goed leven en geen ruzie krijgen.

Ik zou graag verder willen studeren, maar mijn ouders willen het niet. Mijn ouders hebben het alleen maar over trouwen, ik weet niet waarom ze zo doen. Ik ben nog niet eens veertien jaar, pas in juli zal ik veertien jaar worden.

Edmund: Ik droomde dat ik 28 jaar oud was en dat ik een heel mooi meisje had. Ze had pikzwart golvend haar en pikzwarte ogen...

Ramond: Na het dromen van die avond was ik zo geschrokken. Ik dacht dat ik een echte vrouw had voor die avond...

[p. 17]

Iwan: Misschien ga ik trouwen, maar je hebt vrouwen die voor niets deugen. Als ik een goeie vind, is het niet erg, want dan heb je er tenminste iets aan.

Waldie: Als je je eigen huis hebt, kan je hoeveel vrouwen je hebben wilt, op na houden. Maar ik ga dat niet doen hoor, want ik ben niet een schooier, die hier en daar gaat gaan.

Glenn: Sommige mannen rammelen hun vrouw bijna elke dag, vooral als ze dronken zijn. Anderen hebben drie en vier vrouwen en bijna 5 kinderen bij elke vrouw. Eén of twee vrouwen is genoeg, maar ik heb besloten van één vrouw te houden tot de dood.

We moeten trouwen, want kinderen, vooral meisjes, hebben geen rechten. Wat hun ouders zeggen, dat moeten ze doen. Mijn broer wou ook niet trouwen, maar mijn moeder en vader hebben gezegd, dat hij moet trouwen.

En mijn vader heeft aan mij gezegd: Als je trouwt, zou ik een huis voor je bouwen. Maar ik heb aan mijn vader gezegd, dat ik niet wil trouwen. Maar mijn vader zei: Als je niet trouwt, zal je niet gelukkig zijn. Vader zei: Je moet trouwen, dan bouw ik een huis voor je. En mijn vader zei: Trouw je niet of trouw je wel. En ik zeg: Oké, ik ga trouwen.

Nu heb ik al een schoolvriend. Ik denk dat hij later niet mijn echtgenoot zal worden. Omdat mijn twee vriendinnen en ik goeie vriendinnen van hem zijn.

Ik denk, dat mijn schoolvriendje later mijn echtgenoot wordt. Hij is niet zo vrijpostig als één van die straatjongens.

Ik heb ook gedroomd, dat ik getrouwd ben, maar dat heb ik aan niemand verteld...

Gerold: Wanneer ik zie, dat ik me eenzaam voel, zoek ik een vrouw en trouw met haar. Zij zal het werk doen. Ik ga ook met haar sporten, b.v. naar de film.

[p. 18]

Josefien: Ik wil geen jonge man op me hebben, want die kerels van deze tijd zijn geen goeie kerels. Zelfs op twaalfjarige leeftijd lopen ze al naar meisjes te zoeken. Ik wil een tweepersoonsbed, maar ik moet alleen erop liggen.

Ik droomde dat ik op 28 mei 1977 trouwde met een leuke vent...

Als ik groot geworden ben, zal ik maar twaalf kinderen maken...

Met een groot gezin overwint men de eenzaamheid...