dagen aflaat voor allerhande kleine werkzaamheden wordt toegekend. Blijkbaar was hij als een model bedoeld, waarvan de bisschop zich kon bedienen, als hij aflaten wilde uitvaardigen.
O. Behaghel, Zwei deutsche Übersetzungen der Offenbarung Johannis, Zeitschrift für deutsches Alterthum und deutsche Literatur, 22 (1878), p. 97-128; G. Huet, Catalogue des manuscrits néerlandais de la Bibliothèque nationale, Parijs, 1886, p. 10, nr. 3; W. Vogelsang, Holländische Miniaturen des späteren Mittelalters, Straatsburg, 1899, p. 31-36 (Studien zur deutschen Kunstgeschichte, 18); H. van Druten, Geschiedenis der Nederlandsche Bijbelvertaling, Leiden, 1895-1905, p. 178); J. Verdam, Ene bevelinghe, Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, 16 (1897), p. 309-313; J. Verdam, Een Nederlandsche aflaatbrief uit de 14de eeuw, Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, Nieuwe serie, 1 (1902), p. 115-122; Fragmenten uit Middelnederlandse bijbelvertalingen, uitgegeven door C.H. Ebbinge Wubben, Groningen-Den Haag, 1919, p. 24-32 (Documenten en kleine teksten ten gebruike bij de studie van vaderlandsche geschiedenis, taal- en letterkunde, 3); F. Lyna, De Vlaamsche miniatuur van 1200 tot 1530, Amsterdam, 1933, p. 69-70; W. de Vreese, Paradox over den grooten nood der Nederlandsche philologie, Handelingen en Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden 1932-1933, Leiden, 1933, p. 32; C.C. de Bruin, Middelnederlandse vertalingen van het Nieuwe Testament, Groningen-Batavia, 1935, p. 288-304; C.C. de Bruin, De statenbijbel en zijn voorgangers, Leiden, 1937, p. 36-37; M. Hontoy, Les miniatures de l'Apocalypse flamand de Paris (Bibl. nat. fonds néerl. no 3), Scriptorium, 1 (1946-1947), p. 289-309; Flemish Art 1300-1700. Winter Exhibition 1953-54, Londen, 1953, p. 151, nr. 562.