Mijn droomhuis
(1971)–Thea Doelwijt– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina t.o. 18]
| |
[pagina 19]
| |
Gerrit: Nou ik wil niet meer tien ketting lopen om naar de W.C. te lopen. Daarom koop ik twee closetpotten en zestien wasbakken, twee met warm water. Vroeger, als je om 5 uur in bad moest gaan, dan moest je kwart over 4 naar de kraan lopen. En de kraan was soms kapot, dan moest je 1 kilometer lopen om bij de tweede kraan te komen. Nu, als ik een Bruynzeel-huis heb, loop ik geen kilometer, maar 5 meter en ik koop een douche.
Soeroedjkoemarie: En in de badkamer moet een wasbak met spiegel zijn om je gezicht te zien of je gezicht vies is of niet. En kijken of je haren netjes gekamd zijn. En als je zo'n groot huis gebouwd hebt, dan moet je ook net zo sporten, dat alle mensen kunnen zien dat je schoon en mooi bent en niet vies als die anderen.
Louise: Wat ik graag in mijn huis zou willen hebben, is dat iedereen zijn eigen kamer heeft. Want het is vervelend om met mijn zusje in één kamer te slapen. Want ze is hinderlijk. Als ik met mijn zusje in één kamer slaap, kan ik mijn lessen noch mijn huiswerk maken. Daarom zou ik graag willen hebben dat ze haar eigen kamer heeft met een mooie hang- en legkast en een mooie schemerlamp.
Lesly: Ik wil liefst in een buitenwijk gaan wonen, daar zijn er minder kwajongens. Als je een Bruynzeel-woning in de stad bouwt, komen er zoveel van die lastige jongens en ze krabben en vernietigen. Als ik in een buitenwijk woon, kan ik ook mooie bloemen planten en zelfs verkopen. Ik hou er een kwekerij op na van kippen en vogels en eenden en honden. Die moeten zorgen dat er geen dieven komen stelen, want er lopen tegenwoordig zoveel dieven rond die erop uit gaan om in te breken.
Sindy: O ja, en nog een tuintje achter mijn huis. Maar ik ga geen kippen of andere dieren kweken, want dan ben ik gek. Straks gaan die mensen weer zeggen: Kijk, zo een mooi huis, dan kweken die mensen dieren. Trouwens ik hou ook niet van dieren, alleen van honden.
| |
[pagina 20]
| |
Indra: Als ik zelf verdien, kan ik alles kopen, allerlei dingens, bijvoorbeeld lippenstift, nagellak, oorknopjes, schoenen, mooie jurken, terlenka rokken enzovoort. Maar mijn moeder heeft gezegd, als ik niet leer en naar school wil gaan, gaan ze me met mijn achttiende jaar trouwen.
John: Wat ik wil, is dat de mannen die meer dan 20 jaar bij Bruynzeel werken een huis vrij krijgen in plaats van geld. Want je hebt sommige mensen die dat geld vermorsen, bijvoorbeeld: Ze gaan er sopi mee drinken. Maar als ze een huis krijgen, kunnen ze ermee geen sopi gaan drinken. Ik bedoel niet dat ze het huis gratis mogen krijgen, ze kunnen 1 jaar of 2 erin blijven en de daarop volgende jaren mogen ze dan de helft van dat geld terugbetalen.
En dan ga ik ook mooie kousen kopen. En nog meer andere dingens. En als mijn kind ziek is, kan ik het in mijn eigen auto brengen bij de dokter. En als mijn kind beter is, ga ik weer naar mijn werk. Als ik geld per maand verdien, zal ik de dokter betalen. En als ik weer verdien, ga ik weer kleren en schoenen kopen voor mijzelf en ook voor mijn kinderen.
Yvonne: De kamer waarin ik misschien ga slapen, mag gerust een schrijfbureau en een wasbak met spiegel hebben, aangezien ik veel van schrijven en bespiegelen hou. Maar ik ben niet ijdel.
Harold: Onder het huis wil ik een mooie garage voor mijn nieuwe limousine, een auto alleen voor artsen en hogere mensen, hoge pieten noemen ze zulke mensen.
Helen: Er zijn ook wasmachines met droog- en spoelmachine tegelijk, maar die wil ik niet hebben, want alles hoef ik niet te hebben wat automatisch is. Ik ga ook zelf werken, want lui ben ik niet. Wassen zal wel automatisch gaan, maar spoelen, drogen en ophangen doe ik zelf.
Filia: Ik wil geen slordigheid in m'n huis, ik houd niet van varkensdingen.
| |
[pagina 21]
| |
Ruben: Ik was zo blij met een aparte kamer. Nu kon ik slapen tot hoe laat ik wou. Als ik maar m'n kamer op slot deed.
Siegfried: Ik wil graag bloemen planten. Ik ben wel een jongen, maar als ik bloemen zie, dan denk ik aan niets anders meer.
Dennis: Ik dacht op een dag, dat ze ook speelkamers moeten bouwen voor de kleine kinderen. Men moet niet alleen aan de ouders denken, maar ook aan de kleinen, want ze moeten ook wat hebben.
Ingrid: Ik vind het niet leuk, als ik ergens in huis speel, dan zegt mijn moeder dat ik op het erf moet gaan spelen. Daarom, als ik m'n huis van Bruynzeel krijg, zal het ook een speelkamer moeten hebben.
Ria: Ook wil ik een bibliotheek in huis, want nu smijten ze die boeken oost-west.
Mariane: Ik zou graag naar Nederland willen gaan. Met de vliegmachine. Dan zou ik veel ijsappels eten.
Joyce: Ik wil niet in een te rustige buurt wonen. Liever in een drukke buurt. Want in een rustige buurt verveel ik me, maar in een drukke buurt hoor je auto's, fietsen, bromfietsen, scooters en trucks voorbijrazen. Mijn tuin moet erg groot en fantastisch eruit zien. Want als er gasten thuis komen, moeten ze mij niet persoonlijk zeggen maar achteraf: Nou, dat is me een mooie tuin.
Eugenie: Als ik ga eten, moet ik een monddoekje bij het eten hebben.
Roy; Op het dak van mijn huis een schoorsteen, net als in Nederland.
Wagyem: Ik wil niet op een plantage wonen, ik wil in de stad wonen, waar men veel dingen kan zien.
Guido: En ook nog moet iedereen zijn eigen kamer krijgen. De | |
[pagina 22]
| |
reden daarvan is, als je met z'n drieën in één kamer slaapt, dat er soms twee zusters of broer van je vechten, dan kan je niet rustig slapen. Of soms huilt een zusje van je zo vervelend, dat je zelf niet kan slapen.
Susan: De keuken moet worden afgesloten met een deur, want dan kunnen mensen die op bezoek komen, niet zien wat je kookt.
Grace: Ik moet een grote kamer hebben waar je kan dammen en schaken. Ook een kast met prachtige kleren uit andere landen. Op het erf moet er een zwembad zijn. Veel badpakken moet ik hebben. Ook een tennisveld, een basketbalveld, een voetbalveld, een fontein.
Irene: Ik moet vooral mooie meubels hebben, want als ik gasten ontvang, moeten ze niet op oude kapotte stoelen gaan zitten.
Lilian: Wat ik kweken wil, zijn varkens, schildpadden, kippen en honden. Wat ik ook planten wil, is groenten, bijvoorbeeld tajerblad, kouseband en antroewa. Zulke dingen zijn nodig, vooral wanneer je geen geld hebt. Vruchtenbomen hebben wij ook nodig, bijvoorbeeld sinaasappel. Wanneer je verkouden bent, dan kan je het gebruiken.
Johan: Ik ga ook een voetbalveld voor m'n kinderen maken, want als ze groot worden, dan gaan ze op andere mensen erven spelen of op straat. Dat ga ik niet leuk vinden, daarom ga ik het maken.
Annemarie: En er moet ook een ruim balkon gemaakt worden, zodat wanneer het regent of wanneer het erf vuil is, de kinderen daar kunnen spelen.
Siegfried: In de keuken drie wasbakken, één om de vaat met zeep te wassen, en één om de vaat te spoelen, en één om groenten te wassen.
Eugenie: Twee ijskasten in huis, één voor groenten alleen en één voor bier, soft, wijn, ijscream.
| |
[pagina 23]
| |
Roberto: Ik heb altijd gedroomd in het paleis van de gouverneur te wonen. Maar dat zal wel nooit kunnen.
Sandra: Ik heb een vriendin die van alles heeft. En van alles wat ze heeft, zou ik graag die fiets hebben.
Dew: Ik zou een roltrap in mijn huis zetten, die zou heten: ‘De tweede Surinaamse roltrap.’
Ismaël: En zo verlang ik naar een huis zo groot als het statengebouw.
Eddy: Naast mijn huis wil ik een voetbalveld hebben. Elke zondag worden er dan voetbalwedstrijden gehouden. Ik kan dan op het balkon zitten en naar de voetbalwedstrijden kijken.
Gisla: Ik wil fatsoenlijke mensen op bezoek hebben. Geen mensen die als kleine kinderen doen en eten. Sommige volwassenen eten als kleine kinderen. Als een korreltje rijst valt, nemen ze het niet met hun hand maar met hun mond. Ik houd niet van zulke dingen. Wie bij mij komt, moet fatsoenlijk en niet gulzig eten. Iedereen moet zich gedragen als een volwassene.
Ik zou een eigen studeerkamer willen hebben.
Ik wil een professorranda worden...
Beatrix: Ik zal twee wasbakken laten maken, één om vaatwerk te doen en de andere zal in de badkamer zijn. Dan hoef ik ook geen waskom meer te gebruiken, maar dan zal ik mijn gezicht in de wasbak wassen en in de spiegel kijken hoe ik mijn haren kam.
Shanti: De eetzaal moet ook een wasbak hebben, waar je je mond kan wassen/spoelen na het eten.
Urmie: Het huis waarin ik wonen wil, moet goed verlicht zijn. Licht in de kamers, op het balkon en ook bij de poort wil ik licht hebben.
| |
[pagina 24]
| |
En ik wil...... een radio, een televisie, hobbelstoelen, een brandkast, een dressoir met reklame-glazen, in de tuin een boom om schaduw te krijgen, een fontein met plastieke doksjes, geen gewone ramen, maar ramen met shutters, minstens vijf auto's, drie om te sporten en de overige voor boodschappen, ventilatoren in alle kamers, mooie lampen en schemerlampen, mooie gordijnen, mooie schilderijen, ingebouwde kasten, een pick-up, een console, gestoffeerde meubels, een haardroger, parketvloeren, roltrappen en een lift, zes zwanen om op het hek te zetten (ik verf ze wit met mooi rood op hun voorkop), een zwembad voor de vissen, een grote vogelkooi, een dierentuin, een naaimachine, een fornuis, een strijkplank en strijkijzer, een gang die groot genoeg is om erin te bewegen, een tapijt, een bureau van basralocus-hout, mooie antieke dingen, zoals een oude ding-dong-klok, een djaroesoestoeroe, bosneger-houtsnijwerk, een kaptafel, een houten lepelbak, gebloemde en kanten gordijnen, een fluwelen klamboe, een leuk kleed met een vaas met kunstrozen, op de tafel een mand met kunstvruchten, een ricecooker, een bankstel, 10 handdoeken, 7 tafelkleden, 30 lepels, 25 vorken en een mattenklopper.
En ik wil... in de voorkamer een bar met whisky, bier en soft, een erf als een speeltuin met een wipplank, een schommel en een glijbaan, een daktuin, een voorzaal net als een danszaal, een aquarium met gouden visjes, een stofzuiger want zo'n groot huis zou je niet kunnen bezemen, een telefoon in mijn keuken, een mixer, tandenschuiers, eerco, 300 kippen, alleen maar zwarte en witte raskippen, een waslijn, wekker, bloemen van plastic.
Ik wil graag een ander huis hebben. Maar we zijn nu niet zo rijk. Ik heb geen vader en mijn moeder werkt alleen. En ik ga nog naar school. Wij hebben nu een oud huisje. Wij wonen bij onze tante en oom. Mijn vader heeft ons weggejaagd. En nu zijn wij alleen. Daarom moet ik nu hard werken om later te verdienen.
| |
[pagina 25]
| |
Beter hadden wij dat huis van mijn vaders baas en mijn vaders baas dat huis van ons, dan zou het beter voor ons zijn en dan hadden we ook geen veel last.
Sonja: Ik wil een parketvloer, die echte dure. Ik ga het mooi glad wrijven, want als er een paar deftige pietjes en grietjes bij mij komen, zie ik graag één uitglijden. Wat een leuk gezicht zal dat zijn! Maar ik moet zelf oppassen dat ik niet uitglijd.
Anita: Mijn broertje heeft gezegd, dat hij een winkel wil bouwen. Toen heb ik gezegd, dat hij aan een winkel niks heeft, met dat geschreeuw van mensen.
Stephen: Een schoenenkast is welkom, zodat de schoenen niet op mijn hoofd zitten.
Lilian: Als ik in zo'n groot huis zat, zou ik graag wel een boekje nemen en lezen of handwerken, want als je in een krotje woont, kan zo iets nooit.
Biedjawatie: Maar ik wens ook een kippenhok en een koeienstal en nog veel meer.
Het dak moet de vorm hebben van een omgekeerde v.
Carlo: Wat ik ook graag heb: Dat alle wegen geasfalteerd worden, dat de bouwvallige huizen verdwijnen en de afwatering beter wordt.
Jozef: Men moet in het plafond triplex vastzetten. Als men dat niet doet, dan zweet men van de hitte, dan kan men niet slapen, alleen 's avonds.
Een ruime gang waarin twee dikke dames kunnen lopen. Ik bedoel naast elkaar.
Een ruime voorzaal om in te dansen als er iemand jarig is. De deuren moeten zo groot zijn, dat een klerenkast in de breedte kan passeren.
| |
[pagina 26]
| |
Een huis als het Patronaat, maar niet zo groot...
Debie: En als mijn pa en ma gestorven zijn, heb ik niemand in de wereld. En dan gaat iedereen me misschien van de ene naar de andere hoek schoppen. En dat wil ik juist niet hebben. En daarom wil ik nu op mijn eigen handen en voeten staan. Ik zal werken en geld verdienen.
En ik wil ook licht en stroom hebben...
En achter mijn huis een auto-garage.
Benito: Mijn shutters moeten donkergrijs zijn, zodat niemand naar binnen kan zien.
Lilian: En mijn venster van shutters, dat is toch zwaar in de mode. -Ik ben vergeten te vertellen dat mijn keuken helemaal krasna-polski moet zijn!
Leginah: Ik wil een mooie keuken hebben. Dan kan ik allerlei lekkers koken, b.v. bami, nasi goren, saté, kippevlees met rijst of bruine bonen en ook pudding en taarten. Dan gaan de mensen zeggen: Mmm wat lekker!!!
Marvin: Een balkon hoort er ook bij, waar je 's avonds heerlijk een beetje frisse lucht kan happen en je flink kunt uitrekken. Je voeten kan je dan ook op de mooie balustrade met houtsnijwerk erin zetten.
Glenn: In de keuken waren er mooie borden. Op een bord was een man op een paard. Dat paard wou ik hebben. En er was ook een jongen op een fiets. Die fiets wou ik ook hebben.
Carmelita: Ik zou graag een zuster willen hebben, omdat het vervelend is alles aan mijn broers te vragen. Als ik een zuster had, zou ik haar alles durven vragen, maar mijn broers durf ik niet, omdat ze vinden dat ik vrijpostig zal worden, als ze mij alles zeggen. Al houden ze het nu schuil, later ga ik alles zelf zien en horen.
| |
[pagina 27]
| |
Hetty: Als ik later in mijn eigen huis woon, wil ik geen groot huis hebben. Want een groot huis is wel prettig om erin te wonen, maar niet prettig om schoon te maken. -En als het heel goed gaat met Godswil, dan koop ik een scooter, want dat wil ik zo graag kopen. -Ik koop mijn goederen één voor één. Als ik voor die ene al betaald heb, neem ik een andere. En als het mij veel te duur kost, neem ik een tweedehands artikel. Ik koop geen dingen, dat mensen kunnen zeggen: Hetty koopt dure dingen. En ik zal niet direkt een draaistoel kopen, waar ik niet voor kan betalen.
Dennis: En een kudde schapen. En alle soorten slangen. En alle soorten oude dingen van vroeger. Het moet eruit zien als een museum.
Later wil ik ook een wasmachine hebben, want ik wil de hele dag niet bukken om kleren te wassen. Want de mensen die met mij wonen, wassen mijn kleren niet.
Carmen: Ik moet twee honden hebben, een poedel en een buldog. Hun hobby moet bijten zijn. Ik moet dan ook een rode racewagen hebben en daarmee ga ik racen. Maar er moeten geen ongelukken gebeuren. Ik zal maar 10 jurken en 30 lange broeken hebben (gogo broeken).
En nog één ding, een wasmachine waarin je kleren kan wassen, want dan hoef je niet elke dag op de wasplank te gaan wassen, en een strijkijzer om te gaan strijken, want dan hoef je niet de ene ijzer op het vuur te zetten...
En een fietsenhok om die fiets van mij te zetten, die ik ga kopen...
Carla: Ik wil zo graag onderwijzeres worden, maar dat is een vervelend werk, leder ogenblik moet je die kinderen waarschuwen. Dat is echt een vervelend werk.
Dennis: Ik wil graag om de ene maand mijn grond wieden. Maar dat is vervelend. Lijkt me verstandiger als ik een grasmachine koop. Dan is het toch beter dan met de handen wieden.
| |
[pagina 28]
| |
Voor alle ramen zou ik het liefst ijzerwerk laten zetten, want tegenwoordig ben je niet meer veilig met die dieven.
En nu wil ik ook graag een huis met ijzeren balkon.
Mavis: Ik wil een hoge neuten huis hebben, omdat ik het mooier vind dan een flat woning. Ook ben je in een hoge neuten huis veel veiliger. Alles wat er op straat gebeurt, kan je beter volgen. Als je in een hoge neuten huis bent en je hoort een geschreeuw, kan je even de shutters openmaken en kijken wat er gebeurt, terwijl je dit alles niet kunt doen in een flatwoning.
Vele mensen verlangen om rijk te worden. Maar rijk worden is niet makkelijk. Ik wil graag rijk worden om een heel mooi huis te bouwen.
Paul: Ik moet dan ook twee bedden kopen. Het eerste bed moet voor 2 personen zijn, het tweede bed moet voor 3 personen zijn.
Als Bruynzeel er niet was, wat zou je beginnen. Goddank. En ook zou mijn moeder het willen hebben. Mijn moeder is heus niet gemakkelijk. Bijvoorbeeld ze ziet bij buurvrouw een ijskast, ze moet het ook. Laatst hadden we eentje, het bleef niet lang of ze zei: ‘Dit is niet goed, we moeten een ander kopen.’ Wel, mijn broer vond het moeilijk. Maar ze doet het altijd. En als er manja's aan die bomen zijn, wil ze niet dat de jongens eraan gaan. Dus je begrijpt wel, dat ze niet wil. Ze is een beetje zuinig.
Mijn vader wil een stenen gebouw laten opzetten, maar daar houd ik nu weer niet van. Misschien kan ik mijn vader nog bepraten. En ik heb een ander plan. Ik wil namelijk een huis op neuten, dan kan ik onder het huis een schommel binden en tijdens de regendagen, wanneer ik thuis moet blijven, kan ik er lekker inslapen.
Tussen de gang en de woonkamer wil ik graag een klapdeur.
Ermie: Ik wil graag een televisie hebben met een gouden antenne.
| |
[pagina 29]
| |
Erwin: Ik wil een James Bond radio met helemaal goud.
En stoelen die van spons gemaakt zijn en als je dan op zo'n stoel gaat zitten, zak je bijna helemaal op de vloer.
Marion: Als ik verloofd ben, wil ik een pracht van een huis hebben. Natuurlijk gaan we samen sparen, want niet alleen de man moet ervoor zorgen, ook de vrouw.
John: Als ik zo'n huis had, mag niemand met zijn schoenen binnen komen. Als je jouw schoenen niet uit wilt trekken, hoef je ook niet binnen te komen.
Een slaapkamer met scheepsbedden, en boven elk scheepsbed een kruis van Onze Lieve Heer en ook een schilderijtje.
Diana: In de keuken wil ik een provisiekast hebben met etenswaren voor de hele week. Ik wil niet graag telkens naar de winkel gaan.
Marceline: Ik ga ook een kostgrondje aanleggen om groenten te planten, dan hoef ik niet telkens naar de markt te gaan.
Helen: Zo zit ik soms mijn broer te vertellen hoe mijn huis moet zijn. Dan zegt hij, dat ik zeker rijk wil zijn als ik groot ben. Dan zeg ik, dat ik niet rijk wil zijn, maar ook niet arm, maar tussen rijk en arm.
Odilia: Ik vertelde, dat als we naar daar verhuizen, zullen de mensen zeggen, dat wij direkt in een huis van Bruynzeel willen wonen en dat we veels te aanstellerig zijn, maar dat gaat ons niets aan, wat de mensen willen zeggen. Wij zeggen, dat wij in een huis van Bruynzeel willen, klaar.
Eén kamer, alleen van mij, omdat ik het heerlijk en fris wil hebben en ook om mijn schoolboeken en schriften te zetten. Als ik ze nu buiten zet, komen de kleintjes en verscheuren allemaal.
Ik wil doorstuderen en later een president worden of een onderwijzer of een dokter. Als ik een president word, ga ik mooie gebouwen laten bouwen en mooie wegen.
| |
[pagina 30]
| |
Maar ik wil voor geen cent in de stad wonen. Want daar zijn dieven, boeven en bandieten om ze zo op te noemen. Want wat ik deze tijden door de radio hoor en in de krant lees, is gewoonweg verschrikkelijk. Die jongens van tegenwoordig willen niet werken, maar van andermans geld leven. En zo krijgen ze de titel van beroepsdieven.
Ik wou liever in de stad wonen, daar is het prettig. Hier op Leiding is het ook prettig. Na school gaan we naar huis. We gaan gras snijden en ook op de koeien kijken of letten. Als wij klaar zijn met grazen, gaan wij spelen of knikkers spelen of lessen leren.
In het dorp waar ik woon, is er maar één mooi huis, dat ik het mooiste vind en dat is van een Meester. Soms als ik langs ga, dan kijk ik zo naar dat huis. Ik ben erg trots op dat huis, dan denk ik, ik wil ook zo'n mooi huis bouwen later.
Fred: En ook wil ik geen zinken dak, maar wel een plat stenen dak, waarop ik kan spelen met mijn vrienden en kennissen. -En ook zou ik beneden een garage laten bouwen. Daarna zou ik auto's kopen en een taxi-garage stichten.
Anton: Eveneens zou ik een clubgebouw bouwen voor mijn vrienden, die het nodig hebben voor een voetbalvereniging en ook om te vergaderen.
Henk: De bar laat ik bouwen voor mijn vrienden en broertjes. Voor mijn kinderen nog een speeltuin.
Ik blijf niet met mijn ouders, ik blijf met mijn tante. Ik wil samen met mijn zusters en zusjes in één huis wonen en gelukkig zijn in een Bruynzeel-huis.
Als ik rijk was, zou ik veel huizen maken. En ik zou ook graag oude mensen helpen, vooral iemand die niets heeft.
Op een dag zei ik aan m'n vader, dat ik een mooie huis wilde. Mijn vader zei me, dat hij geen geld ervoor had. Want hij moest hard werken. En toch kreeg hij niet veel geld.
| |
[pagina 31]
| |
Ik wil mijn ouders, die nooit een groot huis konden bouwen, gelukkig maken.
Dat alles zou ik willen, maar misschien, want je kan nooit weten dat ik nu dood val. |
|