Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken
(1972)–J. Deschamps– Auteursrechtelijk beschermda. Jacob van Maerlant, Merlijns boec, bewerkt naar Robert de Borron, Merlin, fragment; Lodewijk van Velthem, Boec van coninc Arthur, bewerkt naar Le livre du roi Artus, fragmenten, Westmiddelnederlands, ca. 1380.Perkament; 4 bll.; blad 310 à 315 × ca. 220 mm (drie bll. zijn echter boven 10 à 20 mm afgesneden), bladspiegel 227 à 235 × 155 à 160 mm; 3 kol., 56 rr. per kol. Eén hand (littera textualis). Twee rode lombarden met blauw penwerk; afwisselend rode en blauwe paragraaftekens; beginletters van de verzen in een aparte kolom, maar niet rood doorstreept.
Münster, Hauptstaatsarchiv, Dep. Landsberg-Velen.
| |
b. Lodewijk van Velthem, Boec van coninc Arthur, bewerkt naar Le livre du roi Artus, fragmenten, Westmiddelnederlands, ca. 1380.Perkament; 1 blad en een strookje van het volgende blad; blad 305 à 312 × 217 à 228 mm (strookje 11 × 12 à 35 mm), bladspiegel 272 × ca. 18 mm; 3 kol., 55 rr. per kol. Eén hand (littera textualis). Opengewerkte rode initiaal met rood penwerk; rode titel; beginletters van de verzen in een aparte kolom en doorlopend rood doorstreept. Bladspiegel met reagens bewerkt.
Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Letterk. 1107.
| |
c. Jacob van Maerlant, Historie vanden Grale en Merlijns boec, bewerkt naar Robert de Borron, Joseph d'Arimathie en Merlin; Lodewijk van Velthem, Boec van coninc Arthur, | |
[pagina 34]
| |
bewerkt naar Le livre du roi Artus, Middelnederduitse ‘Umschreibung’, Westfalen (Burgsteinfurt), ca. 1425.Papier, 2 + 227 bll. (oorspronkelijk 229, maar fol. 5 en 6 ontbreken); blad en bladspiegel resp. 289 × 205 mm en 205 × ca. 150 mm; 2 kol., 36 à 43 rr. per kol. Oude foliëring met Romeinse cijfers midden in de onderste marge; katernen op de rectozijde van het eerste blad in de onderste marge tweemaal genummerd: links met Romeinse en rechts met Arabische cijfers. Eén hand (littera cursiva), behalve het excerpt over Merlijn uit Martinus van Troppau en de Middelnederduitse vertaling daarvan op de rectozijde van het papieren schutblad voorin en behalve de lijst van de boeken van Everwin II van Güterswyk (1461-1530) op fol. 229roa. Opengewerkte rode initiaal met rood en zwart penwerk; opengewerkte rode lombarden, meestal met rood penwerk, soms met rood en zwart penwerk; rode titels; kleine zwarte paragraaftekens; beginletters van de verzen noch in een aparte kolom noch rood doorstreept. Oorspronkelijke kalfsleren band op eiken borden; voor- en achterplat met filets en losse stempels versierd; twee koperen sloten, waaraan de sluithaken ontbreken; rug vernieuwd. Op de rectozijde van het papieren schutblad voorin een gedrukt ex-libris: Ad Bibliothecam Aulicam Steinfurtensem.
Burgsteinfurt, Fürst zu Bentheimsche Schlossbiliothek, B 37.
Onder de titel Historie van den Grale en Merlijns boec bewerkte Jacob van Maerlant omstreeks 1261 de romans Joseph d'Arimathie en Merlin van Robert de Borron. Zij bevatten resp. de geschiedenis van de Graal of de schaal, waarin Jozef van Arimathea het bloed uit Jezus' zijde opving, en de geschiedenis van Merlijn, een tovenaar, die door een duivel bij een maagd was verwekt. In 1326 voegde Lodewijk van Velthem daar nog het Boec van coninc Arthur aan toe, bewerkt naar de roman Le livre du roi Artus, waarin zowel de Graal als de tovenaar Merlijn een rol spelen. Volledig zijn die drie romans slechts in het boven beschreven, sterk Middelnederduits getinte Burgsteinfurtse handschrift overgeleverd. Het is omstreeks 1425 geschreven en heeft aan Everwin II van Güterswyck (1461-1530), graaf van Bentheim, toebehoord. Tot heden toe is het steeds in het bezit van de graven van Bentheim gebleven. In 1837 deelde L. Tross (1795-1864) enige bijzonderheden over dit handschrift mede aan H.W. Tydeman, toen secretaris van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In 1857 werden, volgens een aantekening van Alexis, graaf van Bentheim (1781-1866), door pastoor Gempt uit Batenburg twee bladen uit het handschrift gescheurd. In 1880 bezorgde J. van Vloten onder de verkeerde titel Jacob van Maerlant's Merlijn een uitgave van de drie romans, die in het handschrift voorkomen. Vermeldenswaard is de aantekening op fol. 229roa, waarin de handschriften | |
[pagina 35]
| |
worden vermeld, die de bovenvermelde Everwin II van Güterswyck heeft bezeten: Jtem dit sint de boke de joncher Euerwyn van guterwick Greue to benthem heuet Ten ersten dit boeck merlijn Jtem twe nye boke van lantslotte vnde eyn olt boek van lantslotte / vnde Jtem de olde vermaelde Cronike / vnde josaphat / vnde sunte Georgius leygende / vnde dat schachtaffels boeck / van sunte Cristoffers passije Jtem van allexander / Jtem de markijne willem / Jtem perceuale /. Buiten het Burgsteinfurtse handschrift zijn bewaard gebleven: 1. vier bladen met fragmenten van Merlijns boec en het Boec van coninc Arthur, waarvan in 1901 door J. Verdam een blad werd uitgegeven en een ander gecollationeerd, die hem door J. Jostes, professor aan de Universiteit te Münster, waren bezorgd, thans hs. Münster, Hauptstaatsarchiv, Dep. Landsberg-Velen, hierboven beschreven; 2. een blad met een fragment uit het Boec van coninc Arthur, in 1880 door K. Stallaert uitgegeven, thans hs. Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Letterk. 1107, hierboven beschreven, en 3. twee gehavende bladen met fragmenten van het Boec van coninc Arthur, door J. Habets (1829-1893), rijksarchivaris te Maastricht, ontdekt en in 1882 door N. de Pauw uitgegeven, thans hs. Maastricht, Rijksarchief, 167a.
L. Tross, [Bericht over een handschrift, bevattende ‘Merlijns prophecien ofte de historie van den Grale, en toebehorende aan de Vorst van Bentheim-Steinfurf], Handelingen der jaarlijksche Vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1837, p. 67-68; L.G. Visser, Iets over Jacob van Maerlant, Utrecht, 1838, p. 7-14; J.F. Willems, Jacob van Maerlant, Belgisch Museum, 2 (1838), p. 438-451; Nordhoff, Maerlants Merlin, Germania, 19 (1874), p. 300-302; J. van Vloten, Het jongste nieuws omtrent Maerlants Merlin, Nederlandsche Spectator, 1876, p. 321; J. van Vloten, [Mededeling over Maerlants Merlijn], Handelingen van het XVIIde Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres, gehouden te Mechelen den 24, 25, 26 en 27 augustus 1879, Mechelen, [1881], p. 209-215; K.F. Stallaert, De Merlijn van Jacob van Maerlant, Nederlandsch Museum, 1 (1880), 1, p. 51-63; J. van Vloten, Stallaerts brokken uit de Merlijn, Nederlandsch Mu-seum, 1 (1880), 1, p. 226-233; Jacob van Maerlants Merlijn, naar bet eenig bekende Steinforter handschrift, uitgegeven door J. van Vloten, Leiden, 1880; J. te Winkel, De Borron's Joseph d'Arimathie en Merlin in Maerlant's vertaling, Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, 1 (1881), p. 305-363; J. Verdam, Nieuwe Merlijnfragmenten, Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, 19 (1901), p. 65-84; J. Verdam, Naschrift op ‘Nieuwe Merlijn-fragmenten, Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, 19 (1901), p. 131; Middelnederlandse gedichten en fragmenten, uitgegeven door N. de Pauw, II. Wereldlijke gedichten, Gent, 1903, p. 66-72. |
|