pelen uit de Dialogus miraculorum opgenomen; bovendien komen er in de gedeelten van zijn tweede kollatieboek, die o.a. in hs. Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, I G 47 zijn overgeleverd, nog zeven exempelen uit de Dialogus miraculorum voor. In Die exposicie vanden pater noster van de kartuizer Herman Stekin († 1428), bewaard in de hss. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 1654-55 en IV 389; Darmstadt, Hessische Landes- und Hochschulbibliothek, 449; Gent, Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, 10 en Parijs, Bibliothèque de l'Arsenal, 8211, bevinden zich ten minste 18 exempelen, die uit de Dialogus miraculorum zijn overgenomen. In hs. Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Voss. Var. Ling. quart. 7 I komen verschillende exempelen voor, die aan de Dialogus miraculorum zijn ontleend. In de verzamelingen Marialegenden, die in de hss. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 11146-48 en II 2454; Düsseldorf, Landes- und Stadtbibliothek, C 25; olim 's-Gravenhage, Sint-Aloysiuscollege, 4 en 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 70 H 42 zijn overgeleverd, bevinden zich verschillende exempelen, die uit de Dialogus miraculorum zijn overgenomen.
Het hier besproken handschrift is geschreven door ‘Fredericus, Martini filius’. (Frederik Maartensz.) ‘minister’ van het Sint-Luciaklooster te Amsterdam. Daar dit handschrift slechts de tweede helft van de Dialogus miraculorum bevat, is het waarschijnlijk dat hij de eerste helft in een ander handschrift heeft overgeschreven dat echter verloren is gegaan. Het handschrift heeft toebehoord aan de Frankfurtse verzamelaar Z.K. von Uffenbach (1683-1734), die het vóór 1720, waarschijnlijk tijdens een reis in Nederland, heeft verworven, daar het in een in dat jaar verschenen catalogus van zijn bibliotheek wordt beschreven. In 1746 of kort daarna werd het door de erfgenamen van Z.K. von Uffenbach verkocht aan J. Chr. Wolf (1690-1770), bibliothecaris van de Stadtbibliothek te Hamburg. Het werd door J. Chr. Wolf, samen met zijn gehele bibliotheek, aan de Stadtbibliothek, thans Staats- und Universitätsbibliothek, te Hamburg vermaakt.
Cat.-Z.K. Uffenbach, II, Halle a.d. Saale, 1720, kol. 43; Cat.-Z.K. von Uffenbach, III, Frankfurt am Main, 1730, p. 87; Cat.-Z.K. von Uffenbach, Frankfurt am Main, 1746, p. 18; Middelnederlandse Marialegenden, uitgegeven door C.G.N. de Vooys, II, Leiden, [1902-1903], p. LXV en 246-261; C.G.N. de Vooys, Middelnederlandse legenden en exempelen. Bijdrage tot de kennis van de prozalitteratuur en het volksgeloof der middeleeuwen, Groningen-Den Haag, 19262, p. 21.