Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdhermeneutiek van de achterdochtEtym: vertaling van Fr. herméneutique du soupçon. Term afkomstig van de Franse filosoof Paul Ricœur (1913-2005), een belangrijke figuur binnen de hermeneutiek, meer bepaald uit zijn De l’interprétation. Essai sur Freud (1965). De uitdrukking benoemt één van de twee basishoudingen die we kunnen aannemen m.b.t. de vraag of we de betekenis van een tekst echt kunnen vatten. Ricœur plaatst de wantrouwende en kritische ‘hermeneutiek van de achterdocht’ tegenover de meer traditionele ‘hermeneutiek van het vertrouwen’, die ervan uitgaat dat we kunnen doordringen tot de betekenissen van een tekst. Ricœur beschouwt Karl Marx, Sigmund Freud en Friedrich Nietzsche als de drie grote ‘maîtres du soupçon’, de meesters van de achterdocht. Ondanks de vele onderlinge verschillen deelden ze een overtuiging dat ons bewustzijn vals is en ontmaskerd moet worden. Hun analyses tonen het belang van kritiek en achterdocht: door verborgen eigenbelang bij hun auteurs blijken teksten immers vaak wat anders te betekenen dan wat ze lijken of beweren te zeggen; wat duidelijk en ondubbelzinnig verschijnt in ons denken, verhult in werkelijkheid onderdrukte en verdraaide betekenissen. Het vereist een hermeneutiek van de achterdocht om deze illusies en onwaarheden bloot te leggen. Interpretaties die uitgaan van een dgl. wantrouwen, lijken onverenigbaar met interpretaties die berusten op vertrouwen in de tekst. Toch stelt Ricœur dat beiden samen horen in een dialectische en complementaire verhouding. Beide benaderingen zijn nodig in de interpretatie: men moet zich zowel gewillig en vertrouwend door de tekst laten leiden als hem met achterdocht en twijfel bejegenen. In de vroege 21ste eeuw wordt tegenover die wantrouwige hermeneutiek steeds vaker een affectgerichte of herstellende hermeneutiek geplaatst, bijv. in het werk van Eve Kosofsky Sedgwick en Rita Felski. Lit: E.K. Sedgwick, Touching feeling: Affect, pedagogy, performativity (2003) R. Felski, Uses of literature (2008) A. Scott-Baumann, Ricœur and the hermeneutics of suspicion (2009).
|