tionale et Universitaire, 2099 (All. 175); bovendien zijn nog excerpten bewaard in hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 2873-74 en fragmenten in hs. Utrecht, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 10 A 13. Deze vertaling werd in 1479 door Joh. Veldener te Utrecht gedrukt (Campbell, 854). Middelfrankische afschriften van deze Middelnederlandse vertaling zijn overgeleverd in de hss. Brussel, Bibliotheca Bollandiana, 31; Darmstadt, Hessische Landes- und Hochschulbibliothek, 813 en Stockholm, Koninklijke Bibliotheek, Huseby 15. Vermeldenswaard is nog dat Dirc van Herxen (1381-1457) in zijn eerste Diets kollatieboek, volledig bewaard in hs. Utrecht, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 3 L 6 en gedeeltelijk in hs. Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, B.P.L. 2231, acht excerpten uit de Homiliae in evangelia in een zelfstandige vertaling heeft opgenomen; bovendien bevinden er zich negen excerpten in de gedeelten van het tweede Dietse kollatieboek die in hs. Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, I G 47 tot ons zijn gekomen.
Het overige gedeelte van het handschrift bevat excerpten uit preken van pseudo-Augustinus, Gregorius en pseudo-Beda, alsook Wie sante katherina tot cristum bekert wert (fol. 263vo-267vo) en Van sante loye (fol. 267ro-268ro), resp. vertalingen van Conversio sanctae Catharinae en De sancto Eligio episcopo. Deze teksten komen ook voor in hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 1805-08; bovendien bevindt Wie sante katherina tot cristum bekert wart zich nog in hs. Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, VI B 15 en Van sante loye nog in de hss. Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, VI B 14; 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 133 E 6 en Londen, British Museum, Add. 18.162.
Het hier besproken handschrift is in 1431 geschreven in het Sint-Agnesklooster te Maaseik door de eerste libraria van het klooster, blijkbaar één van de vier zusters, die in 1429 uit het klooster Marienweide te Venlo waren gekomen om een twintigtal meisjes, die in Maaseik een priorij van reguliere kanunnikessen wilden stichten, in de regel van de H. Augustinus in te wijden. Die libraria is een zeer bedrijvige kopiiste geweest, want er zijn nog 14 andere Middelnederlandse handschriften bewaard gebleven, die tussen 1427 en 1445 door haar zijn geschreven, nl. de hss. 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 73 H 10, 73 H 19, 73 H 3, 73 H 18, 73 H 20, 73 H 14, 73 H 4, 73 H 25, 73 H 24 en 73 H 22; Groningen, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 216 en Utrecht, Bi-