Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdjeu-partiEtym: Fr. gedeeld spel. Middeleeuwse Franse dichtvorm, nl. een als toneel gespeeld dialogisch strijdgedicht (dialoog) dat in zes gesloten strofen en twee envois (disticha) een debat weergeeft tussen twee partners over een probleem dat twee elkaar uitsluitende en vaak allegorisch voorgestelde stellingen tegenover elkaar plaatst (bijv. wat is verkieslijker: trouwen of vrijgezel blijven?). Thematisch sluit het aan bij de Provençaalse minnecode, doordat het de casuïstiek van de liefde behandelt. De bloeitijd van het ‘jeu-parti’ (ook 'joc-parti') situeert zich trouwens in het drukke hofleven van de 13de eeuw in de Provence. Dit deels geïmproviseerde, deels vastliggende intellectuele spel was tegelijk onderhoudend en een oefening in spirituele dialectiek en verfijning van de omgangsvormen. Verwant hiermee is het Nederlandse abele spel Vanden winter ende vanden somer. Zie ook tenso(n).
In de rechterkolom een jeu-parti van Hertog Hendrik III van Brabant voor Gilbert de Berneville. [bron: D. Hogenelst & F. van Oostrom, Handgeschreven wereld (1995), p.190].
Lit: F. Fiset, Das altfranzösische jeu-part (1904) E. Köhler, ‘Zur Entstehung des altfranzösischen Streitgedichtes’ in Zeitschrift für romanische Philologie 75 (1959), p. 37-88 P. Remy, ‘De l’expression “partir un jeu” dans les textes épiques aux origines du jeu-parti’ in Cahiers de civilisation médiévale 17 (1974), p. 327-333.
|