tiende-eeuwse halfleren band. Op fol. 2ro en 103ro ronde rode stempel van de Bibliothèque Nationale te Parijs.
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 11.178.
Dit handschrift bevat de eerste Middelnederlandse vertaling van de Verba seniorum (Vitae patrum, V en VI), een Latijnse bewerking van een anonieme verzameling leerspreuken van en korte verhalen over beroemde abten en monniken, zeer verwant aan de Historia monachorum van Timotheus van Alexandrië en de Historia Lausiaca van Palladius van Helenopolis. Deze vertaling is door de Bijbelvertaler van 1360 vervaardigd, maar het is niet bekend, wanneer hij ze heeft voltooid. Behalve in dit handschrift komt deze vertaling nog voor in de hss. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 1405 en 2528; Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Letterk. 1296 en Parijs, Bibliothèque de l'Arsenal, 8205.
Het hier besproken handschrift heeft toebehoord aan het klooster Korsendonk bij Turnhout, een priorij van reguliere kanunniken van de H. Augustinus dat in 1412 in het Kapittel van Windesheim werd opgenomen. Omstreeks 1600 heeft Jaspar van den Ven, een bewoner van Korsendonk, er zijn eigendomsmerk in geschreven. Het klooster Korsendonk werd op 13 april 1784 door Jozef II opgeheven. Samen met de handschriften uit Korsendonk en de andere afgeschafte Brabantse kloosters werd het naar de lokalen van het Comité de la caisse de religion in het nieuwe gebouw van de Rekenkamer te Brussel gebracht. Aldaar werd het in 1794, samen met andere handschriften, door Franse commissarissen in beslag genomen en naar Parijs gevoerd, waar het aan de Bibliothèque Nationale werd toebedeeld. In 1815 werd het door de Fransen, samen met andere handschriften, die in 1794 in beslag waren genomen, teruggegeven en in de Bourgondische Bibliotheek, thans Koninklijke Bibliotheek, te Brussel geplaatst.
J. Van den Gheyn, Catalogue des manuscrits de la Bibliothèque royale de Belgique, III, Brussel, 1905, p. 265-266, nr. 2047; C.G.N. de Vooys, Middelnederlandse legenden en exempelen. Bijdrage tot de kennis van de prozalitteratuur en het volksgeloof der middeleeuwen, Groningen-Den Haag, 19262, p. 8; Middelnederlands geestelijk proza. Verzameld door C.C. de Bruin en ingeleid door C.G.N. de Vooys, Zutphen, 1940, p. 191-193, nr. 75 en p. 341, nr. 75; C.C. de Bruin, Bespiegelingen over de ‘bijbelvertaler van 1360’. Zijn milieu, werk en persoon, Nederlands Archief voor Kerkgeschiedenis, Nieuwe Serie, 50 (1969), p. 15 en 20-21.