Het leven van Frank Rozelaar
(1982)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrechtelijk beschermdaant.Vrijdag, 18 Februari 1898, ochtend
Ga naar margenoot+Het is hier stil en blaauw en ik ben
Tusschen schitterende licht-sterren
Glans ligt voor mij uitgespreid
Als een heel stil licht-tapijt
* Ga naar margenoot+Als het zoo stil is en de zon schijnt. Als maar even hier en daar iets beweegt en iets flonkert ... Ik stel zoo veel belang in den zonneschijn. Als het grijs weêr is ben ik altijd te leur gesteld. * Ga naar margenoot+Ik spreek al tijd over mij zelf. Want waar zoû ik anders over spreken dan over het Leven. En waar zoû ik het Leven naauwkeuriger kunnen beschouwen dan in mij zelf. Alles wat ik weet is toch niet anders dan waarneming van dat ding, dat in het Leven is en dat ik mij zelf noem. * Ga naar margenoot+Het mooye, dat is alles en het eenige. Het intense, het machtige, het geestige, het geest-driftige, het diep-zinnige leggen het er bij af. Ook het ware. Want het mooye is het mooi-ware en dus iets meers dan het alleen ware. |
|