Van der Goes getuigen. Ik moet mij dan zeker Vrijdag
tegen 2 uur vervoegen aan het gebouw op de Prinsengracht b/d Leidsestr.? -Ga naar voetnoot322
Een punt waar, dunkt mij, nadruk op vallen moet, is de stijl-eigenaardigheid van
Van der Goes. Hij houdt ervan een gedachte die logisch uit zijn overtuigingen
volgt, en dus, simpel voorgedragen, niemand verrassen zou, - hij houdt ervan
zulk een gedachte door een woordspeling, een paradoxalen vorm, een gewaagd
beeld, treffend en prikkelend te maken. Hij berekent daarbij niet altijd dat de
lezer, de hoorder, hangen blijft aan dit beeld, tot de gedachte niet door
dringt. - De moeilijkheid voor u zal zijn de rechters ertoe te doen doordringen.
Wees verzekerd dat ge daartoe over mij, zooveel noodig, beschikken kunt.
Hoogachtend
Uw dw
Albert Verweyaant.
|
-
voetnoot321
- De XXe Eeuw, 9e jrg., dl. II, aflev. 4,
april 1903, was aldus samengesteld: L. van Deyssel, In memoriam
Nicolaas Beets/1814-13 Maart 1903, p. 1-2; Albert Verwey, Aernout Drost [een hoofdstuk uit Het Leven
van Potgieter], voorzien van de noot: ‘Het Leven van
Potgieter verschijnt dezer dagen bij de uitgevers H.D. Tjeenk
Willink en Zoon’, p. 3-30; G. van Hulzen, Groote-stadsgescharrel, p. 31-54; L. van Deyssel, Papegaai, p. 55; L. van Deyssel, Op Hooge
Levens-Golven, p. 56-70, laatstelijk herdrukt in Het
Ik/Heroïesch-individualistische dagboekbladen, gevolgd door Caesar. Met een voorwoord en voorzien van aantekeningen,
bezorgd door Harry G.M. Prick, Privé-Domein Nr. 51, Amsterdam, 1978, p.
77-93; W.G. Hondius v.d. Broek, Geschiedenis-vragen, p.
71-88; Is. P. de Vooys, Kunst en volk, p. 89-104; Albert
Verwey, Oorlogsdaad of oorlogsgevoel?, p. 105-109 [niet
herdrukt]; J.C. Hol, Muziek: Fidelio, p. 110-123; L. van
Deyssel, Het laatste boek van Frans Coenen Jr. [over Zondagsrust, L.J. Veen, Amsterdam, 1903], p. 124-129, voor
de eerste maal herdrukt in de Achtste bundel Verzamelde
Opstellen, Amsterdam, 1905, p. 23-24, na echter eerst afzonderlijk
verschenen te zijn in twee zeer van elkaar afwijkende uitgaven bij L.J. Veen
te Amsterdam.aant.
-
voetnoot322
- Frank van der Goes was ervan beschuldigd dat hij op 23
Februari 1903 op een volksvergadering, die ook door miliciens werd bezocht,
deze miliciens te hebben aangezet tot ongehoorzaamheid aan de bevelen van
hun officieren. De daarop gevolgde rechtszitting vond plaats op 24 april
1903, voor de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam. Zij werd ook bijgewoond
door Van Deyssel als reputatie-getuige. Mr. M. Mendels, die hem daartoe had
uitgenodigd, zond hem de hier afgedrukte brief van Verwey toe ter
kennisneming.
|