Staats- und Universitätsbibliothek, Ms. theol. germ. 1530; Kopenhagen, Koninklijke Bibliotheek, Thott 114, 4o; Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Letterk. 1296; Londen, British Museum, Egert. 675; München, Bayerische Staatsbibliothek, Cod. germ. 5315; Nijmegen, Oud Archief, XIV 3; Nijmegen, Universiteitsbibliotheek, 58; Rijsel, Universiteitsbibliotheek, 206; Rotterdam, Gemeentebibliotheek, 96 G 9; Utrecht, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 8 K 26; Wittem, Redemptoristenklooster, 17 en Zwolle, Provinciaal Overijssels Museum, Emmanuelshuizen 16 en 18. In 1484-85 en in 1495 werd deze verzameling preken, telkens in twee delen, door Peter van Os te Zwolle gedrukt (Campbell, 275 en 276). Behalve preken van Bernardus bevat het boven beschreven handschrift nog Sinte bernaerdus parabel (fol. 239roa-240vob), een vertaling van De pugna spirituali seu de conflictu vitiorum et virtutum van pseudo-Bernardus, eveneens voorkomend in de hss. 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 70 E 15 en Nijmegen, Oud Archief, XIV 3.
Het hier behandelde handschrift werd daags vóór het feest van de Kruisverheffing, dus op 13 september, 1479 voltooid. Het heeft toebehoord aan het klooster Thabor, een klooster van reguliere kanunnikessen van de H. Augustinus, te Mechelen. In 1583 kwam het in het bezit van Christiaan Kemkens, broeder in het cellebroe-dersklooster te Sint-Truiden. In 1639 kwam het in de bibliotheek van de jezuïeten te Antwerpen. In 1777 werd het, samen met de andere handschriften uit de jezuïetenkloosters, die in 1773 afgeschaft werden, aan de Bourgondische Bibliotheek, thans Koninklijke Bibliotheek, te Brussel geschonken.
J. Van den Gheyn, Catalogue des manuscrits de la Bibliothèque royale de Belgique, II, Brussel, 1902, p. 375-376, nr. 1478; C.G.N. de Vooys, Middelnederlandse legenden en exempelen. Bijdrage tot de kennis van de prozalitteratuur en het volksgeloof der middeleeuwen, Groningen-Den Haag, 19262, p. 168-169; Die eerste bliscap van Maria, opnieuw uitgegeven en toegelicht door W. de Vreese, 's-Gravenhage, 1931, p. XXVI en 101-110; J. van Mierlo, De heilige Bernardus in de Middelnederlandse letterkunde, Ons Geestelijk Erf, 27 (1953), p. 241-242.