De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd238[aan L. van Deyssel]
Amsterdam, 6 Mei 1903 Rokin 74-76, hoek Wijde Kapelsteeg
Wel Ed. Geb. Heer, Het. Mei-nummer van de XXe EeuwGa naar voetnoot323 doorlezende, betreuren wij het geen tijd en gelegenheid te heben gehad om het artikel Buurtleven V van Henri Hartog in handschrift te lezen. Wij zouden U dan hebben voorgesteld, den auteur te vragen eenige woorden weg te laten. Naar onze meening toch kunnen woorden als: verneuken, klepzijker, besodemieterd etc. onmogelijk bijdragen tot verhooging van een kunstwerk, terwijl zonder die woorden een zeker soort van menschen (en hunne conversatie) voldoende getypeerd kan worden. | |
[pagina 238]
| |
Maar niet op grond van deze meening zouden wij onze vraag gedaan hebben, maar omdat wij het afdrukken er van in ons maandschrift oneerlijk vinden. Oneerlijk, omdat niet steeds en geregeld zulke woorden in het tijdschrift voorkomen, maar bijna nooit. Daarom hebben vele leesgezelschappen en boekverkoopers (die tijdschriften laten circuleeren) er op ingeteekend. Zij mochten de overtuiging hebben, dat de familles wie zij dit tijdschrift ter lezing zenden, oirbare woorden te lezen zullen krijgen. Door niet in alle afleveringen bovengenoemde en andere woorden af te drukken, hebben wij deze menschen bedrogen. Voor ons als uitgevers is het (buiten dit schuldbesef) onaangenaam, steeds voor niets te werken. Na jaren tobben komt zoo'n tijdschrift er een weinig ‘boven op’ en dan komt daar weêr een jong auteur met het versleten en zanikerige thema van teruggeven der vuilste straattaal, waaraan men zich op straat al genoeg ergert, om al het gedane werk weêr te vernietigen. Natuurlijk krijgen boekverkoopers en leesgezelschap-directeuren onaangenaamheden en wij afbestellingen.
Hoogachtend, Uw dw. Scheltema & Holkema |
|