de traagheid, de gramschap, de nijd, de hoovaardij, de achterklap, het lichtvaardig oordeel; in het tweede deel over de boete, het berouw, de biecht, de penitentie, de aalmoezen, de goede zeden, het spreken, het gebed, de dankbaarheid, de gemeenschappelijke oefeningen, de liefde tot God, de liefde tot de evenmens, de versmading van de wereld, de nederigheid, de gehoorzaamheid, het geduld, de kuisheid, de onderlinge vermaning, de vrede, het lezen van Dietse boeken, het huwelijk en de viering van de feestdagen; bovendien bevat het tweede deel nog een vertaling van vier traktaten van Dirc van Herxen, nl. van de Prologus super orationem dominicam en de Brevis explanatio orationis dominicae per modum orationis secundum sententias sanctorum, twee trak-taatjes over het onzevader, en van de Prefatio super salutationem angelicam en de Explanatio brevis angelicae salutationis, twee traktaatjes over het weesgegroet. Alleen het hier besproken handschrift bevat het eerste collatieboek volledig; het eerste deel komt ook nog voor in hs. Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, B.P.L. 2231. Bovendien bevinden zich nog excerpten uit het eerste collatieboek in de hss. Antwerpen, Ruusbroec-genootschap, 79; Haarlem, Bisschoppelijk Museum, 77; Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Letterk. 251, 336 en 1874; Nijmegen, Oud Archief, XIV 3 en Nijmegen, Universiteitsbibliotheek, 188. De vertaling van de bovengenoemde traktaatjes over het onzevader en het weesgegroet bevindt zich eveneens in hs. Antwerpen, Ruusbroec-genootschap, 79.
Het tweede collatieboek dat slechts gedeeltelijk is overgeleverd, bestond eveneens uit twee delen. In het eerste deel werd er gehandeld over de feestdagen van het tijdeigen, in het tweede over de feestdagen van het feesteigen der heiligen. Zoals blijkt uit Een tafel wat materien gheliken op sonnendage ende hoechtijde te lesen, voorkomend in het hier besproken handschrift, bestond het tweede collatieboek uit 60 rubrieken, waarvan er 28 in het eerste deel en 32 in het tweede deel voorkwamen. Een deel van het tweede collatieboek is in hs. Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, I G 47 bewaard gebleven; verder komen er nog excerpten daaruit voor in de hss. Bonn, Universiteitsbibliotheek, S 2052; Brugge, Groot Seminarie, 197/122; Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 4302-05 en 15.092; Deventer, Athenaeumbibliotheek, 101 E 7 en 101 F 11; Gent, Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, 9; 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 71 H 24,