Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdautonomasieEtym: Gr. autos = zelf; nomos = wijze, principe. Term uit het gebied van de beeldspraak voor die vorm van metonymie die men synecdoche noemt. In dit geval betreft het de vervanging van de specifieke naam van een individu door de groepsnaam of de beroepsnaam van dat individu. Zo kan men zeggen dat 'de loodgieter' komt, in plaats van het noemen van diens naam of kan men spreken over 'de president' terwijl men 'Van Agt' bedoelt. Maar ook het omgekeerde komt voor waarbij men een naam noemt om er een individu mee te karakteriseren, bijv. wanneer men spreekt over het bestaan van een 'nieuwe Mozart'. Lit: G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 753-754 L. Vandelanotte, 'What's in a proper name?' in Babel. The language magazine (2020), 31, p. 20-24.
|
|