Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdmidrasjEtym: Hebreeuws: commentaar, onderzoek. Oorspronkelijk oudjoodse werkwijze van schriftgeleerden bij het toelichten van de joodse Bijbel (zie ook exegese). Vandaar werd de term overgedragen op de literatuur zelf die door het toepassen van deze exegetische methode ontstond, nl. de randverhalen en commentaren die een bepaalde bijbeltekst moesten uitleggen of toepassen op de situatie van de toehoorders in de synagoge. In de eerste twee eeuwen van onze jaartelling begon men deze mondeling overgeleverde ‘midrasjiem’ te redigeren en te verzamelen en daar is men tot laat in de middeleeuwen mee doorgegaan. Men onderscheidt bij de midrasj de halacha en de hagada. De halacha tracht juridische Bijbelteksten te interpreteren of er nieuwe voorschriften uit af te leiden voor de praktische levenswandel. De hagada legt verhalen uit, past deze verhalenderwijze toe op actuele toestanden, bouwt zo een nieuw verhaal op rondom een bestaand verhaal of vult dit laatste aan met nieuwe verhalen, indien er bepaalde elementen niet in uitgewerkt zijn. Zo ontstond een enorm rijke en gevarieerde verhalenschat die een blijvende grondslag vormt voor de joodse literatuur. Zie ook Talmoed. Lit: D. Bannon, Le Midrach (Que sais-je?) (1995) P. van 't Riet, Wat is midrasj? Over midrasj in de rabbijnse literatuur en de betekenis van het midrasj-paradigma voor de evangeliën (1998) S. Peters, Learning to read Midrash (2004) J. Neusner e.a. (red.), Encyclopaedia of Midrash. Bibiblical interpretation in formative Judaism, dl. II (2005).
|