VIII. Besluit van de classis Edam tot afzetting van Petrus Aemilii,
29 januari 1608.
De vergaderingh in de name des Heeren vergadert sijnde, ende op alles wat voren verhaelt ende verhandelt is rijpelick gelet, ende sulcks in de vreese des Heeren wel overleyt hebbende, namelick dat Petrus Emilii bevonden wordt door ongesonde leere te drijven ende de suiverheit ende waerheit der reformeerden leere ende den christelicken catechismum tegen te spreecken, bij veelen grote ergernisse gegeven te hebben;
ende dat hij daerdoor in andere gemeinten verscheiden litmaten onrustigh gemaect heeft, ende syn valsche opinie, so bij verscheiden jonge dieneren als bij andere eenvoudighe mannen ende vrouwen gesocht heeft te stroyen, ende haer daermede te besmetten;
dewijl hij oock tot bemantelingh van allen desen veler rechtsinniger godsaliger aucteuren boecken gesocht heeft met onwaerheit te misduyden, ende veel getrouwe leraers van eenighe schrickelickheit in de leere suspect te maecken;
ende daerbeneffens, van sommighe dinghen vermaent sijnde, in de aenspraecke grote valscheit ende lichtveerdicheit betoont heeft, so met onbeschaemt lochenen ende tegenspreecken van de getuichenissen eenigher lofweerdigher personen, die hem schriftelick ende mondelick sijn voorgehouden, als met grote ongestadicheit in 't verclaren sijns gevoelens van hem afgeëischt;
ende dat door hem altijt grote ongerustheit ende verstooringhe in den dorpe ende gemeinte tot Broeck is aengerecht, alsoo dat oock eindelick de