Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdkakofonieEtym: Gr. kakos = slecht; fōnè = geluid. Term uit de prosodie voor klankeffecten die onaangenaam aandoen. Bekend is in dit opzicht de Engelse dichter R. Browning (1812-1889). In de Nederlandse letterkunde wordt Jules Deelder wel genoemd als kakofonisch dichter, bijv. in sommige gedichten uit de bundel Junkers 88 (1983). Soms kan dissonantie-1 als één van de verschijningsvormen van kakofonie worden beschouwd. Het spreekt vanzelf dat kakofonie, als tegengestelde van eufonie, een kwalificatie is die sterk afhankelijk is van de subjectieve lezersreactie, al dan niet ingegeven door kennis van de auteurspoëtica terzake. Lit: K. Sornig, Beobachtungen zu Motivation und Wirkung von Euphemismus, Kakophemismus und aehnlichen Erscheinungen: eine Skizze (1969) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 4 (1998), kol. 846-850.
|