werken in het Diets zijn vertaald, is niet bekend, maar het moet vóór 1417 zijn geweest, daar dit handschrift in 1417 is geschreven. Behalve in dit handschrift zijn deze vertalingen nog bewaard in de hss. Utrecht, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 5 F 10 en Wenen, Österreichische Nationalbibliothek, Ser. nov. 248; bovendien werden zij in 1480 door Geraert Leeu te Gouda gedrukt (Campbell, 937).
Het hier besproken handschrift is in 1417 in het klooster Vredendaal bij Utrecht geschreven dat door Wermbold van Buscop († 1413) als tertianenklooster werd gesticht, maar in 1419 tot de orde van de reguliere kanunniken van de H. Augustinus overging en bij het Kapittel van Windesheim werd ingelijfd. Nadat Vredendaal in 1528 door brand was vernield, gingen de bewoners naar het Sint-Jansklooster te Amersfoort over, waarvan de bewoners ten gevolge van de opkomende hervorming bijna allen het huis hadden verlaten. Het handschrift heeft aan Cornelius Cornelissen (ca. 1700) en Johannes Jansen (1786) toebehoord. In 1876 werd het door het Amsterdamse antiquariaat C.L. van Langenhuysen te koop aangeboden en door J.A.J.W. van Hal (1837-1911), wijnhandelaar te Breda, gekocht. In 1902 werd het door de Bibliotheek der Rijksuniversiteit te Utrecht op een veiling te 's-Gravenhage verworven.
Librairie ancienne de C.L. van Langenhuysen. Bulletin No 5, Amsterdam, [1876], p. 77, nr. 667; Cat.-J. Patijn, J. van Gennep, J. Bosscha e.a., 's-Gravenhage, 1912, p. 136, nr. 2380.