Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken
(1972)–J. Deschamps– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 122]
| |
a. Die spiegel der sonden, bewerkt naar Guillaume Pérault (Guilielmus Peraldus), Summa de vitiis, fragmenten, Vlaanderen, begin 15de eeuw.Perkament; 3 bll.; blad 305 × 210 mm (één van de bladen is beneden afgesneden en meet nog slechts 270 à 277 × 210 mm), bladspiegel 212 à 215 × ca. 150 mm; 2 kol., 40 rr. per kol. Oude foliëring met zwarte Romeinse cijfers midden in de bovenste marge. Eén hand (littera textualis). Rode lombarden, titels en paragraaftekens; beginletters van de verzen in een aparte kolom en doorlopend rood doorstreept.
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, II 115, fragment 1, 4 en 5.
| |
b. Die spiegel der sonden, bewerkt naar Guillaume Pérault (Guilielmus Peraldus), Summa de vitiis, Middelnederduits getint afschrift, Westfalen (Münster), ca. 1450.Perkament; oorspronkelijk 165 bll., thans nog 3 vóór ingeplakte fragmenten en 139 bll. (volledig verloren zijn dus 23 bll., waarvan 15 in het begin en 8 elders); voorin twee papieren schutbladen; blad en bladspiegel 268 × 198 mm en 192 à 195 mm × ca. 155 mm; 2 kol., 32 rr. per kol. Moderne inktfoliëring in de rechterbenedenhoek van elke versozijde. Eén hand (littera cursiva). Rood-blauwe initialen, soms opengewerkt, met rood en zwart penwerk; afwisselend rode lombarden met zwart en blauwe lombarden met rood penwerk; rode titels; beginletters van de verzen in een aparte kolom en afzonderlijk rood doorstreept; afwisselend rode en blauwe paragraaftekens. Op fol. 25-34, 37-54, 70-74 en 102-108 is de onderste marge, soms met tekstverlies, weggesneden. Zestiende-eeuwse donkerbruin kalfsleren band op houten borden; voor- en achterplat met rolstempels, losse stempels en filets versierd; in de rolstempels figuren ten halven lijve (Isaias, Paulus, Salomon en David), hoofden in medaillons en bloemornamenten; rug, onderste hoek van het voorbord en buitenste zijrand van het achterbord vernieuwd; sporen van twee sloten. Op de rectozijde van het derde fragment, op fol. 1ro en op fol. 139vo een ronde zwarte stempel: Ex Bibl. Paulina Monast.
Münster, Universiteitsbibliotheek, Ms. 268.
Omstreeks 1236 stelde Guillaume Pérault (kort vóór 1200-1271), een Franse dominikaan, een Summa de vitiis samen, bestaande uit negen traktaten, die over de zonde in het algemeen, de gulzigheid, de onkuisheid, de gierigheid, de traagheid, de hoogmoed, de nijd, de gramschap en de zonden van de tong handelen. Het werk bestaat grotendeels uit aanhalingen, meestal uit de Latijnse kerkvaders, vooral Augustinus en Bernardus, en in mindere mate uit de Griekse kerkvaders en profane schrijvers. De leer wordt toegelicht met exempelen, die aan de Vitae patrum, de Dialogen van Gregorius en andere dergelijke werken zijn ontleend. | |
[pagina 123]
| |
In de 14de eeuw werd de Summa de vitiis door een Westvlaming in het Diets vertaald. Van die vertaling zijn ca. 17.000 verzen in het boven beschreven Münsterse handschrift, een Middelnederduits getint afschrift, bewaard gebleven. Oorspronkelijk moet zij echter ca. 20.000 verzen hebben bedragen. Verder zijn nog, behalve de boven beschreven Brusselse fragmenten, de volgende fragmenten van zuiver Middelnederlandse handschriften bekend: Geervliet, Gemeentearchief (zoek geraakt); Gent, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 1635, 1-4 en Rijssel, Archives du Département du Nord, Bibliothèque des manuscrits, Cat. 269 (zoek geraakt). Die berijmde vertaling werd in het begin van de 15de eeuw in proza bewerkt. Die prozabewerking is alleen bewaard gebleven in hs. Oudenaarde, Stadsarchief, 5556/13, dat in 1434-1436 door kanunnik Jan Neve in Nijmegen is geschreven. Het hier besproken Münsterse handschrift is omstreeks 1450 tot stand gekomen, waarschijnlijk in het fraterhuis te Münster. Het is ons onbekend wanneer het in de Universiteitsbibliotheek te Münster is gekomen. Het werd door Max Hanlo, een kuiper, die sedert 1854 als helper in de bibliotheek gebruikt werd, gestolen en aan een schrijnwerker verkocht. Deze laatste knipte er bladen uit en sneed de onderste marge van een aantal bladen weg om daarmee gaten in muziekinstrumenten te stoppen. Toen hij echter vernam dat het handschrift was gestolen, bezorgde hij het vrijwillig, jammer genoeg gehavend, aan de Universiteitsbibliotheek te Münster terug. Het is ons niet bekend wanneer de boven beschreven Brusselse fragmenten II 115, 4 en 5 in de Koninklijke Bibliotheek zijn gekomen; het Brusselse fragment II 115, 1, vroeger bij hs. 2303-04 horend, werd door W. de Vreese bij de fragmenten II 115, 4 en 5 gevoegd, omdat het tot hetzelfde handschrift heeft behoord.
F.J. Mone, Niederländische Bruchstücke (aus dem Lêkenspiegel), Anzeiger der deutschen Vorzeit, 6 (1837), kol. 61 en 62; F.J. Mone, Aus dem Lekenspiegel des Jan de Clerc, Anzeiger der deutschen Vorzeit, 7 (1838), kol. 87-97; J.J. Nieuwenhuyzen, Dietsche kleinigheden, II. Fragment van een Mnl. leerdicht, De Dietsche Warande, 1 (1855), p. 240-241; A. Lübben, Spieghel der zonden, Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung, 4 (1878), p. 54-61; J. Staender, Chirographorum in Regia Bibliotheca Paulina Monasteriensi catalogus, Breslau, 1889, p. 117, nr. 536; H. Babucke, Spieghel der zonden (Mnd. Handschrift des 15. Jahrh. in der Paulinischen Bibliothek zu Münster i/W.), Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung, 17 (1891), p. 97-136; N. de Pauw, Ontdekking van een onbekend Middelnederlands gedicht ‘Spiegel der sonderen’, | |
[pagina 124]
| |
Verslagen en Mededeelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, 1891, p. 471-483; J. te Winkel, De spiegel der sonden, een nieuw Mnl. leerdicht, Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, 12 (1893), p. 25-40; Middelnederlandsche gedichten en fragmenten, uitgegeven door N. de Pauw, I. Geestelijke gedichten, Gent, 1893-1897, p. 406-486; J. Verdam, Nieuwe aanwinsten voor onze kennis der middeleeuwsche taal en letterkunde, Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afdeeling Letterkunde, Vierde Reeks, 3 (1899), p. 298-300; Die spiegel der sonden, uitgegeven door J. Verdam, I, Leiden, 1900; L. Willems, Middelnederlandsche fragmenten, I. Een onbekend fragment van den ‘Spiegel der sonden’, Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, 1922, p. 779-798; H. Neumann, Der westflämische ‘Spiegel der Sonden’ und seine Quelle, Unterscheidung und Bewahrung. Festschrift für Hermann Kunisch zum 60. Geburtstag. Herausgegeben von Kl. Lazarowicz und W. Kron, Berlijn, 1961, p. 277-293; H. Neumann, Neue fragmente aus dem verschollenen Anfang des westflämischen ‘Spiegel der sonden’, Göttingen, 1962 (Nachrichten der Akademie der Wissenschaften in Göttingen. I. Philologisch-historische Klasse, 1962, 1). |
|