door L. Zatočil zijn uitgegeven, tot één van vier bovengenoemde handschriften dan wel tot een vijfde handschrift behoren, is met behulp van de uitgave ervan niet uit te maken.
W.J.A. Jonckbloet, Verslag eener letterkundige reize door Duitschland in de maanden mei-november 1842, De Gids, 7 (1843), Tweede Deel, Mengelwerken, p. 583-584; Partonopeus und Melior. Altfranzösisches Gedicht des dreizehenten Jahrhunderts. In mittelniederländischen und mittelhochdeutschen Bruchstücken nebst begleitenden Auszügen des französischen Gedichtes, geschichtlichen Nachweisungen und Wörterverzeichnissen herausgegeben von H.F. Massmann, Berlijn, 1847; Carminum epicorum Germanicorum saeculi XIII. et XIIII. fragmenta. E codicibus manuscriptis edidit F. Deycks, Münster, 1859, p. 20-31; Bruchstücke mittelniederländischer Gedichte, nebst Loverkens. Herausgegeben von H. Hoffmann von Fallerleben, Hannover, 1862, p. 29-40 (Horae Belgicae, 12); Ouddietsche fragmenten van den Parthonopeus van Bloys, grootendeels bijeenverzameld door wijlen professor F. Deyks en verder in orde geschikt en kritisch uitgegeven door J.H. Bormans, Brussel, 1871; Parthonopeus van Bloys. Opnieuw uitgegeven door A. van Berkum, Leiden, [1897-1898]; H. Brugmans, Catalogus codicum manu scriptorum universitatis Groninganae, Groningen, 1898, p. 235, nr. 406; K. Menne, Nieuwe fragmenten van den Middelnederlandschen Parthonopeus van Bloys, Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, 41 (1922), p. 173-188; L. Zatočil, Drei Prager Bruchstücke einer Pergamenthandschrift des mittelniederländischen Versromans Parthonopeus van Bloys, Sbornik Praci Filosofické Fakulty Brnenské University, 1961, B8, str. 15, p. 97-114; R. Lievens, Middelnederlandse handschriften in Oost-Europa, Gent, p. 83-84, nr. 57 (Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Leonard Willemsfonds, 1).