Het leven van Frank Rozelaar
(1982)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrechtelijk beschermdaant.Zondag, 24 Oktober 1897, ochtendVan-ochtend vroeg weêr thuis komend, werd ik getroffen door de schoonheid van mijn huis, zoo als het daar stond, wit, door de zon licht goud beschenen, onder het diepe blaauw van de lucht. Indien het niet míjn huis ware geweest, zoude het mij niet déze gewaarwording hebben gegeven. Toch weet ik zeker, dat ik niet vooraf gedacht had: ‘hoe heerlijk, daar is mijn huis’ enz. Zoo dat de gemoeds-trilling zich buiten mij om met het uiterlijke voorkomen van het huis vereenigd had, en zij als éen geheel mij stonden te wachten. Ik zag mijn huis daar vreemd smetteloos staan. Maar het was niet vreemd, het was volkomen goed. Mijn eigen schoonheid zag zich zóó geheel door het huis weerspiegeld, dat niet in 't minst te bespeuren was of de schoonheid in den kijker of in het bekekene bestond. In hooge levenstoestanden vervalt het onderscheid tusschen subjekt en objekt. Niets is voor mij méér waar, er is niets wat ik zekerder weet, dan de volkomen schoonheid van het huis. | |
[pagina 50]
| |
Er is geen onderscheid tusschen subjekt en objekt. Die iets mooi ziet en daarbij weet, dat 't alleen zoo schijnt wijl híj het ziet, leeft niet het beste leven. Ga naar margenoot+(Ik dacht op dat oogen-blik niet: ‘wat zie ik het mooi’ maar ik dacht: ‘door een nog nooit voorgekomen gesteldheid der atmosfeer en van het licht ís het huis nu zoo mooi’. Ook wist ik toch dat mijn gemoed er de hooge schoonheidstrilling aan gaf. Maar ik merkte - en hierop komt het aan - dat dat gemoed in het huis en niet in mij gevestigd was.) * Ga naar margenoot+Dat blaauw, goud en wit in kleuren de Schoonheid vertegenwoordigen is niet het gevolg van den toevalligen of op zinledige over-een-komst berustenden, smaak der menschen; maar tusschen het wezen dier kleuren en het wezen van de menschenziel moet over-een-komst bestaan. * Het gevoel bij het betrappen eener gedachte, bij het vinden der juiste zinswending waardoor een gedachte júist wordt uitgedrukt, gelijkt op het raak-gevoel bij het doen van een worp vóor dat de raking plaats heeft. * Ga naar margenoot+Even min als - ofschoon de atmosfeer- en klimaat-toestanden het zelfde zijn gebleven - het Grieksche leven al tijd even mooi is gebleven, - kan verondersteld worden dat een menschenleven in de beste atmosfeer- en klimaat-toestanden geplaatst, voort-durend even mooi zoû zijn. * Ga naar margenoot+De kleinste gedachte volkomen juist uit te drukken is even moeilijk als het de grootste te doen. Neen, niet ‘volkomen juist’ maar: juist volkomen. * | |
[pagina 51]
| |
De toestand van voort-durend door geluk bijna ontroerd te zijn, is de volmaakte. * Ik zal mij híer aan houden tot het wéêr komt. Zoo lang ik het besef houd, dat ik niet te zoeken, doch te wachten heb, werkt dít ná. De vraagstukken, die zich zullen voordoen, en die het mij niet gegeven was nú op te lossen, zal ik onaangeroerd laten, tot het weder komt. Ik zal de aarzeling en den strijd niet toelaten; maar mij alleen bezig houden met wat ik heb leeren te weten. * Ga naar margenoot+De misdaad houdt zelf zijn straf in. De straf is het pijnigend besef een misdaad te doen. De misdaad is alleen in zoo verre een misdaad als de dader het besef heeft een misdaad te doen. Dat besef is noodzakelijk pijnigend. Want is het niet pijnigend, dan beseft hij de misdaad niet als misdaad. En beseft hij de misdaad niet als misdaad, dan behoeft er ook geen straf te zijn. |