voordroeg en herhaaldelijk aan het grafelijk hof te 's-Gravenhage optrad. Van hem zijn 120 gedichten, samen ruim 22.500 verzen, bewaard gebleven. Die gedichten kan men in verschillende rubrieken indelen: godsdienstige en zedenkundige bespiegelingen, politieke gedichten, geschiedkundige sproken, hekeldichten, dierfabels en boerden. Behalve in het boven beschreven handschrift zijn de gedichten van Willem van Hildegaersberch in hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 15.659-61 overgeleverd; fragmenten van een derde handschrift worden in hs. Rostock, Universiteitsbibliotheek, Ms. philol. 84 bewaard. Twee gedichten Enen honts bete en Sente ghetruden minne ende sente jans vrienscap die deen vrient den andren geeft bevinden zich ook in hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 15.589-623; het gedicht Vanden goeden vrouwen komt eveneens voor in hs. 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 75 H 57. Het tweede gedeelte van het hier besproken handschrift (fol. 131-195) bevat Der minnen loep van Dirc Potter (ca. 1370-1428), baljuw van 's-Gravenhage, secretaris van Albrecht van Beieren, Willem VI en Jacoba van Beieren. Der minnen loep, geschreven in 1411-1412, is een leerdicht in vier boeken van resp. 3282, 4268, 1264 en 2324 verzen, handelend over de verschillende soorten van liefde. Als toelichting van de leer komen er 57 liefdesgeschiedenissen in voor, die grotendeels aan de Heroides en de Metamorphoses van Ovidius en aan de H. Schrift zijn ontleend. Behalve in het hier besproken handschrift is Der minnen loep nog in hs. Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Letterk. 205 bewaard gebleven.
Het hier besproken handschrift is omstreeks 1480 in Holland tot stand gekomen. Daniel van Alphen (1651-1733), raad en burgemeester der stad Leiden, die het in 1717 toevallig ontdekt had, ontving het in 1721 van de ‘Heren Meesteren van de Catharinae ende Caeciliae gasthuisen’ te Leiden ten geschenke. Later kwam het in het bezit van J.A. Clignett (1756-1827). In 1828 werd het op de veiling-J.A. Clignett door de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage gekocht.
J.C. de Jonge, Verhandeling over den oorsprong der Hoeksche en Kabeljaauwsche twisten, ontleend uit echte, meest onbekende gedenkstukken, Leiden, 1817, p. XXX-XXXII en 269-280; J.A. Clignett, Bydragen tot de oude Nederlandsche letterkunde, 's-Gravenhage, 1819, p. XXVIII-XLIV en 381-411; Cat.-J.A. Clignett, 's-Gravenhage, 1828, p. 8, nr. 76; Van den Sacramente van Amsterdam. Gedicht van Willem van Hillegaersberch. Met ophelderende aanteekeningen uitgegeven door