Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermde-mailromanRecente variant op de briefroman waarbij de communicatie via e-mail het traditionele schrijven en lezen van brieven vervangen heeft. Het verhaal bestaat dus gedeeltelijk of helemaal uit e-mails verzonden tussen de personages. De verandering van het geschreven naar het digitale medium heeft een aantal implicaties. Zo is de toon van een e-mail vaak directer en informeler dan in een traditionele brief. Maar vooral worden een aantal narratieve mogelijkheden geopend door de technische eigenheden en de tekstconventies van de e-mailcommunicatie: de onmiddellijkheid en snelle interactiviteit waarmee auteurs e-mails kunnen schrijven en beantwoorden, de mogelijkheid om e-mails aan verschillende geadresseerden te sturen, het invoegen van emoticons en andere aspecten van intermedialiteit, enz. E-mailromans kunnen gewoon als gedrukt boek of conventioneel e-book gepresenteerd worden, maar men kan ze ook, al dan niet tegen betaling, online aanbieden op een webarchief. Bijzonder is de mogelijkheid om de e-mails van de personages in een soort van live performance te bezorgen op het e-mailadres van de lezer die zich heeft geabonneerd op de roman. Het lijkt dan alsof de lezer tussen zijn gewoon e-mailverkeer telkens een blinde kopie van de niet voor hem bestemde boodschappen ontvangt en dit volgens het wisselende, dramatisch gemotiveerde ritme waarmee de correspondentie tussen de personages ‘in het echt’ verloopt. Dit alles draagt bij aan de illusie van echtheid (defictionalisering: zie ook fictie) en plaatst de lezer helemaal in de rol van de voyeur. In een nog verdere ontwikkeling van het genre wordt de lezer uitgenodigd om actief deel te nemen aan de e-maildialoog. Het genre ontstond in de Angelsaksische wereld. Vroege voorbeelden omvatten Carl Steadmans Two solitudes (1994) en de trilogie Chat, connect and crash (1995) van de Amerikaanse journaliste Nan McCarthy. In de vroege 21ste eeuw kende het een snelle ontwikkeling o.m. met Online Caroline (2001), Rob Wittigs Blue company (2001-2002), Scott Rettbergs Kind of blue (2002), Richard Powers’ ‘They come in a steady stream now’ (verhaal, 2004), Mo Fannings PlaceTheirFace.com (2007) en Joseph Alan Wachs’ Treehouse: A found e-mail love affair (2009). In het Nederlands noteren we o.m. Ter navolging (2004) van Kees ’t Hart, waarin gebruik wordt gemaakt van brieven van Betje Wolff en Aagje Deken en daarnaast van e-mails en sms-teksten tussen hedendaagse personages. Drie volle manen (2020), de debuutroman van Marjolein Degenaar, is een recenter voorbeeld van een roman waarin e-mailcorrespondentie een centrale rol speelt. Lit: S. Kusche: Der E-Mail-Roman. Zur Medialisierung des Erzählens in der zeitgenössischen deutsch- und englischsprachigen Literatur (2012) J. Walker Rettberg, ‘E-mail novel’ in M. L. Ryan, L. Emerson & B. Robertson (red.), The Johns Hopkins guide to digital media (2014), p. 178-179.
|