Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken
(1972)–J. Deschamps– Auteursrechtelijk beschermda. Lanfranc van Milaan, Chirurgia magna, Zuidnederlandse vertaling, fragmenten, West-Vlaanderen, ca. 1340-1350.Perkament; 8 dubbele en 2 enkele bladen, alle met tekstverlies besnoeid; blad en bladspiegel oorspronkelijk ca. 250 × 163 mm en ca. 200 × 135 à 140 mm; 2 kol., hoogst bewaard aantal rr. 47 (oorspronkelijk waarschijnlijk 48). Oude foliëring met zwarte Romeinse cijfers. Eén hand (littera textualis). Rode lombarden, titels en paragraaftekens; tekeningen van chirurgische instrumenten.
Darmstadt, Hessische Landes- und Hochschulbibliothek, zu 2201 (drie dubbele bladen); Keulen, Universitäts- und stadtbibliothek, zonder signatuur (twee dubbele bladen); Keulen, Stadtarchiv, G.B. Kasten A, Nr. 57 (drie dubbele bladen en twee enkele bladen).
| |
b. Lanfranc van Milaan, Chirurgia magna, Zuidnederlandse vertaling, Vlaanderen, ca. 1450.Papier, 1 + 178 + 1 bll.; blad en bladspiegel resp. 285 × 203 mm en 223 × ca. 160 mm; één kol., 31 à 34 rr per kol. Oude foliëring met rode Arabische cijfers van 1 tot 96 en daarbij aansluitend van 49 tot 124; moderne potloodfoliëring van 97 tot 178. Eén hand (littera bastarda, titels echter littera textualis). Opengewerkte rode initialen; rode lombarden, soms opengewerkt; zwarte titels, echter rood onderstreept; rode paragraaftekens; tekeningen van chirurgische instrumenten. Zeventiende-eeuwse hoornen band; twee lussluitingen, waaraan de lussen ontbreken.
Gent, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 1272.
| |
[pagina 265]
| |
Lanfranc van Milaan († kort vóór 1306), de grondlegger van de Franse geneeskunde, was arts in Milaan, totdat hij omstreeks 1290 door de Visconti's werd verbannen. Hij begaf zich naar Frankrijk en oefende in Lyon en andere Franse steden de geneeskunde uit. Omstreeks 1295 vestigde hij zich in Parijs, waar hij als practizerend geneesheer en docent roem oogstte. Zijn Chirurgia magna bestaat uit vijf traktaten. In de eerste vier traktaten handelt hij over de hoedanigheden en de plichten van de geneesheer, de wonden, de ziekten, de breuken en de ontwrichtingen; het vijfde tractaat is een antidotarium. De Chirurgia magna werd tweemaal in het Middelnederlands vertaald. De eerste vertaling is in twee handschriften overgeleverd. Van het eerste handschrift zijn slechts 18 met tekstverlies besnoeide bladen bewaard gebleven, die op drie verschillende plaatsen aan het licht zijn gekomen. De bladen in het Stadtarchiv te Keulen hebben als schutbladen van handschriften in het genoemde archief gediend en zijn vóór 1937 uit die handschriften losgemaakt; de bladen in de Landes- und Hochschulbibliothek te Darmstadt zijn in augustus 1955 ontdekt als schutbladen in hs. 2201 dat in 1507 is voltooid en aan de kruisheren te Keulen heeft toebehoord; de bladen in de Universitäts-und Stadtbibliothek te Keulen zijn in juli 1964 gevonden als schutbladen van een inkunabel, die in 1483 door Ulrich Zell te Keulen is gedrukt en eveneens uit de bibliotheek van de Keulse kruisheren afkomstig is. Hieruit blijkt dat dit handschrift in het begin van de 16de eeuw te Keulen, waarschijnlijk in het kruisherenklooster aldaar, is versneden. Het tweede handschrift van de eerste Middelnederlandse vertaling van de Chirurgia magna, berustend in de Bibliotheek der Rijksuniversiteit te Gent, is volledig bewaard, maar honderd jaar jonger dan het eerste en op menige plaats kennelijk korrupt. Het heeft toebehoord aan F.A. Snellaert (1806-1872), die het in 1862 van het Antwerpse antiquariaat P. Kockx heeft gekocht. In 1872 werd het, samen met andere handschriften, door de Bibliotheek der Rijksuniversiteit te Gent uit de nalatenschap van F.A. Snellaert verworven.
K. Menne, Deutsche und niederländische Handschriften, Keulen, 1931-1937, p. 626-627, nr. 276 (Mitteilungen aus dem Stadtarchiv von Köln. Sonderreihe: Die Handschriften des Archivs, Heft X, Abt. 1, Teil 1 und 2); A. Derolez, Rijksuniversiteit Gent, Bibliotheek. Census van de handschriften, 6de aflevering, Gent, 1964, hs. 1272. |
|