Het leven van Frank Rozelaar
(1982)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrechtelijk beschermdaant.Maandag, 4 April 1898, ochtendIk zag haar in de kamer tegenover mij, door eene wolk, waaruit zij scheen opgerezen, was zij gescheiden van de meublen rondom haar. * Het was daar hoog en klaar wit geel verlicht door een bizonder licht door vensters van fijn wit bloemenloof. | |
[pagina 287]
| |
Er was een jonge moeder met donker haar, wier gezicht in zachten lach van blijde klaarheid was nu daar onder de kindren van haar met hun hoofdjes met haar wachtend zaten. Een klein meisje was daar met blond haar dat als een zachte spitsboog om haar gezichtje nederhing. Haar wangen waren zacht gloeyend rood onder de helder blauwe oogen. Een blos zacht gloeyend goud-rood licht bewoog over de wangen en het haar. |
|