Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdnaiv und sentimentalischEtym: Du. naiv < Lat. nativus = aangeboren, natuurlijk, oorspronkelijk; sentimentalisch = via gevoel, reflectie. Onderscheid gemaakt door Schiller in zijn essay Ueber naive und sentimentalische Dichtung (1795), om twee soorten van literatuur en types van schrijvers aan te duiden, nl. de ‘naïeve’ literatuur die spontaan is en open staat op de wereld (Homerus, Shakespeare) en anderzijds de toenmalige ‘sentimentalistische’ literatuur (sentimentalisme) die er zich van bewust is dat de oorspronkelijke band met de natuur verloren ging en die door reflectie die scheiding weer probeert op te heffen. Deze binaire typologie, te vergelijken met de benadering van de dichter als poeta vates (geïnspireerde) en poeta faber (vakman), kan veralgemeend worden tot het onderscheid tussen minder en meer bewuste kunstenaarstypes (verg. Jungs typologie van extraverte en introverte schrijvers). Lit: H. Meng, Schillers Abhandlung über naive und sentimentalische Dichtung. Prolegomena zu einer Typologie des Dichterischen (1936) J. Hermand, ‘Schillers Abhandlung “Ueber naive und sentimentalische Dichtung” im Lichte der Popularphilosophie des 18. Jahrhunderts’ in PMLA 79 (1964), p. 428-441 A.J. Leemhuis (vert. en red.), F. Schiller, Brieven over de esthetische opvoeding van de mens (1994) M. Prange (vert. en ed.), F. Schiller, Over naïeve en sentimentele poëzie (2009).
|
|