Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken
(1972)–J. Deschamps– Auteursrechtelijk beschermda. Jan van Leeuwen, Werken, fragmenten, Zuid-Brabant (Groenendael), ca. 1400.Perkament; 2 + 6 + 1 bll.; blad en bladspiegel resp. 325 × 225 à 230 mm en 220 à 223 × 157 mm; 2 kol., 35 rr. per kol. Oude foliëring met rode Romeinse cijfers; moderne foliëring met zwarte inkt (fol. I = fol. 3; fol. lxxx = fol. 4; fol. cvij = fol. 5; fol. cxl = fol. 6). Eén hand (littera textualis). Twee grote miniaturen: Jan van Leeuwen geknield de rozenkrans biddend, terwijl het eten op het vuur staat (fol. 1ro) en de rozenkrans biddend, terwijl hij in een ketel roert (fol. 2ro); vijf paarse of blauwe, met witte motieven gehoogde, gehistorieerde initialen op een gouden, blauwe of roze grond, aan drie zijden met staaf-, rank- en bloemwerk versierd; die gehistorieerde initialen stellen voor: Christus en een leerling (fol. 3roa), Mozes ontvangt de tafelen der wet (fol. 3voa), de aanbidding der wijzen (fol. 4roa), een beul en een gevangene (fol. 5roa) en Christus en Jan van Leeuwen (fol. 6roa); rode opschriften, koptitels en paragraaftekens. Kartonnen band met perkamenten rug.
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, II 138.
| |
[pagina 168]
| |
b. Jan van Leeuwen, Werken, Brabant, ca. 1460.Perkament, 270 bll.; blad- en bladspiegel resp. 330 × 235 mm en 213 à 224 × 145 à 155 mm; 2 kol., 35 rr. per kol. Oude foliëring met rode Romeinse cijfers, moderne potloodfoliëring. Eén hand (littera bastarda). Eén blauwe initiaal, met witte en blauwe motieven gehoogd, met gekarteld bladgoud afgeboord en binnenin met een zwart geruite grond en rondom met ranken en bloemen versierd; vier opengewerkte rood-blauwe en vier opengewerkte blauwe initialen met rood, paars en groen penwerk; afwisselend rode lombarden met paars en blauwe lombarden met rood penwerk; rode opschriften en koptitels; afwisselend rode en blauwe paragraaftekens. Op de binnenzijde van het achterbord in een zestiende-eeuwse hand, grotendeels uitgewist, maar leesbaar onder ultraviolette belichting: dyt boich huert zo Johan greue zo nassouw. Oorspronkelijke bruin kalfslederen band op eiken borden; voor- en achterplat met driedubbele filets versierd; twee koperen sloten, waaraan de sluithaken ontbreken.
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, IV 401.
Jan van Leeuwen werd omstreeks 1314 te Affligem in de schaduw van de beroemde benedictijnenabdij geboren. In de oorlog tussen Vlaanderen en Brabant om het bezit van Mechelen werd de abdij van Affligem in 1334 door de naar Brussel oprukkende Vlamingen verwoest. De monniken namen de wijk naar Brussel en met hen tal van bewoners van Affligem, waarvan sommigen in dienst van de abdij stonden. Onder die vluchtelingen bevond zich Jan van Leeuwen. Tien jaar verbleef hij te Brussel. In 1344 trad hij in de priorij van Groenendael. Hij leerde lezen en schrijven en werd de toegewijde leerling van Jan van Ruusbroec. Gedurende 34 jaar was hij kok in het klooster. Zijn cel bevond zich naast de keuken. Zijn tijd bracht hij kokend, biddend en schrijvend door. Hij overleed in 1378, drie jaar vóór zijn beroemde leermeester. Hij schreef 21 mystieke traktaten, die grote verwantschap met het werk van Ruusbroec vertonen. Nog bij het leven van Jan van Leeuwen, waarschijnlijk in 1355 of kort daarna, werden vijf traktaten, die tussen 1350 en 1355 waren ontstaan, in een verzamelhandschrift samengebracht, nl. Vanden drien coninghen, Van tienderhande materien, Een ghetughe ende ondersceyt tusschen godlec licht ende deemsterheyt, Redene ende ondersceyt tusschen die ghene die god gheroepen ende ewelec wtvercoren heeft en Van vijfterhanden bruederschaep. Vóór in dit verzamelhandschrift bevond zich een korte aantekening over Jan van Leeuwen en achterin een zelfverdediging. Dit verzamelhandschrift is verloren gegaan, maar twee bewaarde handschriften gaan daarop | |
[pagina 169]
| |
terug: hs. Deventer, Athenaeumbibliotheek, 101 F 5 dat Van vijfterhanden bruederschaep of Van vijf manieren broederliker minnen bevat en omstreeks 1425 in het klooster Diepenveen bij Deventer is ontstaan, en hs. Pommersfelden, Bibliotheek van de Graaf van Schönborn, 280/2881, waarin zich een Duitse vertaling van de vijf bovengenoemde traktaten bevindt en dat in 1459 in het klooster Rebdorf in het bisdom Eichstätt is geschreven. Omstreeks 1400 ontstond in Groenendael een tweede verzamelhandschrift dat al de werken van Jan van Leeuwen bevatte en waarin het eerste verzamelhandschrift, met de aantekening over Jan van Leeuwen, was opgenomen. De samensteller van het tweede verzamelhandschrift, misschien Jan van Schoonhoven, heeft de tekst echter herzien: op menige plaats heeft hij uitspraken van de goede kok verzacht of genuanceerd. Van dit tweede verzamelhandschrift zijn slechts zes bladen overgebleven, bewaard in het hier besproken hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, II 138. Die bladen bevatten de proloog en het begin van het eerste kapittel van Vanden tien gheboden gods (fol. 3roa-3vob); de proloog van Vanden drien coninghen (fol. 4roa-4vob); de proloog van Een wonderlec boec van tienderhande materien (fol. 5roa-5vob) en de proloog en het grootste gedeelte van het eerste kapittel van Een ghetughe ende een ondersceet tusschen natuerlike gheboerte ende ouernaturlijcke gheboerte (fol. 6roa-6vob). Omstreeks 1460 werd er van dit tweede verzamelhandschrift een afschrift in twee delen vervaardigd, waarvan alleen het eerste deel, het hier besproken hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, IV 401, bewaard is gebleven. Dit bewaarde eerste deel bevat Vanden tien gheboden gods (fol. 1ro-50vo), Vander bedinghen (fol. 50Vo-67vo), Vanden inval (fol. 67vo-73vo), Die rolie vander woedegher minnen (fol. 73vo-76Vo), Vanden drien coninghen (fol. 77ro-102vo), Van tienderhande materien (fol. 103ro-135vo), Een ghetughe ende ondersceyt tusschen godlec licht ende deemsterheyt (fol. 136ro-171vo), Redene ende ondersceyt tusschen die ghene die god gheroepen ende erwelic wtvercoren heeft (fol. 172ro-202vo) en Van vijfterhanden bruederschap (fol. 202ro-259ro). Van het verzamelhandschrift van Groenendael of van een afschrift daarvan vervaardigde Jan de Swettere, konversbroeder in het klooster Bethlehem te Herent bij Leuven, een kopie in twee delen, waarvan hij het eerste deel in 1540 en het tweede in 1543 voltooide. Beide delen van dit late afschrift | |
[pagina 170]
| |
zijn bewaard gebleven en berusten thans als hs. 667 en 880-90 in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel. Het eerste hier besproken handschrift, bestaande uit zes bladen uit het verzamelhandschrift van de werken van Jan van Leeuwen dat omstreeks 1400 in Groenendael werd vervaardigd, heeft toebehoord aan C.P. Serrure (1805-1872), de bekende bibliofiel en numismaat, professor aan de universiteit te Gent. In 1873 werd het op de veiling van het tweede gedeelte van diens bibliotheek door de Koninklijke Bibliotheek te Brussel aangekocht. Het tweede hier besproken handschrift heeft toebehoord aan Johan IV, graaf van Nassau, heer van Breda en Vianden (1410-1475). In 1943 werd het door P. Stephanus Axters O.P. in de bibliotheek van het dominikanenklooster te Lier ontdekt. In 1966 werd het door de Koninklijke Bibliotheek te Brussel van de dominikanen te Lier gekocht.
Cat.-C.P. Serrure, II, 1873, p. 172, nr. 3061; J. Van den Gheyn, Catalogue des manuscrits de la Bibliothèque Royale de Belgique, III, 1903, p. 432-433, nr. 2359; C.G.N. de Vooys, Fragmenten uit Jan van Leeuwen's werken, Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, 34 (1915-1916), p. 123-148 153-183 en 241-280; Ruusbroec-tentoonstelling, Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 1931, p. 19-20, nr. 40; Le livre en Brabant jusqu'en 1800, Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 1935, p. 19, nr. 22; C. Gaspar en F. Lyna, Les principaux manuscrits à peintures de la Bibliothèque Royale de Belgique, I, Parijs, 1937 p. 391-393, nr. 163, pl. XXXIXb; Jan van Leeuwen. Een bloemlezing uit zijn werken, verzameld en ingeleid door St. Axters, Antwerpen, 1943; J.W.N. Delteijk, Jan van Leeuwen en zijn tractaat Van vijf manieren broederliker minnen, Utrecht-Nijmegen, 1947; St. Axters, Geschiedenis van de vroomheid in de Nederlanden, II. De eeuw van Ruusbroec, Antwerpen, 1953, p. 294-318; St. Axters, Jan van Leeuwen, Nationaal Biografisch Woordenboek, II, Brussel, 1966, kol. 441-445; Vijftien jaar aanwinsten. Sedert de eerstesteenlegging tot de plechtige inwijding van de Bibliotheek, Brussel, Koninklijke Bibliotheek Albert I, 1969, p. 88-90 nr. 88. |
|